Maria’s Mooie Mensen 450

maria's mooie mensen

Manlief en ik hadden weer eens een mooi plan. Nou zijn wij nogal makkelijk als het daarom gaat. Het gaat meestal zo: manlief oppert terloops wat mogelijkheden, ik zeg altijd eerst ‘nee’ om er vervolgens juist het hardste warm voor te lopen. Dan komen we onherroepelijk op dat punt dat ik vraag of het haalbaar is en manlief altijd zegt: ‘waarom niet?’. En zo komen wij die redelijk georganiseerd en gestructureerd bestaan toch altijd weer tot gekke uitspattingen. We trouwden ooit in Las Vegas, kochten een huis wat we compleet verbouwden en legden vorig jaar een halve kinderboerderij in de tuin aan – inclusief zelf uitgebroede eendjes en een konijn wat al heel snel zwanger bleek. Waarom ook niet? Dit jaar lijkt onze tuin helemaal op orde en juist dat doet het dan weer kriebelen. Manlief gooide een balletje op over een zwembad, ik zei uiteraard eerst ‘nee’. Maar goed: hoe leuk zou het niet zijn voor de kinderen, hoe lekker is het niet om de hele dag te poedelen als het eindelijk mooi weer is en hoe tof is dat niet om in je eigen zwembad te dobberen? Het opblaaszwembad is elk jaar groot favoriet bij ons en wordt zodra het weer toelaat opgezet. Een vast bad scheelt mij elke keer weer vullen en leeggooien, want denk maar niet dat die dames er nog in willen liggen als het halve grasveld erin dobbert. Vorig jaar hadden we een extra uitdaging, want onze hond bleek ook groot liefhebber van het bad, maar hielp met zijn scherpe puppytandjes menig bad om zeep. Evenals de krokodil, het bootje, alle zwembanden en de opblaasbare ballen die ons huishouden graag mee het bad in neemt. Een vast bad dus, dat moest het worden en manlief zei uiteraard op de vraag of het haalbaar zou zijn: ‘waarom niet?’. Nou slapen wij niet op een pot met goud dus het budget moest strak in de gaten gehouden worden. Geen probleem, want wij zijn graag bezig en met de ‘wij doen het wel even’-houding komen we een heel eind. Manlief regelde grof geschut: hij zat zelf een hele dag op een kraantje en plantte mij achter een zogeheten rupsdumper. Voor de leken onder ons: een soort van uit de kluiten gewassen gemotoriseerde kruiwagen met wie ik écht wel even vrienden moest worden om hem te waarderen. We groeven dat het een lieve lust was. ‘So far so good’, maar toen kwam de regen. Al op dat kraantje en die mega-kruiwagen pakten we bui na bui mee en zo ging het alle dagen daarna door. Er ontstond al een mooi zwembad in onze put, maar niet zo één als wij voor ogen hadden. Zo ging het niet lukken om de volgende stap, het leggen van grindtegels als stabiele basis, te voltooien. Na drie weken met lede ogen aanzien hoe de put vol bleef lopen, gooiden we onze plannen over een andere boeg. We bikkelden achter een betonmolen wat zo zwaar tegenviel dat hulptroepen de klus voor ons afmaakten. Manlief verzwikte zijn enkel hierbij ook nog eens, dus inmiddels liggen de werkzaamheden stil. Het doel was ooit met Pinksteren in het bad te dobberen. In plaats daarvan zat hij met zijn voet omhoog en zat ik het beton uitgehard te kijken.

UIT DE KRANT

Lees ook