Maria’s Mooie Mensen 534

maria's mooie mensen

De dames zijn bij tijden in alles kleine kopietjes van manlief en mij. Regelmatig horen we uitspraken van onszelf letterlijk terug en dat varieert van ‘wat denk je zelf?’ tot het ‘die is lelijk’-commentaar wat ik altijd graag bij het tv-kijken mag delen met mijn gezelschap. Ook mooi te horen dat de ‘we lossen het op’-mentaliteit die ik meestal hanteer, ook feilloos overgenomen wordt. Met drie dames waaronder een eeneiige tweeling, heb je nou eenmaal regelmatig strijd in huis en daarvoor is maar één remedie: oplossen. Maar ook als ze tegen moeilijkheden op school aanlopen: aanpakken dat probleem. Afgelopen week nog deed één van beiden haar beklag; het boterde even moeizaam met een vriendinnetje en dus zei mijn dochter: ‘we lossen het op’, maar daar wilde het andere meisje niets van weten. Ik moest stiekem wel even lachen om deze veel door mij gebezigde uitdrukking zo letterlijk terug te horen, maar gaf haar ook mee dat voor een oplossing soms wel de inzet van twee partijen nodig is. De duidelijk merkbare frustratie die ze hierna voelde, komt me ook wel wat bekend voor. Onze meisjes zijn vaak een goede spiegel voor mijn eigen humeur. Als ik niet te spreken ben, reken maar dat ik dan van hun ook chagrijn terug krijgt. En: hoe drukker ik word, hoe lastiger de dames kunnen zijn. Ongetwijfeld heel herkenbaar voor andere thuiswerkende ouders: moet je écht even een belletje doen, dan is dat het moment dat zij uitgebreid ruzie gaan maken of tot tien keer je nodig hebben om opeens de billen af te vegen, sokken aan te trekken of drinken in te tappen. Ik heb ons jongste duo wel eens zonder pardon buiten gezet met de deur dicht toen ze tot vijf keer toe ruzie naast mijn online meeting zaten te maken, terwijl we duidelijk besproken hadden dat ik een half uurtje van rust nodig had om mijn werk af te ronden. In mijn drukste weken kan ik niet zonder mijn agenda. Zonder vastleggen van en de nodige alarmbellen voor afspraken, kan het maar zo zijn dat ik ergens onderuit ga. Vooral na twee uur als de werkdag eventueel thuis vervolgd moet worden, maar er zoveel afleiding om me heen is. Het woord afspraak valt dan regelmatig alleen al als het spul naar school gebracht moet worden en ik op hete kolen zit, want: er wacht een afspraak. Wonderlijk genoeg nemen ze ook dit feilloos over. Speeldates worden inmiddels tot ver in het voren gepland, alsof ook zij over een volle agenda beschikken. Vorige week nog hoorde ik één van de dames haar planning opsommen alvorens zij een ‘afspraak’ met haar buurjongetje inplanden. ‘Even denken: morgen zou ik al met een vriendinnetje spelen, de dag daarna ga ik naar opa en oma en de dag dáárna moet ik sporten. In het weekend heb ik geen zin en ik heb die maandag al afgesproken, dus zullen we op dinsdag volgende week spelen?’ Het jongetje, vijf jaar overigens, was blij te gaan spelen. ‘Ja!’, riep hij. Tot hij zich realiseerde dat het nog even ging duren. ‘Dus niet nu?’ ‘Eh, ik heb net met mijn moeder afgesproken een spelletje te doen. Zij heeft nu niks in haar agenda.’

UIT DE KRANT

Lees ook