Maria’s Mooie Mensen

maria's mooie mensen

Toen ik klein was, was ik enorm bang voor spinnen. Jarenlang durfde ik absoluut niet in de buurt van deze beestjes te komen. Eronder door lopen was een ‘no go’, aanraken: nooit. Zelfs het opzuigen van deze beestjes toen ik eenmaal op mezelf woonde, was een dingetje. Meestal had ik vooraf eerst een mentale peptalk van mijn moeder nodig voor ik het aandurfde de stofzuiger te pakken. Inmiddels red ik me aardig. Nog altijd roep ik liever manlief om de beestjes weg te halen, maar zo leer ik mijn dochters: spinnen hebben ook nut. Met het idee dat spinnen onder andere muggen opeten, laten we regelmatig een spin zitten in huis. Zo hadden we wekenlang ‘Henk’ de wc-spin die naar ons idee heel wat muggen weg at. Toen hij besloot af te dalen van het plafond richting een plekje naast de wc-bril heb ik hem toch maar meegenomen in een rondje stofzuigen. Oudste dochterlief was zowaar verontwaardigd. Waar ik de spinnen tegenwoordig goed tolereer, heb ik wel weer andere afwijkingen ontwikkeld. Wespen: ik ben er panisch voor. Ook ik weet; blijf rustig, ga niet wild zwaaien of gek doen en de wesp taait wel weer af. Desondanks kan ik de beestjes niet in mijn buurt zien. Ik wapper met handen, begin te wiebelen en rondjes te lopen. Het duurt maar even of ik verdwijn naar binnen, veilig achter hor of glas. Elk jaar weer, zie ik met frisse tegenzin de wespentijd tegemoet. Thuis liggen standaard koffie, kruidnagel en citroenen klaar om de beestjes ver uit mijn buurt te houden. Het beste effect bereiken we met wierrook en ik doe er dan ook niet moeilijk over om een stuk of zes stokjes door de tuin heen te verspreiden en aan te steken. Maandenlang gaat parfum in de ban en het wasverzachterverbruik naar standje nihil. Zelfs haarlak is uit den boze in deze tijd van het jaar, want stel dat een wesp op dit geurtje afkomt en in mijn krullen verstrikt raakt. Buiten eten of drinken is niet aan de orde als deze beestjes rondvliegen. Ranja gaat in de ban, zoete snoepjes mogen alleen gegeten worden als daarna de handen goed – heel goed- gewassen worden. Ik besef me heel goed dat ik mijn kinderen verpest. Oudste dochterlief verkondigt overigens naast haar panische moeder dat zij hélemaal niet bang is en gewoon rustig blijft. ‘Heel goed, schatje’, zeg ik haar dan terwijl bij mij het zweet over de rug loopt en ik rustig aan naar binnen verkas. Maar mijn jongste dames – die overigens al bij een muggenbeet mega-bulten ontwikkelen dus bewaar me als daar een wesp in prikt – neigen ook al naar standje panisch bij het zien van de geel-zwarte beestjes. Ik smeer hun en mezelf gerust in met een kruidnagelcrèmepje om in elk geval de illusie te hebben dat we de beestjes uit de buurt houden. Mocht iemand dus denken: wat ruikt hier zo vreemd; dat zijn wij dus. Nu oktober in zicht komt, durf ik rustig weer adem te halen. Ik ben aan het overwegen om weer eens geurtje op te doen. Een ander dan mijn kruidnagel-citroen mengsel welteverstaan.

UIT DE KRANT