‘Mensen die van ver komen maken er een weekendje uit van’

|||
||| Foto: |||
actueel

NORG – Onlangs had ze de Meilandjes nog over de vloer. Maxime en Montana Meiland maken een programma waarin ze kinderkamers inrichten en raakten daarvoor verzeild bij de Poppendokter in Norg. De opnames voor Petit Chateau werden er gedraaid en Poppenstijn werd nationaal nieuws. Stinet Luth (73) blijft er nuchter onder. Ze is er een gewend dat ze telefoontjes uit heel Nederland krijgt. Mensen die vanuit Brabant met de poppenverzameling van overgrootmoeder in de kofferbak naar Norg rijden zodat ze toch een goeie bestemming krijgen. Of een mevrouw uit Tilburg van wie het hoofd van haar antieke pop in gruzelementen ligt. Stinet herstelt poppen in ere. Van een nieuw elastiek tot een pop die in vijftig stukken ligt.

Uniek in heel Nederland: de Poppendokter in Norg




Het winkeltje op de hoek van de Asserstraat in Norg staat tjokvol poppen. Honderden. Als je de kleintjes meetelt, misschien wel duizend. Ze is een fenomeen. Uniek in Nederland, van Poppenstijn is er geen tweede. Allemaal begonnen uit hobby. Haar liefde voor poppen was er al vroeg. Als kind was ze al gek op poppen, het verzamelen ervan begon toen ze een jaar of tweeëntwintig was. ‘Ik heb altijd bij het Roden Kruis gewerkt. Van mijn achttiende tot mijn achtenvijftigste. Ik weet nog goed toen ik in 1966 voor het eerst een antiekbeurs in Arnhem bezocht. Allemaal antieke poppen. Ik wist niet wat ik zag. Een pop kostte 240 gulden. Dat kon ik niet betalen, dat was het bedrag dat ik per maand verdiende. Ooit krijg ik ze, beloofde ik mezelf. Later, in een antiekwinkel in Arnhem, kocht ik mijn eerste pop voor 175 gulden. Ik mocht het in drie termijnen betalen. Later kwam ik erachter dat het lijf niet bij het hoofd hoorde. Ik had er veel te veel voor betaald.’


Op tafel staan en zitten een heleboel poppen. Ook een oude meisjespop op een standaard. Ze mist een vinger. ‘Die moet ik nog maken. Het is van een mevrouw uit Oude Pekela. Een pop uit 1920. Die zag er niet uit toen het binnenkwam. De ogen zaten los, het gezicht was vies, er misten stukken haar. Ik heb hem eerst helemaal schoongemaakt en er een nieuwe jurk bij gezocht. Van een andere oude pop, die niet meer te herstellen was, heb ik het haar afgehaald. Dat was best een triest verhaal trouwens. Een pop uit 1890. Die werd bij me gebracht door een vrouw. Het was de pop van haar moeder. Haar kleindochter was zó boos, dat ze hem stukgeslagen heeft. Het porseleinen hoofdje lag in misschien wel tachtig stukken. Ik kon er niets meer mee. Een porseleinen hoofdje staat onder spanning als het nog heel is. Als het kapot is, is die spanning weg en krijg je het nooit meer goed aan elkaar. Dat blijf je altijd zien. Vreselijk voor die vrouw, ze was er kapot van. Het haar van de pop was nog prachtig. Dat heb ik gebruikt voor de restauratie van de andere pop.’ Vanuit iedere hoek in Nederland komen poppenliefhebbers naar de poppendokter in Norg. Dan lachend: ‘Ik ben goed voor de klandizie in het dorp. Veel mensen die van ver komen maken er een weekendje uit van. Ze brengen  de pop op vrijdag en zondag probeer ik hem klaar te hebben. Dan boeken ze een paar nachten in een hotel of een bed & breakfast.’


Populair zijn de ‘wildebras poppen’, poppen uit de jaren vijftig met getuite rode lipjes. Ze zijn gemaakt van papier-maché, een soort laklaag maakt dat ze stevig worden. Wanneer de poppen niet goed gelukt zijn in het verfbad, werden ze zwart gemaakt, weet Stinet die ook een aardige verzameling zwarte wildebrassen met rode lippen heeft. Zeldzaam, en daarom gewild, zijn Käthe Kruse poppen, poppen die lijken op echte kinderen en volledig met de hand gemaakt. Ze stammen uit ongeveer 1915, weet Stinet. ‘Echt unieke levensechte poppen. Ze zijn bijna niet meer te krijgen.’ Alle poppen herstelt Stinet eigenhandig. Haar vriendinnen helpen haar met de kleding. ‘Ik heb één vriendin die naait, de ander haakt. Ze maken de mooiste kleertjes. Hilde Schoenmaker heeft me ook vaak geholpen, een naaldkunstenares. Om van te smullen, zulke mooie dingen maakte ze. Helaas is ze in 2019 overleden. Veel van mijn vriendinnen zijn gaan hemelen. Dat is het nadeel van ouder worden. Ineens vallen ze weg. Dat is niet leuk. Maar goed, ik ga gewoon door, ben er nog lang niet klaar mee.’ Rijen poppenkleertjes hangen op twee lange rekken in de winkel. Snoezige gehaakte jurkjes, broekpakjes, jurkjes met kanten kraagjes, exemplaren met geborduurde bloemetjes, je kunt het zo gek niet bedenken of Stinet heeft het. En allemaal met de hand gemaakt. ‘Ze worden ook veel verkocht voor Baby born poppen. Kratten vol kleertjes heb ik. Net als dozen vol poppenmutsjes. Mensen komen er echt voor. Die zijn op zoek naar iets unieks.’


Lezingen


Eenmaal in gesprek met Stinet Luth en je bent zo een paar uur verder. Een gesprek dat van poppen vloeiend overgaat in wereldreizen met lezingen als brug. Ze geeft namelijk ook lezingen over poppen. ‘Dat pakte zo goed uit, dat ik al snel benaderd werd door allerlei groepen. Van scholen tot vrouwenclubjes. Van het een kwam het ander. Ik reis ook veel. Ben wel in 55 landen geweest, waarvan de meeste buiten Europa. Ik maak foto’s, ben amateurfotograaf. Die foto’s verzamel ik in een boek. Over die reizen geef ik ook lezingen. Vorig jaar kon ik helaas niet weg. Maar ik zit echt op hete kolen. Zuid-Afrika is het doel, ik hoop dit jaar nog.’ Stinet haalt een stapel boeken uit de kast. De laatste reis ging naar Costa Rica. Een toekan met een kapotte snavel bracht haar daar. ‘Ik zat eens te kijken naar Animal Planet. Dat ging over een toekan, Grecia. Ze miste een deel van haar snavel door mishandeling. Er was een prothese voor haar gemaakt zodat ze toch weer normaal zou kunnen functioneren. Dat intrigeerde me. Ik wilde Grecia ontmoeten. Ze zat in een dierenopvang in Alajuela. Na wat Googelen zag ik dat ze zaten te springen om vrijwilligers. Daarop nam ik contact op met de opvang en vertelde dat ik daar een week wilde werken. Daar werd enthousiast op geregeerd.’ Stinet voegde daad bij woord en boekte een ticket naar de hoofdstad San José. Vanuit daar regelde ze alles zelf voor haar verblijf van drie weken. ‘De jungle heeft me altijd getrokken. Je moet van sober houden, niet van luxe. Dan kom je op de mooiste plekken. En je moet het zelf opzoeken, het komt je niet aanwapperen. Van tevoren heb ik uitgezocht wat ik wilde zien.’ Stinet ontmoette Grecia en vele andere exoten. Op verzoek maakte ze surrogaatmama’s voor luiaards en Kapucijnapen die door hun moeder verstoten zijn. Via de rits aan de achterkant werd warme rijst gestopt. Het werkte. Op foto’s laat Stinet zien dat de jongen aan de buik van hun ‘moeder’ hangen. Hoe mooi. Haar reis naar Costa Rica is vastgelegd in een adembenemend mooi boek. De telefoon gaat. Een man uit het zuiden van het land aan de lijn. Wanneer hij langs kan komen met de poppen van zijn overleden moeder. Ze verdienen een beter plekje dan de kelder. Stinet belooft hem terug te bellen voor een afspraak. Er liggen vanaf juli nog veertig reparaties op haar te wachten. ‘Snap je dat ik nog lang niet kan stoppen?’


|||
|||
|||

UIT DE KRANT