Nederland schreeuwt maar zou moeten schreeuwen om een dialoog

Gemeente Noordenveld

Raad van Noordenveld


Het was de week van ophef, protesten en gedoe. Waar Nederland steeds meer het land van de hardschreeuwers lijkt te worden, neemt de polarisatie ernstige vormen aan. Het contrast tussen landelijke politiek en de gemeente kan haast niet groter. Waar men in Den Haag elkaar het licht bijkans niet in de ogen lijkt te gunnen, probeert men op lokaal niveau juist tot elkaar te komen. Het is dan ook te hopen dat de polarisatie ooit doorsijpelt naar de gemeenten.


Johan Derksen wordt wederom afgeschilderd als racist en lijkt zijn opmerking ditmaal niet als ‘satire’ te kunnen wegzetten. Resultaat is dat de tv-persoonlijkheid straks wellicht van de buis wordt gehaald, al zal John de Mol zich nog wel twee keer bedenken. Derksen is een kijkcijferkanon en is bovendien één van de weinige BN’ers die nog echt zegt wat hij denkt. Ik vind hem een waardeloze analist en ben het heel vaak met hem oneens, maar ik mag de beste man graag horen praten. Toegeven aan schreeuwlelijken is onverstandig. Bovendien druipt de hypocrisie er bij hen van af. Zowel bij links als rechts.


Voorbeeldje. Toen het BLM-protest in Amsterdam gigantisch uit de klauwen liep, riep rechts dat het een klap in het gezicht is van de zorg. Was ik het op dat moment zeker mee eens. De betogingen in Den Haag van afgelopen weekend gaven echter aan dat rechts het nou ook weer niet zó nauw neemt met alle RIVM-richtlijnen en dat zij zelf de zorg ook best een pets in het gezicht willen geven, zolang het maar voor de goede zaak is. ‘De goede zaak’ is in dit geval het beëindigen van de lockdown. Ik weet niet hoe het met u zit, maar van een lockdown is volgens mij al een tijdje geen sprake meer. 


Een voorbeeldje van hypocrisie uit de linkerhoek, alwaar men zich regelmatig uitspreekt over rechten van de hele LHTBI- gemeenschap. Rob Jetten zette nog niet zo lang geleden een sterk filmpje online, waarin hij aangaf wat hij allemaal als homofiele politicus naar zijn hoofd geslingerd krijgt. Goed initiatief, laat maar eens weten wat er zoal voorbij komt. Maar toen Marokkaanse jongeren in Amsterdam homo’s bespuugde, zweeg men in alle toonaarden over het probleem. Het probleem zijnde dat vooral jonge Marokkanen bijna allemaal een probleem hebben met homo’s. Dat niet benoemen, is dus hypocriet.


Net zoals MOJO hypocriet is door Johan Dersken niet langer te willen steunen bij het Bluesfestival, terwijl MOJO zich nooit uitsprak tegen de vrouwonvriendelijke rapper Boef. Op GeenStijl staat een ijzersterk artikel over de tegenstrijdigheden bij MOJO, een bedrijf waar alleen blanken hoge functies bekleden. Zeer lezenswaardig en direct erg pijnlijk voor het bedrijf.


 De hypocrisie komt ieder jaar rond november tot een hoogtepunt. Dan zitten we namelijk tot onze nek in de Zwarte Pieten-discussie. Beide kanten roepen dat het een kinderfeest betreft. ‘Heeft niks met racisme te maken dus’, zegt men. Waarop de ander countert: ‘Het is een kinderfeest, hen maakt de kleur niets uit.’ Persoonlijk denk ik dat we er als Nederland niet aan ontkomen om de kleur van Zwarte Piet te veranderen. Nee, ik denk niet dat het iets met racisme te maken heeft, maar als er toch veel mensen zijn die er anders tegenaan kijken, moet je daarover nadenken. Voortschrijdend inzicht heet dat. Van mensen om me heen hoor ik dat zij het ‘zwichten’ vinden. ‘Dan gaan andere mensen onze cultuur bepalen zeker!’ Maar wie zijn die andere mensen? Mensen die doorgaans al hun hele leven in Nederland wonen, belasting betalen en de taal goed beheersen. Het is een traditie, dat klopt, maar waarom zouden we die niet een klein beetje aanpassen? Op de Faeröer Eilanden worden nog jaarlijks honderden walvissen geslacht, bij wijze van traditie. Daar weten ze ook niet beter, maar het is tegenover de buitenwacht niet meer te verkopen. Wij naderen dat punt met Zwarte Piet, al wil ik niet de suggestie wekken dat het qua gradatie even erg is. Beslist niet.


Wat er nodig is in deze tijd? De dialoog aangaan. Het heeft weinig zin om extreemlinks en extreemrechts aan één tafel te zetten. We hebben behoefte aan mensen die voor rede vatbaar zijn, die bereid zijn te leren van een ander en eventueel een mening durven bij te schaven. In dat opzicht zou eenieder een voorbeeld kunnen nemen aan Otto Huisman, oud-wethouder van deze gemeente en nu actief in Veenhuizen. Interviews met hem zijn altijd leuke gesprekken. Huisman is van GroenLinks (je kunt niet alles hebben), maar staat altijd open voor dialoog. Geen vastgeroeste mening, geen onverteerbare koppigheid: Huisman gaat de dialoog aan en doet dat met open vizier. Nederland zou wel wat meer Otto’s mogen hebben.


Meepraten? Twitter: @MathijsRenkema

UIT DE KRANT