“Ik wil niemand kopiëren. Ik schilder gewoon wat in me opkomt”

Afbeelding
kleintje cultuur

Ella Jansen:‘Het geeft me voldoening als anderen mijn schilderijen ook leuk vinden’

Ella Jansen uit Tolbert is het prototype van de pure autodidact. Alles in het schilderen heeft ze zichzelf aangeleerd. Nou ja, bijna alles dan, nuanceert ze zelf meteen. Want bij de Teken en Schildergroep Roden (TSR) heeft ze jaren geleden door vier verschillende docenten wat basisbeginselen aangereikt gekregen, maar ze heeft zich al gauw daarna helemaal zelf verder ontwikkeld. “Dat kwam ook,” vertelt ze in de woonkamer van haar huis aan De Gol in Tolbert, “omdat het met mijn lichamelijke handicap steeds lastiger en op den duur bijna onmogelijk werd om de steile trappen naar het toenmalige atelier van de schilderclub aan de Jasmijnlaan in Roden te beklimmen. Ik moest, wilde ik me verder bekwamen en dat wilde ik, dat thuis in mijn eentje doen. En alles daar zelf uitzoeken. Ja, de TSR schijnt nu een prachtig atelier in de Kanaalstraat in Roden te hebben. Gelijkvloers, een royale accommodatie. Ik geef grif toe dat werken in een groep erg gezellig is en het schilderen een extra dimensie geeft. Je helpt elkaar, geeft elkaar adviezen, je bent sociaal bezig. Maar aan in mijn eentje thuis in mijn atelier werken ben ik nu gewend. Dus dat laat ik nu maar zo. Ik ben vanwege mijn lichamelijke handicap ook gauw vermoeid. Tsja, dat zijn dingen waarmee je moet leren leven. Dat heb ik gedaan en dat doe ik nog steeds….”

In haar woonkamer hangen een paar van haar schilderijen, de meeste worden nu in het gemeentehuis van Leek geëxposeerd. En bij het Fysiotherapeutisch Centrum aan de George Wilhelmlaan in Leek sieren al jaren wisselende schilderijen van haar hand de muren van de wachtkamer. “Ik krijg daar leuke reacties op,”vertelt Ella glunderend. “Ze kunnen ook gekocht worden en dat geeft me dan een extra kick. Niet enkel om het geld dat ik weer gebruik voor de aanschaf van schildermateriaal, maar vooral omdat ik het leuk vind als anderen mijn schilderijen leuk vinden. Het geeft me inspiratie om weer iets anders op het doek te zetten.” Jansen beschildert grote canvasdoeken met acrylverf, daarbij gebruikt ze vooral vrolijke, felle kleuren en zijn het vaak sets van twee bijelkaar passende motieven. Tweeluiken dus. Ella doet daar overigens broodnuchter over: “Ik span het doek op, ga er voor zitten en ga dan aan de slag. Nee, niets met voorbedachte rade. Alles ontwikkelt zich gaande het schilderen. Maar – lacht ze gemaakt geheimzinnig; red. – ik geef mijn schilderijen wel een exclusiviteit die collega-schilders vaak niet kunnen doorgronden, waarvan ze het naadje van de kous graag willen weten maar wat ik echt voor mezelf wil houden. Ik heb namelijk een speciale methode ontwikkeld om reliëf in mijn collages aan te brengen. Kijk, en dat vind ik dan extra leuk: Een specialiteit die een ander niet heeft…”

Voordat ze een jaar of vijftien geleden met schilderen begon, hield ze zich vooral met andere in haar ogen ‘belangrijke zaken’ bezig. Ze zat in de schaduwfractie van de Leekster PvdA, ze schreef, vooral toneelstukken waarin ze zelf ook vaak meespeelde. “Zoals de Sprookjes die voor de basisscholieren in de Postwagen werden opgevoerd,” haalt ze herinneringen op. Maar dat alles doet ze niet meer, want: “Ik ben een beetje een solist, ik dagdroom graag; in mijn hoofd speelt zich regelmatig een film af. Ik wil steeds weer iets anders bedenken. Dat zie je ook in mijn schilderwerken terug.” De liefde voor het schilderen ‘erfde’ ze van haar vader. “Die kon echt heel goed in olieverf schilderen, kleine juweeltjes, beetje traditioneel en heel secuur binnen de lijntjes. Op de lagere school ik kreeg ik altijd het hoogste cijfer voor mijn tekeningen. Maar toen al wilde ik, (glimlachend; red.) misschien als tegenpool van mijn vader, groot en wild. Dat zie je nu in mijn schilderijen terug. Ik ga echt altijd onbevangen voor een leeg doek zitten en schilder vervolgens wat in me opkomt. Mooie en felle kleurencombinaties. Ik werk zonder muziek. Ik houd van de stilte, in mijn hoofd speelt zich genoeg af. En ik houd ook van verrassingen. Wil je de fotograaf vragen of hij me met de achterkant van een schilderij op de foto zet? Dan moeten belangstellenden zelf maar gaan kijken wat op de voorkant geschilderd is.”

UIT DE KRANT

Lees ook