‘Ik geloof niet in een tegenprestatie’

Afbeelding
actueel

Alex Wekema, een ontspannen wethouder

RODEN – Alex Wekema is al enige tijd wethouder. Aanvankelijk was dat even wennen. Voor zichzelf, maar zeker ook voor de buitenwereld. Inmiddels lijkt het of de Roner idealist al jaren op het pluche zit. Wekema groeit duidelijk in zijn rol. Is buitengewoon gemotiveerd, voelt zich thuis en -belangrijkste- weet waar hij over praat. Over de participatiewet bijvoorbeeld.

Participatiewet dus. Net zoiets als transitie. Kanteling. De normale sterveling weet vaak niet waar de politici in het Noordenveld het over hebben. Haken af door politiek jargon. Jammer: want juist dit college en deze raad pretenderen dicht bij de bevolking te willen staan. Gelukkig is daar dan Alex Wekema. Hij spreekt de taal van het volk, al schakelt ook hij moeiteloos over naar het politieke jargon. De participatiewet. Daar valt iedereen die nu nog in de Bijstandswet zit, WSW-er of Wajonger is, per 1 januari van volgend jaar onder. Voor de mensen die nu al gebruik maken van deze voorzieningen, verandert er niets. ‘Wij nemen tien Wajongeren in dienst’, vertelt Wekema. ‘Jongeren die normaal gesproken een uitkering aan zouden vragen. Wij zoeken vervolgens een reguliere arbeidsplaats voor deze groep mensen. Dan wordt gekeken naar de verdiencapaciteit en vullen wij als gemeente waar nodig het salaris aan. Reguliere werkplekken, bij ‘normale’ werkgevers. Dát is het ideaalbeeld. Plekken waar mensen zich kunnen ontwikkelen, ontplooien’, zegt Wekema, die vanuit zijn vorige baan –Bij Werkplein Baanzicht in Assen- specialist op dit gebied is. Ook de nu nog ‘Novatecers in ’t groen’ zou Wekema graag in gemeentelijke dienst nemen. ‘Dat is nog even lastig, maar we gaan er mee aan de slag. Voor die mensen zou dat ook goed zijn. Wij nemen ze in dienst en houden verantwoordelijkheid tot aan hun pensioen. Op dit moment zijn ze via Novawork in elk geval verzekerd van werk tot 2018. Het zou mooi zijn als mensen gewoon bij bedrijven in Noordenveld aan de slag zouden kunnen gaan. Stel je hebt een HBO-er aan het werk. Een specialist. Maar iemand die behalve met zijn specialiteit ook nog acht uur per week met administratieve zaken bezig is. Dat zou een job kunnen worden voor iemand met wat minder capaciteit. Die zou er een twintig-urige baan van kunnen maken. Zo moet je het ongeveer zien. Als ondernemer in Noordenveld toon je zo je sociale gezicht. Je neemt je specialist werk uit handen en bedrijven krijgen ook nog eens een vergoeding. Met dit soort dingen gaan we in samenwerking met Matchpunt aan de slag. Ik probeer zelf ook scherp te zijn. Niet voor niets probeer ik zo vaak mogelijk bedrijven te bezoeken. Contacten te leggen. Ik heb het beste met de mensen voor.’
Heikel punt in de Participatiewet was (of is) de zogenaamde tegenprestatie. Dat wil eigenlijk niet meer zeggen dan dat mensen voor hun uitkering moeten werken, zonder daar extra voor beloond te worden. Werken dus met behoud van uitkering. Hoewel Wekema wettelijk gezien een paragraaf over tegenprestaties in zijn plannen op moet nemen, is hij niet van de tegenprestaties. ‘ Ik geloof er niet in. Met dwang bereik je namelijk niets. Dan krijg je mensen niet aan het werk, en dat is uiteindelijk wat we willen. Het gaat ons altijd om maatwerk. Doel van de sociale dienst is om mensen zo kort mogelijk in een uitkeringssituatie te houden. Het gaat ons per geval om de ontwikkeling van de mensen. Dwang is aan mij niet besteed. Dat motiveert zeer zeker niet. Volgens mij bereik je er helemaal niets mee.’ Mensen helpen. Beschut werk voor ze vinden. Contacten leggen. Wekema heeft het er druk mee. En zo is hij met veel meer zaken bezig, dingen waar hij –hoe graag ook- nog niet over kan praten. Maar zaken die wel steeds concreter worden en goed zouden zijn voor Noordenveld. ‘Ik voel me meer en meer op mijn plaats. Natuurlijk, ook voor mij was het even zoeken. Zoeken naar de goede balans. Je moet even weten hoe de hazen lopen. Ik vind wel dat we een prima college hebben. We denken met elkaar mee. Helpen elkaar. Soms denk ik dat we wat te snel willen. Dat gaat soms niet. Maar verder? Dit is inderdaad de droo mbaan die ik ambieerde.’
En het moet gezegd: Wekema is van een uitstervend ras. Want wie geeft een goed betaalde baan als financieel directeur op voor een onzekere job als wethouder? Dan heb je een doel, een missie. Ben je idealist. ‘Ach, ik doe gewoon graag wat voor de gemeenschap’, besluit Wekema bescheiden.

UIT DE KRANT