Maria’s Mooie Mensen 542

maria's mooie mensen

Omdat ik precies op deze dag er weer een jaartje bij mag tellen, was het niet lang zoeken naar een onderwerp voor deze column. Bovendien is er iets vreemds met deze verjaardag: ik heb me er niet uitvoerig op verheugd. In mijn geval is dat op zijn zachtst gezegd uitzonderlijk te noemen. Mijn vader verzucht het nog bijna elk jaar: Maria kan nog echt jarig zijn. En inderdaad; het voelt wat kinderachtig, maar ik ben van het soort dat die laatste maand altijd trouw aftelt. Ik kan het niet nalaten dan regelmatig te melden dat dé dag eraan komt en spui zo her en der wat opties voor manlief. Ik ben zelfs zo’n type die elk jaar een nieuwe outfit aantrekt op dé dag. Net als vroeger zou ik bijna even op tafel gaan staan om deze te showen. Dit jaar is er weinig van dat alles. Te druk en te afgeleid om me met mijn eigen verjaren bezig te houden. Manlief schrok zich afgelopen week dan ook te pletter en moest allerijl dit weekend met de jongedames op pad om te zorgen dat zij toch een cadeautje te geven hebben. Terug naar vroeger. Dat ik zo intens van mijn verjaardag geniet heeft ongetwijfeld een goede basis in mijn jeugd. Omdat mijn broer en ik slechts één dag na elkaar jarig zijn – hij op de 20e, ik op de 21e-, was het voor mijn ouders altijd aanpoten om ieder toch zijn eigen dag te gunnen. Zo werden ’s avonds als wij sliepen trouw de slingers verwisseld om mij ook dat gevoel van een eigen feest te geven. Dit schijnt ook iets te zijn wat ik jaren geëist heb. Nou weet ik daar niks van, maar ik kan me nog wel herinneren wat een hartgrondige hekel ik had aan mensen die alleen de eerste verjaardag – dus die van mijn broer - kwamen opdagen. Of de dooddoeners die me dan op mijn eigen dag om de oren vlogen als ‘daar zijn we wéér’, ‘lang niet gezien’ en ‘smaakt het gebak net zo lekker als gisteren?’. Mijn dag was echt míjn dag en daar ben ik dus nu jaren later niet vanaf gestapt. Net als toen ik acht was en er naar uitkeek dat negen werd, heb ik er nu ook geen moeite met de overgang van 38 naar 39. Tot nu toe heeft elk jaar wel weer wat bijzonders in petto en je kunt maar beter blij zijn dat je weer een jaar hebt mee mogen maken. De planner in mijn heeft nog verrassend weinig plannen voor dit laatste levensjaar als dertiger. Eén ding heb ik me nu wel voorgenomen: de komende verjaardag wordt wél weer die maand van tevoren alvast aangekondigd. Volgende keer wil ik wel weer gespannen aftellen en me verheugen op het uitpakken van de cadeautjes. De voorpret blijkt toch een groot deel van het plezier. Wat wel bleek: het gebak smaakt er niks minder om.

UIT DE KRANT