Lusten en lasten

Afbeelding
Puur natuur

Achter in onze tuin is een terras gesitueerd onder een Zwarte els. Tijdens het warme zomerweer in juli was het daar goed toeven. We profiteerden niet alleen van de schaduw van de els, maar ook van die van een ernaast staande forse Beuk. Helaas zijn er naast lusten tevens lasten en dan heb ik het niet over bladval in de herfst. Daarover ga ik niet zeuren, het zorgt voor wat extra lichaamsbeweging. En dat is nooit verkeerd. Nee, de lasten waar ik op doel worden veroorzaakt door blauwzwart gekleurde kevertjes: Elzenhaantjes.

Vanaf april zie je deze kevertjes -die als imago hebben overwinterd- verschijnen. Ze boren gaatjes in de bladeren van elzen, maar eenkennig zijn ze niet, want ze nemen eventueel ook genoegen met het blad van berken, populieren, wilgen en de Hazelaar. Bij ons zijn het er zoveel dat onze els in sommige jaren grotendeels wordt kaalgevreten. Niet helemaal, want hun nageslacht moet ook te vreten hebben. Ze zijn behoorlijk vruchtbaar, het vrouwtje legt namelijk tot wel 900 eitjes. Die worden in groepjes van 60-70 aan de onderkant van jonge bladeren afgezet. In mei, maar vooral in juni komen de larven tevoorschijn. Drie weken lang vreten ze van het bladmoes, zodat uiteindelijk slechts het bladskelet resteert (foto). Eenmaal volgevreten (minirupsjes van een cm zijn het dan) laten ze zich uit de boom vallen en dan hebben we er last van. Net als je een beetje zit te doezelen begint het ergens te kriebelen en ben je weer bij de les. Je moet er immers altijd voor beducht zijn dat je stiekem wordt bezocht door een insect dat illegaal bloed bij je wil aftappen. Op zich nog niet zo erg, maar vaak is de jeuk een minder prettige bijkomstigheid. U begrijpt dat lekker wegdoezelen er dus nauwelijks bij is, want je hebt het wel over vele duizenden larven die gestaag uit de boom neerdalen. Het leidt er wel toe dat het bij ons voor vogels tafeltje-dek-je is; vooral mezen vliegen af en aan. Al die larven verpoppen op en in de bodem en inmiddels is daar de nieuwe generatie kevers uit tevoorschijn gekomen die zich voor de winter aan het volvreten is. Per blad zijn het er soms wel 5-7 en dus kunnen we het volgende jaar weer heel wat beestjes (en gekriebel) verwachten. Onze Zwarte els heeft tot op heden alle aanvallen nog steeds doorstaan.

Waarnemingen

Naar aanleiding van de melding van de rups van de Ligusterpijlstaart door Alena Santinge meldde mevrouw Kamminga (Grietje heet ze) uit Roden dat ze een olifantsrups bij haar op een tuinfuchsia had gezien. Ik ben even bij haar langsgegaan om de bijpassende vlinder te laten zien. Dat is ook een vlinder die tot de pijlstaarten behoort en wel Groot avondrood. De rupsen daarvan kunnen wel 10 cm lang worden en dus vallen ze op. Mevrouw vertelde dat de rups alleen ‘s avonds tevoorschijn kwam en ‘s morgens weer wegkroop. Vanwege vijanden kun je maar beter niet opvallen! In haar woning aan het Weth. Deodatusplantsoen zag ik twee gitaren staan. Desgevraagd vertelde ze me nog actief te spelen in het Drents Mandoline Orkest De Minstreels. Ook liet ze me een foto uit 1944 zien (toen was ze een mooi jong grietje van 16) waarop ze met gitaar staat afgebeeld. Inmiddels is ze dus al 70 jaar ‘in de muziek’. Niet aldoor bij hetzelfde orkest, dat zou een platina jubileum zijn. Dit gaat misschien minder over natuurzaken, maar wel het vermelden waard vind ik. Het hoeft hier immers niet alleen maar over natuur te gaan.

Mevrouw Hut belde om door te geven dat bij hen aan de Poolswijk (Nieuw-Roden) in ieder geval 3 jonge Kerkuilen in een schuur zaten. Ik heb haar doorverwezen naar uilenman Koen Vogt en hij is er met zijn kompaan Wiebe van Wijk wezen kijken. Toen bleek dat er sprake was van maar liefst 7 jonge vogels. Ze waren nog te jong om al te ringen, dus dat gebeurt later. Koen vertelde me dat het een uitstekend muizenjaar is en dus ook een goed Kerkuilenjaar; dat gaat samen.

Marieke den Hollander woont aan de Statenlaan in Roden en vermoedde dat ze achter haar huis bijtjes onder de pannen had, maar wist het niet zeker. Het bleken echter wespen te zijn. Nuttige opruimers in de natuur zijn het, maar in deze tijd kunnen ze vervelend zijn. Dat is dan wel bij warm weer en dat lijkt (voorlopig?) voorbij te zijn.

De heer Koning wilde graag weten welk dier bij zijn te koop staande (woon)boerderij aan de Esweg tussen Nieuw-Roden en Roderesch enig graafwerk verrichtte. Ons vermoeden is dat het een Bunzing is die op mollenjacht was. Een Steenmarter is niet uit te sluiten, maar achten we minder waarschijnlijk. We gaan het nog eens nader onderzoeken.

UIT DE KRANT