Maria’s Mooie Mensen 290

maria's mooie mensen
Toen ik nog jonger was, had ik vaak vrij weinig moeite met opstaan. Inmiddels is dat een eigenschap die ver naar de achtergrond is verdwenen. En waar ik destijds trouw mijn eigen moeder wakker maakte – die vervolgens elke ochtend liet weten dat ze niet ging opstaan: ‘bel je vader maar, ik kom echt niet vandaag’ -, zijn mijn dochters nog maar twee en vier jaar oud en hoef ik nog niet te verwachten dat zij me wekken. Net als bij mij en manlief is het bed voor deze dames zo in de ochtend ook altijd te lekker. Snoozen deed ik eerder nooit, maar inmiddels drukken we zo’n vier tot zes keer die wekker opnieuw in, totdat de irritante piep dan toch zijn werk doet en de slaap echt verdreven heeft. Helaas is daarmee de grootste horde nog niet genomen, want onze opstaanproblemen draaien echt niet alleen om het moeilijk wakker worden, maar hebben misschien nog wel meer te maken met dat heerlijk warme bed. Voorzichtig pols ik vaak een teen buiten het dekbed om negen van de tien keer te constateren dat het toch echt niet aangenaam is om onder die dekens weg te stappen. Ook manlief doet er vaak nog een schepje bovenop met ‘het is zo koud’. Om mezelf over te halen, pak ik dan vaak maar mijn telefoon en start de buienradar op; immer in de hoop om daar te zien hoe de zon die dag ons zomerse warmte zal brengen wat zelden waargemaakt wordt. Al met al liggen we dan nog altijd in bed. De gedachte aan school en de juf uit te moeten leggen dat mijn kind laat is, omdat ik als moeder simpelweg niet uit bed wilde komen, helpt me wel dat laatste zetje te geven en dan toch het bed te verlaten. In het weekend speelt hetzelfde euvel met als enig verschil dat er dan geen wekker is die om kwart voor zes irritant gaat piepen. Meestal worden we dan rond acht uur wel gewekt door één van de meisjes die de slaap uit heeft en ons probeert te verleiden de warmte achter ons te laten. Een absolute mannentaak is het als je het mij vraagt: de kinderen in het weekend uit bed halen. Manlief vervult deze met verve – en gezonde tegenzin – en weet binnen een minuut de kinderen uit bed te trekken, op ons bed te dumpen en zelf weer onder die warme dekens te kruipen. En zo gedijen we heerlijk elke ochtend in de warmte van ons veel te lekker liggende bed. Die maandag volgt onvermijdelijk als spelbreker en wekt ons vroeger dan ooit. Manlief bijt dan eens per week op zijn tanden en staat als eerste op. Om niemand anders te wekken, blijft hij van de snooze-knop af en staat in één keer op – ongekend. Slechts driekwartier later is het aan mij, om ook even voor half zes die prestatie te evenaren, zodat er genoeg ruimte is mijn column te typen en de kinderen op school te krijgen. Idealiter is deze column dan om zes uur al klaar. Dat het nu al tien minuten later is, ligt in elk geval niet aan het tempo van mijn typen. Verder doe ik er maar het zwijgen toe, maar man, wat is het weer koud vandaag.

UIT DE KRANT