‘In mei leggen alle vogels een ei’

Ik leerde dit spreekwoord (of gezegde of wijsheid) op de lagere school tijdens de taalles. Het klinkt lekker positief en het rijmt. Dus kun je het makkelijk onthouden. Net als ‘april doet wat het wil’ en ‘maart roert zijn staart’. Ze zeggen iets over het weer en de seizoenen. Wat mei betreft, geeft het spreekwoord het begin aan van het broedseizoen.

Ik nam in eerste instantie aan dat dit spreekwoord klopt. Want wat je op school leert is waar, toch? Maar als snel leerde ik van mijn moeder dat dit niet helemaal klopt. Ze was natuurliefhebber en goot de liefde voor de natuur met de paplepel mee naar binnen. Nee vertelde ze. Er zijn wel vogels die in mei broeden maar er zijn ook veel vogels die voor of na mei broeden. Nou ja zeg, leren ze mij op school verkeerde dingen aan?

Eigenlijk is het spreekwoord langer “In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek en de griet, die leggen in de meimaand niet”. Griet? Wat is een griet? Op het internet kom ik verschillende antwoorden tegen. Een griet is een grutto zegt de een. Nee, een griet is een kwartelkoning zegt de ander. Weer een ander vraagt zich af of het spreekwoord wel klopt en of het geen ‘spriet’ in plaats van ‘griet’ moet zijn. Spriet blijkt een ander woord voor kwartelkoning te zijn.

Grutto’s leggen eieren vanaf eind maart tot eind mei en de kwartelkoning van april tot augustus. Zeg het maar. De koekoek legt in ieder geval eieren vanaf mei. Maar dat is best een ‘luie donder en dikke boef’ want een koekoek maakt geen nest en doet niet aan broedzorg, een geval apart. Zowel de Grutto als de kwartelkoning komen helaas steeds minder in onze omgeving voor en de vooruitzichten zijn niet vrolijk. Dus als we nog even geduld hebben kunnen we het spreekwoord aanpassen. Want dan zijn die beide vogels verdwenen.

Afgelopen aprilweken zag ik al vogels met voedsel in de snavel heen en weer vliegen en ganzen met kuikens. Eenden, merels, mussen en mezen bijvoorbeeld leggen vaak al eitjes in maart en april. Het zijn vaak de standvogels die het eerst beginnen met broeden. Standvogels blijven het hele jaar door in Nederland. Veel trekvogels broeden wat later. Die komen soms in ons land aan als sommige standvogels al op de eieren liggen. Trekvogels moeten eerst aansterken, een nestje maken en daarna eieren leggen.

Ik lees dat ook het klimaat invloed heeft op het broedseizoen. Interessant nu de temperatuurgrens steeds verder naar het noorden opschuift. Het wordt eerder warm in ons land en daarom komen insecten eerder tevoorschijn. Dat betekent dat er eerder voedsel beschikbaar is waar sommige vogels op reageren, net als dat een goed muizenjaar voor meer uilen- en roofvogelnesten zorgt. Maar dat is een risicovolle beslissing voor de vogels, zou je denken. Het voorjaarsweer is vaak behoorlijk wisselvalling en onvoorspelbaar. Nachtvorst kan sterfte onder de jonge vogels opleveren die vroeg worden geboren. Kom ik toch weer bij de weerspreuken. “Maart roert zijn staart en april doet wat ie wil” en “aprilletje zoet geeft ook nog weleens een witte hoed”. Maar goed, als de temperatuurgrens blijft opschuiven kunnen we ook die weerspreuken aanpassen. Hoeveel kinderen weten nog wat een witte winter en Elfstedentocht op ijs is?

Hoe de vogel-broed-toekomst er uit gaat zien weet ik niet. Vooralsnog geniet ik eind april van alle vogeltjes die af een aan vliegen met takjes en allerlei ‘lekkers’ in hun snavel. “April doet maar wat ie wil, april en mei maken mij in ieder geval blij”

Andre Brasse Puur Natuur april 2022