Maria’s Mooie Mensen 338

maria's mooie mensen

Mijn oudste dochter heeft een fantastisch leuk vriendinnetje. Ze komt, belt aan, de deur zwaait open en we zien het grut nooit weer. In weer en wind spelen ze buiten of ze vertrekken naar boven waar alle poppen naar school worden gebracht of het ziekenhuis weer geopend wordt. Ze vinden elkaar in een fantasiespel van zieke kinderen, gebroken benen of andere afwijkingen en rijden elkaar rond in poppenwagens of met zelfbedachte ambulances. Of ze nou één, twee of drie uur moeten spelen, je hoort ze niet, ziet ze niet en ze vermaken zich altijd weer. Wonderbaarlijk genoeg is dit vriendinnetje een stuk ouder dan mijn dochter. Sterker nog, inmiddels is ze precies twee keer ze oud als mijn meisje. Is het dat zij kinderachtig is? Absoluut niet. Is mijn dochter ouwelijk? Niet bepaald. Maar de dames hebben een klik, ze hebben wat voor elkaar over en ze hebben het simpelweg hartstikke gezellig. Ze zijn niet jaloers, zijn niet bezig met onderlinge verhoudingen en doen niet aan wedstrijdjes. Haar vriendinnetje verstaat de kunst van een de ander ook eens de winst gunnen, waar mijn dochter – inmiddels moet ik erbij zeggen, want dat was de eerste keer wel lastig – ook begrijpt dat als ze met andere vriendinnetjes speelt er even geen ruimte voor haar is. En een vriendschap als deze kan prima wat lijden. Zien ze elkaar een weekje niet dan is er geen man overboord, want zodra ze weer verder kunnen, pakken ze de draad van hun spel weer op en keuvelen ze rustig en gezellig verder. Ik vind het prachtig voor mijn dochter hoe ze wordt uitgedaagd, meer dan ooit inmiddels buiten speelt en zich even groter voelt dan ze is. Ze leert nu slootje springen – met wisselend succes getuige de natte sokken – en klimt opeens in bomen – met even wisselend succes maar ze komt er toch weer uit. Ook de kunst van het vies worden, verstaat ze nu beter; gelukkig heb ik van haar vriendinnetje’s moeder geleerd wat de waarde van oude broeken en overalls is. Maar het mooiste is dat deze vriendschap ontzettend ontspannen is. Ik hoor ze nooit kibbelen of kattig zijn of elkaar naar beneden halen. Het is gewoon goed. Het vriendinnetje tikte afgelopen week de ‘magische’ leeftijd van tien jaar aan. En met weemoed zag ik dat gebeuren. Misschien wordt ze binnenkort te oud om nog met mijn vijfjarige – en twee bijna driejarigen meestal nog in hun kielzog – om te tutten en dat snap ik. Ooit komt de tijd dat nagels lakken en make-up uitproberen wellicht leuker is dan lummelen of verstoppertje spelen. Maar ik hoop van harte dat ze ergens niet vergeet hoe heerlijk het is gewoon lekker te spelen, lol te hebben met elkaar, te rennen, te klimmen én vies te worden – want dat kan ze.

UIT DE KRANT