‘Ik ben op zoek naar ether, verkopen jullie dat?’

Afbeelding
actueel

Brandstichter was ook ‘de messentrekker van de Rodermarkt’

RODEN – Het is 26 januari. Het is maandag en dus kunnen mensen veelal maar een halve dag bij de winkels in Roden terecht. Bij een bedrijf in Roden gaat de winkeldeur om precies 13.00 uur open. Een man komt binnen, hij stond al even voor de zaak te wachten. Hij lijkt verward en zijn ogen speuren langs de wanden van de winkel. Hij zoekt duidelijk iets, is niet in de zaak om zomaar even rond te kijken. Pas na vijf minuten schichtig speuren komt de man richting kassa gelopen. Hij schraapt zijn keel. ‘Ik ben op zoek naar ether. Verkopen jullie dat hier?’

Het is maandag 2 februari. Het is kwart over acht als een man zijn woning aan De Doom in Roden in brand steekt, waarschijnlijk met benzine, om vervolgens van drie hoog naar beneden te springen, met de dakgoor als valbreker. Buren horen een doffe knal. Wonderwel raakt hij niet gewond. Intussen slaan de vlammen al uit het dak van zijn appartement en vluchten buren uit hun huizen. De man wordt snel gearresteerd, buurtbewoners zijn in paniek. De burgemeester komt langs, net als brandweerkorpsen uit de regio. De media zijn massaal uitgerukt. De man zit dan al lang en breed op het politiebureau. Twee agenten voeren hem af. De man loopt zelf. Bijzonder, als je net van drie hoog naar beneden bent gesprongen. Het is de man die precies een week eerder naar ether vroeg in de winkel in Roden. Verward, zo noemt men hem. Gek, zegt een ander. Had al lang opgenomen moeten worden, oordeelt wéér een ander. Een jonge moeder met kind wandelt langs. ‘Hier kon je op wachten’, zegt ze. Omstanders knikken.
Het huis van I. brandt compleet af. Was geen redden meer aan. Ook de panden naast de woning lopen enorme schade op. Zo’n twintig mensen staan met tranen in de ogen te kijken naar de vuurzee. Weg huisje. Weg spullen. Weg herinneringen. Wat nu? Naast angst voor wat komen gaat is er woede. Want de dader- ze kennen hem allemaal- had hier al lang niet meer mogen wonen. Zo zie je maar wat er van komt, luidt de algehele tendens. Waarom greep niemand in?

I is bekend bij de politie. Voor eerdere incidenten hoeven we helemaal niet zo ver terug in de tijd. Neem de afgelopen Rodermarkt. Ook toen stond hij ongewild in het middelpunt van de belangstelling. I. deed een plasje en werd daarna door de toiletjuffrouw gesommeerd vijftig eurocent te betalen. I. weigerde. Hij pakte in plaats van het gevraagde muntstuk een mes en bedreigde de juffrouw, een 66-jarige inwoonster van Arnhem. De politie was snel ter plaatse en rekende hem in. Het mes werd in beslag genomen. Nog iets. Op 27 december van vorig jaar liep I aan de Nieuweweg in Roden. Hij zou met een mes zwaaien en nogal in de war zijn. Er ging een bericht van Burgernet de deur uit. Aan de Nieuweweg werd I. niet aangetroffen. Via tips van attente bewoners van Roden vond de politie hem later alsnog. In verwarde toestand, zoals dat zo mooi heet.

De 34-jarige brandstichter stond toch al niet goed bekend. En zeker niet bij de vrouwen. I. was gek op vrouwen en kon zijn driften en verlangens niet altijd in toom houden. Niet zelden viel hij vrouwen lastig. Zo ook tijdens de afgelopen Rodermarkt. Toen na het eerder genoemd mesincident drie jonge vrouwen aangifte tegen hem deden. Alle drie lieten weten dat I. ze lastig had gevallen. Ook een vrouw die in hetzelfde appartementencomplex woont, zegt nare ervaringen met hem te hebben. I. vroeg om hulp, liet zijn huis zien en probeerde de vrouw vervolgens op bed – het ledikant had een prominente plek midden in de kamer- te duwen. Mevrouw wist zich te bevrijden uit haar benarde positie en sprak daarna geen woord meer met hem. Ze deed geen aangifte bij de politie.
En zo is de lijst van incidenten, halve en halve waarheden en opmerkelijke gedragingen inmiddels heel lang. Eén van de toeschouwers bij de brand was de vader van de dader. Hij liet weten dat zijn zoon soms in de war is. Dat hij psychisch niet in orde is. Dat is, aldus pa, overigens lang niet altijd merkbaar. I. kon soms ook normale gesprekken voeren. ‘Als hij verward is, kraamt hij echt onzin uit. Dat heeft hij het bijvoorbeeld over tijdmachines. Bovendien is hij erg gefixeerd op chemie. Dat was vroeger al zo. Ik heb hem vaak proberen bij te brengen dat experimenteren heel gevaarlijk kan zijn. ‘ De woorden van zijn vader haalden dus weinig uit. De vraag is of I. er zelf veel aan kan doen, al denken sommigen mensen ook daar heel duidelijk over. Van I. is bekend dat hij zeker in het verleden een notoir drugsgebruiker was. Hij zou wat in de LSD zijn blijven hangen. Voor zijn gebruik zou I. een ‘normale jongen’ geweest zijn.
De politie nam de man de afgelopen periode twee keer mee naar het bureau. Vervolgens probeerde de politie via een psychiater van GGZ Drenthe gedwongen opname voor elkaar te krijgen. De psychiater vond dat echter onnodig. Bijzonder: bij gedwongen opname moet er sprake zijn van iemand die een gevaar voor de omgeving is. Nou, dat is ie, zo bleek maandag en al eerder. De opname kwam er tóch niet. Overigens kreeg de I. nadat hij gearresteerd was voor brandstichting wél meteen psychische hulp.

Uiteraard wezen velen na de brand richting de gemeente. Naar burgemeester Hans van der Laan vooral, hij is immers verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid. Hij had eerder in moeten grijpen. ‘Heel lastig, dit soort zaken. Meneer stond op de radar. Vervolgens wordt gekeken naar wat passend is gelet op basis van de incidenten waarbij hij betrokken was. GGZ kan een besluit nemen iemand gedwongen op te laten nemen. Ik niet, ik zet alleen een handtekening. Vergeet echter niet dat vrijheidsontneming iets heel ergs is’, zegt de burgemeester. ‘Bovendien’, zo vervolgt hij, ‘ als we iedereen die verward is op moeten sluiten, dan moeten we nog heel wat gebouwen bij laten bouwen. Ik kan alleen via een noodwet mensen uit hun huis laten zetten. Dan moet er echter sprake zijn van bijvoorbeeld het terroriseren van een buurt. Dat was niet aan de orde hier. Maar ik begrijp dat na dit soort voorvallen naar ons gewezen wordt.’ Of er steeds meer mensen ‘verward’ raken weet de burgemeester niet. ‘Er is meer aandacht voor en dus lijkt het alsof er ook meer mensen met dit probleem kampen.’


‘Niet direct wettelijke plicht’
Het regelen van vervangende woonruimte is niet direct een wettelijke plicht van een gemeente. ‘Tijdens het incident werd er vanuit de gemeente een noodopvanglocatie geregeld’, vertelt André Plijter, medewerker openbare orde, veiligheid en rampenbestrijding. ‘Dat was sportcentrum De Hullen. Vervolgens werd duidelijk dat mensen wel of niet terug konden keren naar hun woning. Er is niet direct een wettelijke plicht om vervangende woonruimte te regelen vanuit de gemeente, mensen met een inboedelverzekering kunnen daar op terugvallen, zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Daarnaast is er wel een algemene collectieve plicht om tot een oplossing te komen. In dit geval is dat als volgt ingevuld. In de opvanglocatie werd een ruimte ingericht waar Salvage en Woonborg individueel met de bewoners spraken. Het appartementencomplex werd afgesloten van gas en elektra. Onder politiebegeleiding kunnen bewoners terug naar het appartement om spullen uit de woning te halen. Voor alle personen wordt, door Woonborg en Salvage, vervangende woonruimte gevonden. Veelal is dat bij familie of vrienden.’

UIT DE KRANT

Lees ook