Maria’s Mooie Mensen 550

maria's mooie mensen

Dit is vast herkenbaar voor elke ouder: het raadselachtig verdwijnen van allerhande zaken die mee naar school gaan. Die luizenzak blijkt een vergaarbak voor losse handschoenen en haarbanden. Als juf het tijd vindt het vak van de tafel weer eens op te ruimen, komen er opeens oude traktaties en verloren gewaande broodbakjes tevoorschijn. Op gymdag is het altijd raak. Meestal nog binnen het half uur nadat de school uitgaat, gaat de groepsapp van de jongste twee dames alweer: moeders die thuis de gymtas uitpakken en ontdekken dat er weer een sok, onderbroek of gymshirt mist. Of moeders die ontdekken dat hun kinderen een compleet verkeerde gymtas mee heeft. Oudste dochterlief komt meestal wel met alles thuis, maar komt juist weer zelden mét gymkleren bij de sporthal aan. Op de één of andere manier valt het haar ook nooit op dat iedereen met een tas loopt en zij niet. De gymleraar kneep uiteindelijk maar geregeld een oogje toe en liet haar in d’r ondergoed meedoen, anders zou ze nooit weer een gymles kunnen bijwonen. Klasgenoten zijn na een aantal jaren gewend aan haar manco en sindsdien ze haar trouw herinneren aan de gymtas, heeft ze dit jaar gewoon in kleren kunnen gymmen. De jongste dames komen geregeld zonder spullen uit school. Ze rennen als één van de eersten de school uit en zijn altijd maar wat trots op deze prestatie tot ik constateer dat a. de gymtas, b. de gewone tas of c. allebei ontbreken en ze weer terug naar binnen kunnen. Het is dus zaak voor mij ook immer scherp te blijven aan dat schoolplein, want het zou niet de eerste keer zijn dat ik de volgende ochtend de broodbakjes in wil pakken en het hele spul nog op school ligt te schimmelen. Vorige week had ik echter een serieuze hoofdpijn, eentje die dichtbij echte migraine komt. Qua scherpte was het dus wat minder gesteld. Geen nood; ik wist zeker dat ik de nodige checks had gedaan en alles in de auto had gezwierd. Eenmaal thuis echter, ontbrak die ene knaloranje gymtas. Die ene die je echt niet over het hoofd ziet. Ik zocht en zocht en het ding kwam niet boven water. Inmiddels in pyjama en badjas trok ik de hele auto over de kop. De buurman groette ik onderwijl alsof ik altijd zo buiten rondliep en het heel normaal is dat ik enigszins verbeten de auto uitkamde. Ook de kinderen hielden vol dat de tas meegekomen was. De hoofdpijn wilde niet van wijken weten en de herinnering aan de middag bleef wazig. Ik appte zelfs nog een aantal moeders: wisten zij nog of ik die feloranje tas in mijn handen had? Het raadsel werd niet opgehelderd en ik droomde die nacht eerst onrustig hoe ik de tas naast me neerlegde aan het schoolplein en hij daar tussen de struiken achterbleef en vervolgens dat ik de tas uit de auto liet vallen en er zelf nog eens overheen reed. De volgende ochtend klampte ik in volle overtuiging de conciërge aan: die moest de tas toch gevonden hebben? Nee dus. De wanhoop nabij trokken we hem toch uit de luizenzak. Ergens denken we allemaal nog steeds dat hij daar zelf weer ingekropen is. We wisten het écht zeker dat we hem gezien hadden na school.

UIT DE KRANT