Modderpoten

Afbeelding
actueel

Als kind speelde ik vaak met mijn buurjongen in het veld. Onze straat lag destijds aan de rand van het dorp. We struinden door de moerassige weilanden. Als mijn vader hard op zijn vingers floot, dan wisten we dat we naar huis moesten komen om het eten. Thuis zei mijn moeder steevast… “Niet met die modderpoten de keuken in”. “Laarzen buiten uitrekken”.


Daar moest ik onlangs aan terugdenken. Met een ‘Hooglander boer’ bezocht ik de grote grazers in de kop van Drenthe. Het was een regenachtige dag en het had de afgelopen dagen ook al veel geregend. Het gebied was zompig; drassig, modderig en overal stonden plassen water. Via zandruggen en houtwallen liepen we naar de Schotse Hooglanders even verderop.


Het bleek een flinke kudde met meer dan veertig roodbruine runderen. Koeien, kalfjes, enkele ossen (gecastreerde stieren) en een stier. “Het zijn sterke maar gemoedelijke runderen” zegt de boer. Oorspronkelijk komen ze uit de Schotland. Daar wist dit sterke ‘oer’ ras in de hooglanden te overleven. Hier is het import vee zeg maar. Ze hebben een dikke vacht en kunnen, in tegenstelling tot onze Hollandse koeien, het hele jaar door buiten staan. Ze zijn zelfredzaam en hebben naar omstandigheden weinig zorg nodig. Daarom zijn ze zo geschikt om in onze natuurgebieden rond te lopen.


De runderen waren net gevoerd. “Dat bijvoeren is deze winter nodig” vertelde de boer want er is weinig te eten. Normaal gesproken bereiden de dieren zich goed voor op de schaarse wintermaanden. De hooglanders eten zich in de zomer en herfst vol om een vetlaag op te bouwen voor de winter. Door de droge zomer, afgelopen jaar, kreeg het gras op de voedselarme gronden niet de kans om op tijd weer aan te groeien.


Schotse Hooglanders zijn nogal ruige eters. Ze rukken met hun tong het hoge gras af om op te eten. Als dat gras op is, dan zoeken ze alternatieven zoals blaadjes aan de bomen en struiken. Met hun graaswerk houden ze het landschap open en gevarieerd. Er ontstaan allerlei plekken waar andere dieren en planten kunnen leven. “Zie je dat stukje ruigte daar?” ”Daar zitten vaak reeën en fazanten” zei de boer.


Hooglanders zijn imposante dieren met een schofthoogte rond de 120 cm. Ze kunnen tussen de 500 en 800 kg zwaar worden en wel 20 jaar oud. De hoorns van koeien zijn vaak wijd, naar boven gericht en die van stieren horizontaal naar voren. In Nederland zien we vooral roodbruine koeien maar oorspronkelijk waren de meeste hooglanders zwart. Omdat de Engelse koningin Victoria een voorkeur voor de rode vacht had, werd destijds vooral geselecteerd op de roodbruine koeien. Tegenwoordig zie je daarnaast steeds vaker blonde varianten.


Door zijn rustige karakter zijn hooglanders zeer geschikt om drukbezochte natuurgebieden te begrazen. Ondanks hun stoere uiterlijk zijn er nauwelijks gevallen bekend van agressief gedrag. Maar het blijven dieren dus blijf altijd op een afstand van zo’n 20 meter bij ze vandaan. Ga nooit tussen een moeder en kalf staan want dat is vragen om problemen.


Hooglanders hebben vrij korte, krachtige poten. Korter dan onze Hollandse koeien. “Zie je die waterplas daar?” “Daar zouden onze Hollandse koeien in vast komen te zitten” zegt de boer. “Een Schotse hooglander loopt er met gemak doorheen”. “Dat zie je vooral ’s zomers, want ook dan hebben ze een dikke vacht. Je ziet ze dan vaak in het water staan om af te koelen”. “Ze hebben een soort aangeboren modderpoten zeg maar” Toen moest ik weer aan mijn moeder denken….”Niet met die modderpoten de keuken in”. Maar daar heeft een hooglander geen last van.


Andre Brasse - Puur Natuur - januari 2023.

UIT DE KRANT

Lees ook