Nepal, land van vrede en liefde

|
| Foto: |
Puur natuur

En dan is het ineens zover. We stappen het vliegtuig in richting Nepal. Vier maanden geleden besloot ik om met mijn zoon Stijn mee te gaan naar Mount Everest Base Camp. Vanaf dat moment werd het trainen in de sportschool, lichtgewicht outdoor materialen aanschaffen en films kijken over de Himalaya, top of the world.


Na een dag ‘stoffig’ Kathmandu vliegen we door naar Lukla, een van de gevaarlijkste vliegvelden ter wereld hoorde ik. Vanwege de draai tussen de bergen en de korte landingsbaan op 3000 meter hoogte. Op zich al een belevenis.


Vanaf Lukla begint de wandeltocht door adembenemende landschappen. Het eerste deel door onder andere Rododendron bossen. Volgens onze Nepalese gids een kleuren en geuren spektakel in het voorjaar. Nu zijn het groenbruine bossen in steile beekdalen met een bruisende rivier in de diepte. Zo hier en daar passeren we een bergdorpje, zoals Namche Bazar of Pengboche. En enkele stalen hangbruggen, kloosters en stupa’s (heilige met mantra’s beschreven gebedsplaatsen) vol kleurrijke, Nepalese gebedsvlaggen. Vanaf enkele stupa’s waakt het ‘oog van Boeddha’ over ons.


En dan loop je ineens boven de boomgrens in een open ‘toendra’ landschap met grassen struiken, rotsen en stenen die ooit vanuit de bergen naar beneden zijn gerold.


Met de gids praat ik onderweg over Nepal. Over de mensen, gewoonten en geloven. Hij komt uit de hoogste kaste in Nepal en is Boeddhist. Onlangs getrouwd met een Hindoestaanse uit een lagere kaste waardoor  hij automatisch in ‘rang’ daalt. Maar dat kan hem niets schelen. Het mooie van Nepal zegt hij, is dat vele culturen en geloven in vrede met elkaar samenleven. Al die geloven vieren allerlei festivals dus er is bijna altijd feest.


Tijdens onze reis was het bijvoorbeeld lichtfestival in Nepal. Vooral in en rond Kathmandu waren huizen en gebouwen uitbundig verlicht met lange strengen gekleurde ledlampjes. In de bergen merkte je er niet veel van. Daar liepen koeien en honden met bloemenkransen en rode stippen op het voorhoofd omdat er weer iets anders werd gevierd.


Nepal is een smeltkroes aan culturen dat zie je onder andere terug in de gezichten van de mensen. De een meer Indiaas, de ander meer Mongools / Tibetaans. Iedereen spreekt er Nepalees maar er worden wel 140 verschillende regionale talen/dialecten gesproken volgens onze gids.


We slapen onderweg in lodges. Eenvoudige hotels met kamertjes van ongeveer 4x3 meter met daarin twee of drie bedden. We eten meestal Nepalees, veelal vegetarisch. Vooral om gezondheidsredenen want je wilt onderweg niet aan de diarree raken. Hygiëne is in Nepal anders dan in Nederland. Dieren worden bijvoorbeeld op straat geslacht en vaak zonder koeling bewaard. Water drinken uit de kraan wordt zeer afgeraden. Daarom kopen we water in flessen of zuiveren zelf water uit bergbeken.


Toiletten zijn een verhaal apart. Vaak een gat in de vloer, soms een ‘Europees’ toilet. Toiletpapier mag je niet doorspoelen en moet in een emmer ernaast. Doorspoelen doe je met een blikje, dat in een ton water drijft. ‘s ochtends drijft er ijs op hoog  in de bergen.  Handen wassen kan lang niet overal. Soms staat er een jerrycan met water en een kraantje. Nepalezen verkwisten niets in de bergen. Daarom hangt het toilet vaak boven een groentetuin.


Onderweg passeren we regelmatig zwaarbepakte muilezels, ossen een Yaks. Maar ook zwaarbepakte ‘porters’. Nepalese mannen die zwaarbepakt, levensmiddelen en tassen van wandelaars vooruit brengen. Ze worden uitbetaald per kilo. Sommigen dragen wel honderd kilo met draagbanden ‘m hun hoofd. Ze lopen soms op teenslippers of gymschoenen de berg op.


Hoe hoger we komen hoe minder zuurstof in de lucht aanwezig is. Dat merk je goed. Ademhalen wordt steeds zwaarder. De laatste drie nachten heb ik vrijwel niet kunnen slapen omdat ik steeds moest bijademen. Je voelt je ook eerder moe. Drinken en eten tijdens het wandelen gaat niet. Daarvoor moet je even gaan zitten. Zodra je afdaalt is dat probleem voorbij.


En dan, na negen dagen (60 km) bergwandelen, sta je samen met je zoon op Mount Everest Base Camp. Wat een belevenis, wat een prachtige landschappen trokken aan ons voorbij. Wat een kleuren en geuren spektakel. Wat een mooie en lieve mensen wonen hier in de Nepalese bergen. Hier kom je tot rust. En dan begint de afdaling (60 km) terug naar Lukla. Voldaan vlieg je terug naar de ‘bewonder wereld’. ‘Nepal’ zei de gids, betekent’ N(ever) E(nd) P(eace) A(nd) L(ove)’ Daar sluit ik me bij aan.


|

UIT DE KRANT

Lees ook