Levensduur

minikul

Er schijnt weer een nieuw woord te zijn voor wie (heel) vroeger Ouden van dagen waren, daarna AOW-ers heetten en vervolgens het wat denigrerend overkomende stempel van Bejaarden kregen opgedrukt – net zo als ik ook het woord Jongelui voor de jeugd wat hautain en neerbuigend vind klinken. Het woord Senioren wordt tegenwoordig vaak gebruikt maar Plussers schijnt nu de allernieuwste benaming te zijn. Dat kan weer snel veranderen want ‘Vijftig tinten grijs’ heb ik ook al horen noemen. Nu is Plussers een wel heel rekkelijk woord, want waar wil je de plus-leeftijd laten beginnen? Al vanaf je vijftigste, omdat je nu dan toch maatschappelijk zo’n beetje uitgerangeerd bent? Ik wil me hier tot de harde kern, mijn eigen leeftijdsgenoten, de categorie zeventig- en tachtigplussers, beperken. Die groep wordt, met vooral dank aan de medische ontwikkelingen, steeds ouder. Vijfentachtig jaar schijnt de gemiddelde levensverwachting zo langzamerhand te gaan worden. En daar zou nog best een schepje boven op kunnen komen, want, zeggen zij die daarin doorgestudeerd hebben, het verouderingsproces heb je voor een groot deel zelf in de hand. De tips daarvoor zijn verrassend simpel: Bewust(er) eten: een dieet met bonen en noten schijnt heel goed te zijn. Minder eiwitten en snelle suikers eten ook. Voldoende bewegen, meer staan dan zitten wordt door de wetenschappers eveneens ten zeerste aanbevolen. Een praktische tip daarvoor is: Neem een hond. Zelfs geen verjaardag meer vieren (maar dat is jezelf toch voor de gek houden?) wordt als anti-verouderings medicijn genoemd. Heel belangrijk schijnt ook een doel in je leven te zijn. En vrienden, want steeds weer blijkt uit studies dat ouderen met veel sociale contacten langer leven. Oude mensen hebben, al dan niet terecht, ook in deze tijd van veel letterlijke en figuurlijke afschrijvingen toch nog een zekere status. Daarvan schijnt – dat woord ‘schijnt’ gebruik ik wel erg veel, merk ik - het effect op de levensduur net zo belangrijk te zijn als niet-roken. Maar het absolute advies vind ik, dat de wetenschap twee keer per week seks van harte aanbeveelt.

Dat het verouderingsproces maakbaarder schijnt te zijn dan gedacht, verheugt me zeer. Mijn kansen op een verlengde levensduur op basis van de hier gestelde wetenschappelijke aanbevelingen lijken redelijk gunstig. Want ik voldoe aan bijna alle bovengenoemde voorwaarden. Alleen dat twee keer per week seks moet ik toch eerst even met mijn vrouw bespreken.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT