‘Ik loop nu met de Godfather mee’

Jaarbeurs gaat meer thematisch werken én verjongt

RODEN – Je eigen opvolger inwerken. Daar – en met nog veel meer- is Geert Rijpma op dit moment bezig. Voor wie het niet weet en dus jaren onder een steen gelegen heeft; Geert Rijpma is al zeventien jaar bij de Jaarbeurs van het Noorden betrokken en dan met name bij de standwerving. Geert wordt, al is dat hem amper aan te zien, straks 68 jaar en dus vindt hij het wel genoeg. ‘Het bestuur moet verjongen. Met een te oud bestuur met daarin een aantal 65-plussers wordt dat steeds moeilijker. Vandaar mijn besluit. Ik stap uit het bestuur, maar blijf wel actief in de commissie. Helemaal loslaten is moeilijk, zeker als je het zo lang gedaan hebt’, zegt Rijpma, die overigens gewoon – alsof hij nog 25 is- fulltime blijft werken. Ondertussen is hij behalve met de naderende beurs ook bezig met het inwerken van zijn opvolger. En die opvolger is André Brasse, bepaald geen onbekende in Roden en omgeving. Het duo kan melden dat de beurs ‘anders’ wordt en dat daar over ruim een maand al iets van te zien is.

André Brasse dus. Iemand met sympathie in Roden, met bestuurlijke ervaring en iemand die creatief én prettig in de omgang is. De ideale kandidaat dus om boegbeeld Rijpma op te volgen. ‘Dat denk ik wel, ja’, zegt Rijpma. ‘Ik ken André ook al wat langer en er was meteen een klik. Hij is een teamspeler, iemand die samen kan en wil werken. Misschien is hij niet een super commerciële man, daar hebben we de onvermoeibare Ludolf Velting en Thijs Baving voor. Zij blijven de acquisitie gewoon doen. Andre is wel heel creatief. En dat zal de beurs in de toekomst zeker nodig hebben.’ Brasse zelf is bescheiden. ‘Het lijkt me leuk en de eerste indrukken zijn heel positief. Er staat een leuke groep, met hardwerkende mensen. Een groep met doeners. Deze mensen houden net als ik niet van ellenlang vergaderen, maar zijn meer van de korte lijnen. En van Geert kan ik een hoop leren. Ik heb wel een beetje het gevoel nu met de Godfather mee te lopen’, zegt Brasse.
Op zich zou er op het eerste gezicht niet heel veel aanleiding zijn om het concept van de Jaarbeurs van het Noorden – straks wacht de 63^e editie- te veranderen. Er komen immers genoeg mensen en qua standhouders zit het ook elk jaar wel weer snor. En toch wordt alles anders. Of alles, in ieder geval heel veel. ‘Je moet’, weet Rijpma, die alle beurzen in Nederland kent. ‘We gaan meer en meer thematisch werken. Dat zal niet van het één op het andere jaar zijn, maar we werken er wel naar toe. Dit jaar bijvoorbeeld is er een bouw- en zorgplein. We willen toe naar verschillende, thematische paviljoenen. We willen meer standhouders, met in één paviljoen bedrijven uit hetzelfde segment of bedrijven die elkaar versterken. Ieder bijvoorbeeld met een eigen horecaplein. Het horecaplein vullen we dit jaar al heel anders in met Maallust, Kaaslust en Cruwijn en koffie van Tik-Tak. Dat wordt een trendy plein. We willen de tent toch al wat anders aankleden. Met pallets en met steigerhout bijvoorbeeld. We moeten af van het idee dat mensen denken dat de beurs elk jaar hetzelfde is. Dat mensen al van te voren weten wie waar staat. Dat moet je niet willen.’

Voor dit jaar zijn liefst 55 standhouders vastgelegd. Een heel behoorlijk aantal en een teken ook dat de Jaarbeurs nog steeds populair is. ‘Bovendien hebben we al een aantal jaren concurrentie van een beurs in Utrecht. Dat zal vanaf volgend jaar niet meer zo zijn. Van die 55 standhouders zal ongeveer veertig procent nieuw zijn. En daar zitten een aantal ‘trekkers’ bij’, belooft Rijpma. Met die ‘trekkers’ doelt Rijpma onder meer op Ketter & Co. Zij zullen tijdens de Jaarbeurs onder andere de LasTigfiets laten zien, een ontwikkeld project waarvan de daadwerkelijke (las)werkzaamheden zijn uitgevoerd door gedetineerden uit Veenhuizen. Dit fietsproject leidde gedetineerden op tot TIG lasser aan de hand van het maken van fietsonderdelen. ‘De producten die zo door gedetineerden gemaakt worden, worden in de toekomst vermarkt’, legt Rijpma uit. ‘De Jaarbeurs zal één van de eerste momenten zijn waarop dit soort producten te zien zullen zijn. Ketter & Co werkt onder meer samen met de Design Academy in Eindhoven en de producten die gemaakt worden zijn dus ook nog eens heel bijzonder’, weet Rijpma. Ook de gemeente blaast in de bus tijdens de komende Jaarbeurs van het Noorden. Behalve informatie over nieuwe projecten, algemene informatie en voorlichting over Noordenveld als fietsgemeente, zorgt de gemeente voor de invulling van het podium bij het horecaplein. Dat doen ze in het kader van het Jaar van de Cultuur. De gemeente zal zorgdragen voor entertainment vanuit de culturele verenigingen. En is er even geen invulling, dan zal de film ‘Noordenveld laat zich zien’, gemaakt door leerlingen van de Ronerborg, op een groot scherm te zien zijn. ‘Zo is er constant reuring rondom het horecaplein. Er is steeds iets te horen of te zien. Zo hopen het voor de mensen ook aantrekkelijk te maken om een borreltje in de Jaarbeurs te nemen.’

In dat opzicht is Brasse wel al iets opgevallen, de afgelopen jaren. ‘Je hebt het Paviljoen voor de jongere bezoekers. De ietwat oudere mensen staan veelal op het voorplein en een nog iets oudere groep ontmoet elkaar op de beurs.’ Nog iets nieuws. De beurs duurt straks tot en met dinsdag. ‘Je hoorde altijd positieve geluiden van de standhouders, alleen de woensdag viel vaak wat tegen. Vandaar dat we besloten hebben om op dinsdag te stoppen. Amusement is er op woensdag nog wel in het Paviljoen, de beurs is dit jaar dus een dag korter. En dat kan ook prima’, zegt Rijpma.
Rijpma zal samen met Brasse de komende weken gebruiken om de spreekwoordelijke puntjes nog even scherp op de i te zetten. Er zal een keer een standhouder afhaken, en er zal nog wel iets bijkomen, zoals dat altijd gaat. En volgend jaar mag Brasse het – met steun- zelf doen. ‘Ik vind werken leuk, wat mij betreft ga ik door tot ik tachtig ben’, zegt Geert. ‘Ik hoop in elk geval dat ik er nog net zo uit zie als Geert als ik 68 ben’, lacht Brasse, nu nog 54. ‘Ik maak straks heel graag gebruik van de kennis van Geert. Het wiel is al uitgevonden, dus dat hoef ik gelukkig niet meer te doen. Ik ben best kritisch en hoop een snelle leerling te zijn. Ik zie het zeker zitten. Het kost tijd, al is standwerving iets waarmee je het hele jaar bezig bent. Je hebt minder piekmomenten’, zegt Brasse, die overduidelijk gemotiveerd is om de toekomst van de Jaarbeurs van het Noorden veilig te stellen. ‘Oh ja’, zegt Rijpma nog. ‘We zijn ook bezig met wat acts. Ook nieuwe dingen. We zitten in de afrondende fase en zullen dat later bekend gaan maken. Het gaat dit jaar nóg meer de moeite waard worden om de beurs te bezoeken.’