‘Je moet actief zijn en geloof hebben in de beurs’

Afbeelding
actueel

Vijftig standhouders bij Jaarbeurs van het Noorden

RODEN – Sommige mensen vinden een beurs uit de tijd. Dat wil niet meer, is geweest. De Jaarbeurs van het Noorden is en blijft echter een publiekstrekker, met jaarlijks zo’n 25.000 bezoekers. Geert Rijpman en Ludolf Velting hebben een groot aandeel in het succes van de beurs. Al jarenlang. Zeker Velting lijkt er dag en nacht mee bezig. ‘Je moet actief zijn. Overal opduiken. En je moet uiteraard geloven in je eigen beurs’, zeggen Rijpma en Velting.

Vroeger werden vooral tractoren verkocht, nu wordt er amper naar omgekeken. De beurs is de afgelopen 62 jaar veranderd, net als de horeca. Ooit werd één tent geplaatst waar de vermoeide beursgangers een kop koffie konden drinken. Nu lijkt het wel eens alsof de beurs er ook nog is en het vooral draait om de andere tenten. Voor Rijpma en Velting gaat dat niet op. Zij zijn verantwoordelijk voor de standwerving, dit jaar bijgestaan door Jan Dirk Zwerver. ‘Ik ben er zestien jaar bij betrokken’, zegt Rijpma, die al diverse keren probeerde te stoppen. Maar stoppen, dat gaat zo maar niet. ‘Bij ons mogen bestuursleden nooit zomaar vertrekken of stoppen. Je moet min of meer zelf een kandidaat opvolger aandragen. We zoeken daarbij vooral naar mensen die lang willen blijven. De beurs is een bedrijf van tien dagen, zeg ik wel eens. Je moet alles goed regelen, alles moet kloppen. Er gaat immers veel geld in om.’

De standhouders zelf worden veelal gelokt door Velting, bij wie de jaren blijkbaar nooit gaan tellen. ‘Vroeger had je gewoon ene aantal vrouwen die bedrijven bij langs belden of ze op de beurs wilden staan. Meestal kwamen ze. Nu moet je soms wel tien keer bij één en hetzelfde bedrijf langs om ze over de streep te trekken. En dan gebeurt het soms nog dat ze afzeggen. Het is gewoon heel veel werk. Je moet ze overtuigen. Ik vind dat een beurs een bedrijf goed kan doen. Je hebt direct contact met de mensen. Je kunt ze aanspreken. Maar ook wat betreft de standhouders gaat het er om hoe actief je bent. Zit je op een stoel achter je stand, dan krijg je het niet druk. Spreek je mensen aan, dan kun je zomaar goede zaken doen.’

Van de vijftig standhouders dit jaar, zijn twintig min of meer oude bekenden. De rest is nieuw. Een knap stuk werk van Velting. ‘Ludolf bezoekt vrijwel alle andere beurzen. Hij zoekt contact, geeft overal visitekaartjes af en benadert ze later. Zo gaat dat. Variatie op een beurs is heel belangrijk. Je moet niet dezelfde dingen hebben. Nieuw dit jaar zijn ‘meters makelaar’. De huizenmarkt trekt aan en een aantal regionale makelaars laat het aanbod zien. ‘

Vroeger- we worden een dagje ouder- moest er entree betaald worden voor de beurs. ‘Als dat was gebleven, was ik gestopt’, zegt Rijpma beslist. ‘Dan krijg je gewoon geen mensen meer. Nu stappen mensen veel gemakkelijker naar binnen. Ja, de beurs kan nog steeds uit. Standaard is dat we de helft van de beschikbare vierkante meters verhuren. We hanteren gangpaden van vier meter. Lekker ruim, maar dat moet ook. Als mensen zien dat je door kleine ruimtes moet, komen ze niet binnen. Dat weet ik uit ervaring. ‘

Rijpma maakte al heel wat mee. Ondertussen is hij door de wol geverfd. ‘De één wil bijvoorbeeld niet naast een andere standhouder. Met dat soort zaken heb je gewoon rekening te houden. Of bedrijven die zich onder valse voorwendselen inschrijven. Je leert elk jaar weer. Ondertussen weten we aardig wat voor vlees we in de kuip hebben. We worden niet heel snel meer verrast.’

Rijpma ervaart de laatste weken als hectisch. ‘Eigenlijk ben je het hele jaar door bezig met de beurs. De echte voorbereidingen starten in november. We vergaderen in principe elke maand, als de Rodermarkt dichterbij komt verhogen we de frequentie. Weet je wat ik waardeer aan ons bestuur? Dat iedereen er gewoon altijd is. Niemand loopt weg voor verantwoordelijkheden. We hebben altijd een goed plan en alles komt altijd wel op de pootjes terecht. Maar dat gaat echt niet vanzelf. Er moet onnoemelijk veel werk verricht worden.’

Oh ja. Je hoort die verhalen wel eens. Die verhalen dat de bestuursleden van de Jaarbeurs tijdens de beurs vooral feest vieren. ‘Haha, inderdaad. En dat doen we ook wel, als het kan. Maar tijdens de Rodermarkt hebben we een rooster voor de algehele controle en voor bijvoorbeeld het afsluiten van de tent. We houden rekening met het calamiteitenplan. We werken in dit opzicht steeds met twee mensen. Die dragen dan de verantwoordelijkheid en van feestvieren is dan beslist geen sprake. Als we dienst hebben, raken we geen borrel aan.’

Rijpma erkent dat er eigenlijk te weinig standhouders uit Roden en directe omgeving komen. ‘De Zakenkring heeft een jong bestuur en we verwachten eigenlijk dat we daar de komende jaren de vruchten van gaan plukken. Maar we snappen ook dat het soms gewoon heel lastig is. Mensen zien uit naar het feest. Dat zullen ze moeten laten schieten als ze op de beurs staan. Kleine bedrijven moeten hun normale winkel sluiten, willen ze op de beurs staan. Dat zijn afwegingen om het niet te doen. Begrijpelijk, maar wel jammer. ‘

Jongeling Jan Dirk Zwerver hoort de routiniers Velting en Rijpma met bewondering aan. ‘Ik ken de netwerkbijeenkomsten als m’n broekzak maar leer elke dag van Geert en Ludolf. Het is ongelooflijk knap wat ze neerzetten, elk jaar weer. We zitten op één lijn en hebben een klik. Het is de bedoeling dat ik nu met Geert meeloop, en dat we in de toekomst de rollen om gaan draaien. Het zou zonde en dom zijn om de expertise van Geert niet langer te gebruiken.’

De Jaarbeurs van het Noorden (62e editie) begint vrijdag 19 september om 16.00 uur. Dan wordt de ondernemersprijs uitgereikt en kunnen de genodigden genieten van ondermeer Jan Vayne en Willem Gunneman.

UIT DE KRANT

Lees ook