José Wolters kijkt terug op bewogen schooljaar

Afbeelding
actueel

RODEN – Dat 2019 voor OBS de Marke een bewogen jaar was, moge duidelijk zijn. De basisschool moest halsoverkop verhuizen naar een noodlocatie, toen bleek dat de oude locatie was verzakt. Inmiddels zijn we een jaar verder en wordt er op de achtergrond al druk gewerkt aan het nieuwe gebouw. De Krant sprak met directeur José Wolters, die een hectisch jaar achter de rug heeft.

 ‘Bijna iedere week is er wel íets aan de hand’



José herinnert het zich nog als de dag van gisteren. ‘Het was in de week van het kerstdiner’, zegt ze bijna een jaar later. ‘Het was heel bizar. We hadden al eens scheuren in de muren geconstateerd en gevraagd hiernaar te kijken. Toen halverwege december bleek dat de school dicht moest, kwam dat heel onverwacht. Opeens moest er van alles gebeuren. De blik ging op een noodoplossing en als je je bedenkt dat er binnen twee weken een noodlocatie stond, dan is dat echt bizar te noemen.’


Vanaf het begin zetten de leraren, de ouders en de gemeente de schouders er gezamenlijk onder.  Maar dat neemt niet weg dat het voor de kinderen toch een hele vreemde situatie opleverde. ‘Ik weet nog dat de kinderen en leraren naar de oude locatie kwamen om hun laatste spulletjes op te halen’, zegt José. ‘Dat was best een naar moment. We wachtten de kinderen op met kerstkransjes en chocolademelk. Een heel gek beeld, denk ik.’


Voor de kinderen was het een rare gewaarwording dat ze opeens niet meer naar hun school konden. ‘Er waren een aantal kinderen die echt ontdaan waren’, weet José. ‘Maar dat geldt ook voor een aantal leerkrachten. Sommigen van hen hadden een emotionele band met de oude school. Dan is het vreemd als je van de ene op de andere dag plotseling de school niet meer in kan.’


Ook de kerstviering van De Marke liep hierdoor anders. ‘Sommige klassen vierden het op een andere locatie, sommige klassen hebben het niet gevierd. We hebben tijdens Pasen daarom een uitgebreid dinerbuffet georganiseerd. Ik moet zeggen dat dat goed in de smaak viel. Wellicht dat we het komend jaar weer gaan doen.’


Opstartproblemen waren er volgens José verrassend weinig. ‘We zaten er eerst mee dat we nog twee locaties hadden. De onderbouw zat nog in het oude pand’, zegt ze. ‘En we hebben het vrij lang zonder internet moeten doen.’ Opstartproblemen waren er dus wel degelijk. Sterker nog: die problemen bleven het hele jaar ‘etteren’. ‘Er is wekelijks wel iets aan de hand’, beaamt José. ‘Dan valt de elektriciteit weer uit in een lokaal of hebben we lekkage wanneer het hevig regent. Dat zijn op zich kleine dingen, maar op dat moment voor ons toch vrij groot.’


Een ander probleem deed zich voor in de zomer, toen bleek dat het erg warm werd in de noodlokalen. ‘Van OPON (Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld, red.) kregen wij toen airco’s. Het contact met OPON en de gemeente Noordenveld is gelukkig heel goed’, verzucht José. Inmiddels is de school ook bezig met speciale geluidspanelen. ‘De akoestiek in de lokalen is niet heel best. Zeker niet als je een klas vol kinderen hebt. Dan krijg je een soort rondzingend geluid’, schetst José. ‘Hierdoor gingen veel leraren met hoofdpijn naar huis. Gelukkig is dat binnenkort verleden tijd.’


Dergelijke problemen kunnen door de school vaak snel worden opgelost, maar leuk is anders. ‘Saai is het hier in ieder geval nooit. Maar ik ben liever met andere dingen bezig.’ Daarbij zit de school met ruimtegebrek in zijn maag. ‘We hebben wat we nodig hebben, maar het houdt niet over’, zegt José hierover. ‘Bepaalde dingen zijn hier gewoon lastig uit te voeren. De blazersklas van de school oefent zelfs buiten, omdat er binnen gewoon geen ruimte is. Ook de kerstviering wordt dit jaar vrij summier. En we hebben binnenkort het tentenfeest wat eens in de vier jaar terugkomt. We weten nog niet waar we dat gaan houden, maar duidelijk is dat het hier niet kan. De discoavond vond dit jaar bijvoorbeeld ook al plaats bij VV Roden. Dankzij hulp uit de omgeving kom je er dan uit, maar ideaal is het niet.’


De hulp uit de omgeving komt bijvoorbeeld ook van omwonenden. ‘Zij moesten in het begin heel erg wennen’, weet José. ‘De mensen die hier wonen hoorden doorgaans alleen wat vogels en nu horen zij spelende kinderen. Maar je merkt dat de buurt wel begaan is met het lot van de school. Zij denken bijvoorbeeld mee over hoe de verkeerssituatie rondom de noodlocatie beter kan. Dat is goed om te zien.’


Inmiddels is al een tijdje bekend dat de nieuwe school van OBS de Marke zal verrijzen op de ‘oude locatie’. Maar nog voor men kan bouwen, moet er gesloopt gaan worden. De sloop liep vertraging op, mede door de aanwezigheid van vleermuizen. Het verwijderen van asbest is inmiddels in volle gang. ‘In de derde week van 2020 gaat er gesloopt worden’, zegt José. ‘Dat is tenminste de verwachting. Dankzij de wet- en regelgeving kon het niet eerder. Alles wat tegen kon zitten, heeft ook tegen gezeten. Maar inmiddels kunnen we langzaam stappen zetten.’


Het nieuwe gebouw gaat mogelijkheden bieden, zo denkt José.  ‘Bij de oude school was veel aanbouw, veel loze ruimte’, zegt zij. ‘De ruimte werd niet heel effectief benut. Nu er een nieuwe school komt, kunnen we meer onze eigen visie implementeren.’ De bouw mag dan nog op zich laten wachten, volgens José kan er aan de achterkant al veel worden gedaan. ‘Een architect hebben we nog niet, maar we zijn in gesprek. Daarnaast is er een stuurgroep, van waaruit werkgroepen worden gevormd. We willen echt een gebouw wat van iedereen is. En een gebouw waarbij over alles is nagedacht. De verkeerssituatie bijvoorbeeld, die gaan we nog even goed tegen het licht houden.’


Uiteindelijk hoopt de directeur dat er binnen drie jaar een nieuwe school staat. ‘In 2022 moet die ongeveer klaar zijn’, zegt zij. Tot die tijd zal het tot op een bepaalde hoogte dus behelpen blijven. Bang voor een terugloop in het aantal kinderen, is ze echter niet. ‘Er is al een berekening geweest over het toekomstig aantal leerlingen. Die berekening geeft aan dat we geen forse terugloop zullen zien.’


Daarnaast denkt ze dat ouders van kinderen snel kunnen worden overtuigd om voor De Marke te kiezen. ‘Misschien dat men terughoudender is als ze van buitenaf de school zien, maar wanneer ze eenmaal de drempel over zijn, zullen ze zien dat we een hele leuke school hebben’, denkt José. ‘Het wordt de komende jaren dus een combinatie van overbruggen en stappen zetten. Dat vraag om extra inzet bij de leraren.’


De schoolleidster twijfelt er niet aan dat De Marke de periode tot 2022 prima zal overbruggen. ‘Het is typisch voor De Marke om de schouders eronder te zetten. De grote betrokkenheid, die is uniek. En het contact met OPON en de gemeente is uitstekend. In dat opzicht zie ik het met vertrouwen tegemoet.’


Bovendien is het niet voor het eerst in de carrière van José dat ze met een zeer aparte situatie te maken kreeg. ‘De school waar ik vroeger zat, brandde destijds af. Het vinden van een andere plek was toen veel lastiger. We werden ondergebracht op verschrikkelijke locaties. Het duurde toen heel lang tot er een noodlocatie was’, herinnert José zich. ‘Hier ging dat veel sneller. En daar mogen we heel blij mee zijn.’

UIT DE KRANT

Lees ook