Lekker stampen

Afbeelding
Puur natuur
De laatste twee columns besteedde ik aandacht aan meeuwen. Dat is best een aardig onderwerp, want als je daar zo mee bezig bent borrelen allerlei ervaringen met diverse soorten meeuwen in me op. Daar zou ik best een reeks van verhalen over kunnen schrijven, maar dat zal me vermoedelijk niet door de lezers in dank worden afgenomen. Deze column moet, zoals u van me gewend bent, wel gevarieerd zijn. Daarom (voorlopig) een laatste keer iets over meeuwen.
De hierboven afgebeelde foto maakte ik vorige maand in de haven van Lauwersoog. Daarop ziet u een stampende Zilvermeeuw terwijl een juveniel toekijkt. Dat stampen doet de meeuw uiteraard met een bijbedoeling en niet om lekker warm te blijven. Het veroorzaakt een trilling in de bodem en de daar aanwezige wormen gaan dan denken dat een mol in aantocht is. Als het kan wil je liever niet als maal dienen en dus vluchten ze naar boven om er aan te ontkomen. En daar wacht die Zilvermeeuw ze op die de kluit dus heeft bedonderd. Eens is er een meeuw geweest die dit trucje heeft bedacht dat alom navolging vindt. De juveniele vogel is de kunst al aan het afkijken, maar misschien loert hij wel op een gratis wurmpje. Even later zag ik dan ook dat de volwassen vogel hem verjoeg, want ze moeten nadat ze groot zijn gebracht zelf maar hun kostje bijeen zien te schrapen. Die ’trappelende’ meeuwen zie je veel meer, als er maar wormen zitten. Dat kan dus ook bij u in de buurt zijn. Zelf zie ik ze vaak in de bermen als ik van Leek naar de A7 rijd. Let er maar eens op als u daar langskomt.
Een andere truc die meeuwen uithalen is het breken van schelpen om de inhoud te verschalken. Schelpen breek je natuurlijk niet zomaar en dus vliegen ze met bijvoorbeeld een mossel een eindje omhoog om ze daarna kapot te laten vallen. Dat lukt niet altijd bij de eerste keer en waar een meeuw rekening mee moet houden is de ondergrond. Ik zag op het wad een vogel dit proberen, maar de sukkel liet de schelp op een zandbank vallen waar het een ’zachte landing’ maakte. Dat schoot dus niet op. Waar het wel lukt is op de harde ondergrond van dijken. Daar heb je succes. Tijdens een vakantie in Zeeland zag ik op zo’n dijk werkelijk honderden, misschien waren het er wel een paar duizend, gebroken schalen van oesters liggen. Om die dikke schalen te breken moeten ze wel voldoende hoogte hebben, maar dan hebben ze een lekker, exclusief hapje. Zelf vind ik die oesters niet echt lekker. Het is maar een zilt en vooral snotterig hapje waar je bovendien een beste prijs voor betaalt. Voor veel minder geld geniet ik meer van een ’zilte’ haring.
In de tijd dat ons afval nog op open belten werd gestort was het daar altijd een drukte van belang. Tijdens een excursie in Wijster, iets meer dan vijftig jaar geleden, verging je van het gekrijs dat meeuwen er maakten, vooral als er weer een nieuwe lading afval werd gestort. Tamelijk bizar toen was de mededeling dat er nogal wat Bruine ratten voorkwamen. Er werd een getal genoemd van maar liefst 60.000. Moeilijk om te verifiëren natuurlijk, je neemt zoiets voor waar aan. Er werd wel bij gezegd dat de mensen in de buurt er totaal geen last van hadden. Die ratten concentreerden zich alleen op die belt. De aanwezige meeuwen zaten er ook in de broedtijd en de  vraag rees bij enkele biologen waar die meeuwen vandaan kwamen. De gedachte was dat ze er zelfs een behoorlijk eindje vliegen voor over hadden, want vermoedelijk kwamen ze zelfs van Terschelling naar Wijster om er te foerageren. Om dit te bewijzen had iemand een lumineus idee bedacht dat daadwerkelijk tot uitvoering kwam. Tegenwoordig koop je margarine in kuipjes, maar toen werd dat vooral in vetvrije wikkels verpakt. Van dat papier werden proppen gemaakt die flink waren ingesmeerd met margarine. Een lekker vet hapje dus. Toen kwam het simpele werk. Op een gegeven moment moeten de meeuwen die proppen natuurlijk weer uitschijten en daar ging men in de broedkolonie naar op zoek. Ze hebben nooit iets gevonden. Wie een beetje een idee heeft van de spijsvertering van meeuwen weet waarom. Die is zo zuur dat zelfs botjes en visgraten verteren. Van dat vetvrije papier bleef dus helemaal niets over en zo was er energie gestoken in een tot mislukken gedoemd onderzoek.
 

UIT DE KRANT

Lees ook