Maria’s Mooie Mensen 348

maria's mooie mensen

Van nature ben ik een goede slaper. Zo eentje van het type ‘coma-slaper’. Als ik weg ben, dan ben ik ook echt ver weg en moet je van goeden huize komen om mij uit mijn slaap te krijgen. Eerder stond ik zelfs bekend als iemand die je never nooit wakker kreeg ’s nachts. Grootse branden op een steenworp afstand toen ik nog in de stad woonde en een compleet hotel wat op stelten stond toen ik als zestienjarige in Lloret de Mar vakantie vierde, gingen volledig aan me voorbij. Ik zie mezelf nog de volgende ochtend ontwaken en verbaasd bekijken hoe de planten die ooit óm het zwembad heen stonden er allemaal in dreven en geen bedje meer op zijn plek stond. Sinds ik werk met keiharde deadlines en alle druk en stress die dat met zich meebrengt en ook nog eens kinderen kreeg, is het gedaan met de coma in de nacht. Het ontgaat me nog maar zelden dat er een kind ontwaakt, er is geen deur die ’s nachts open kan gaan zonder dat ik rechtop in bed zit. Toen onze jongste dames zich erg regelmatig ’s nachts meldden gebeurde het zelfs vaak dat ik wakker dacht te worden van gehuil wat er helemaal niet was. Meestal is het dan weer omdraaien en doorslapen; een devies wat ik de kleinsten ook al sinds ze kunnen praten in peper. ‘Als je wakker wordt, dan ga je: verder slapen’. Maar net als zij kan ik me hier niet altijd aan houden. En voor je het weet, begin je te draaien, nog een keer te draaien en probeer je maar eens op je rug te slapen. Geen succes, dus ook dan maar weer draaien en draaien. Het gaat helemaal fout als je dan een blik op de wekker gaat werpen en begint te rekenen hoeveel slaap er misschien nog haalbaar is. Langzaamaan trekt de dag die voor je ligt al even aan je voorbij en je bedenkt je dat het lastig wordt alles te bezetten zonder die broodnodige slaap. Op zulke momenten meen ik ook altijd rare geluiden om het huis heen te horen en juist dan ook, moet ik me afvragen of de deur wel goed slot zit, de zijdeur wel dicht is en de kat wel binnen. Of de kat dan ook genoeg eten heeft, lijkt dan ook opeens relevant en ik ben zelfs wel eens uit bed gekacheld om te kijken of de vaatwasser wel goed gedraaid had. En waar het afgaan van de wekker om kwart over vijf meestal geen fijn vooruitzicht is, is het nu een ware verlossing die 5.15 uur in beeld te zien. Het begin van deze dag zal me vast nog wel lukken, maar rond een uur of drie komt die man met de hamer onherroepelijk langs. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik de kinderen schijnheilig voor de tv zet en zelf de ogen amper, of misschien wel even niet, open kan houden bij Peppa Big.

UIT DE KRANT