Nieuwe directeur popelt om te beginnen bij De Winsinghhof

Afbeelding
actueel

‘Ik zou graag meer aandacht willen voor klassieke muziek in het programma’



RODEN – Het lijkt wellicht een bijzondere stap, van communicatie- en marketingspecialist bij het Noord Nederlands Orkest (NNO) naar directeur-programmeur bij theater De Winsinghhof. Toch is het voor Jacob Frölich een volkomen logische carrièremove. Vanaf 1 oktober volgt hij Natalie Straatman op als directeur bij het theater in Roden.


‘Voordat ik bij het NNO terechtkwam heb ik in verschillende schouwburgen gewerkt,’ vertelt Frölich. ‘Ik ben begonnen bij de afdeling marketing en publiciteit van De Harmonie in Leeuwarden en vanaf dat moment heeft het theater mijn hart gestolen.’ De kiem voor de theaterliefde werd echter al eerder gelegd, dankzij een vader die musicus was en ook recensies schreef voor de krant. ‘Hij nam mij als kleine jongen altijd mee naar voorstellingen. Mijn vader had een achtergrond in de klassieke muziek, maar wat hij deed was heel breed. Zo ging ik mee naar muziekvoorstellingen, maar ook naar openluchtspelen.’


Waar zijn vader, broer en zus instrumenten bespelen, doet Frölich dat zelf niet meer. Wel is hij gegrepen door de wereld eromheen en de magie van het theater. Tijdens zijn studie communicatie in Groningen probeerde hij dan ook altijd een bruggetje te slaan naar kunst en cultuur en zijn afstudeeropdracht deed hij bij een muziekschool. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Frölich na wat andere baantjes na zijn afstuderen bij De Harmonie terechtkwam. ‘Het theatergebouw spreekt tot de verbeelding. Overdag ging ik wel eens kijken bij de opbouw en de technici. Dan voelde je de spanning vooraf al in de zaal en ’s avonds in de voorstelling kwam dat helemaal tot leven,’ aldus Frölich.


Na De Harmonie ging hij aan de slag bij schouwburg De Lawei in Drachten, maar na acht jaar was het tijd voor iets anders. Hij werkte in schouwburgen in Arnhem en Zwolle, waarna hij toch weer terugverlangde naar het Noorden. ‘Ik had nog nooit bij een producerende partij gewerkt. Het leek mij interessant om bij een gezelschap mee te maken hoe een product van A-Z wordt ontwikkeld en in de markt wordt gezet. Zo kwam ik bij het NNO terecht.’


Bij het orkest werkte hij nauw samen met de artistiek leider. Daarbij ging het om vragen als waar behoefte aan is, hoe het huidige publiek kan worden behouden, hoe een nieuw publiek kan worden bereikt en hoe het orkest moest omgaan met een vergrijzende doelgroep. ‘Dat vond ik interessant. Door al die ervaringen in de culturele sector was mijn plaatje compleet,’ aldus Frölich. ‘Ik had een goed beeld gekregen van hoe de culturele sector in elkaar zat en dacht: als er nu eens een vacature komt als programmeur of directeur bij een kleine schouwburg, dan leek mij dat een fantastische baan. In Roden kan ik alle ervaring die ik in de vorige functies heb opgedaan volgens mij goed combineren.’


Frölich koos voor een kleine schouwburg, omdat hij houdt van persoonlijk contact en kleine teams. ‘Een platte organisatie vond ik te behappen en dat past bij mij.’ Daarnaast vindt hij het belangrijk om een band op te bouwen met het publiek en de omgeving. ‘Ik wil altijd bij voorstellingen zijn om een band te krijgen met de inwoners, burgemeester en gemeenteraad. Dat is anders bij een groot theater, waar het afzetgebied groter is, maar het is nu belangrijker dan ooit om die binding te hebben en na de coronapandemie te laten zien dat je er weer bent.’


Hoewel hij pas op 1 oktober begint met zijn nieuwe baan, heeft hij al contact gehad met zijn voorganger Natalie Straatman. ‘Natalie laat De Winsinghhof heel mooi achter. Er staat een mooi programma,’ volgens Frölich. ‘Zelf ben ik van de diversiteit en ik denk dat dat in de lijn van Natalie past. Zij wil ruimte bieden aan jonge makers, maar er is ook een mengeling met gevestigde namen. Dat vind ik goed.’ De nieuwe directeur wil dan ook eerst gewoon doorgaan op de ingeslagen weg en ervoor zorgen dat mensen weer naar het theater komen na de coronapandemie. Wel wil hij een persoonlijke tint toevoegen aan het programma: ‘Ik zou graag meer aandacht willen voor klassieke muziek in het programma. In het komende halfjaar komt alleen Floris Kortie naar Roden met zijn programma over Beethoven.’ Natuurlijk kan hij niet het hele NNO naar De Winsinghhof, maar Frölich denkt dat er wel andere mogelijkheden zijn om de inwoners van Roden te interesseren voor klassieke voorstellingen. ‘In coronatijd hebben we bijvoorbeeld één op één concerten georganiseerd met het NNO. Mensen betaalden tien euro per kaartje en zo hebben we twee- à driehonderd mensen weten te trekken. Ook hebben we een intieme voorstelling gemaakt van een eenakter van Tsjechov met bijpassende muziek. Daarmee traden we op voor veertig toeschouwers. Zoiets zo volgens mij ook goed passen in de Winsinghhof. Daar kun je een nieuw publiek mee aanboren, los van de kamermuziek.’


Voordat hij daarmee gaat experimenteren gaat Frölich echter eerst ontdekken wat wel en niet werkt in Roden. ‘Er staat nu een goed programma. Tot januari is alles klaar en daarna is 30 tot 40 procent al ingevuld. Dat geeft mij de ruimte om te kijken hoe het publiek reageert.’ Frölich is van plan zelf vaak aanwezig te zijn om de inwoners te leren kennen. Hij kijkt uit naar de voorstelling van Floris Kortie, maar ook naar jeugdvoorstellingen en het optreden van cabaretier Martijn Kardol. ‘Ik zit niet zo in de cabaretwereld, dus ik ben benieuwd naar de nieuwe generatie cabaretiers.’


De magie die hij bij andere theaters voelt, merkt hij ook op in De Winsinghhof. ‘Het is een supermooi theater. Alles staat er en het is ontzettend professioneel. Het voorhuis straalt gezelligheid uit.’ Kortom, Frölich kan alleen maar positief zijn over het theater in Roden. ‘Ik zie alles door een roze bril. Ik heb echt heel veel zin om daar te beginnen.’ Frölich heeft slechts één zorg, en dat is hoe de theaterwereld zal herstellen na de coronapandemie. ‘Schouwburgen gaan daar verschillend mee om. Het gaat nu heel goed met de maatregelen in De Winsinghhof, maar ik moet nog ondervinden hoe het straks gaat met bijvoorbeeld het corona-toegangsbewijs. Ook denk ik na over hoe we mensen weer enthousiast krijgen voor het theater en we ervoor kunnen zorgen dat mensen zich veilig voelen. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen weer naar het theater willen na corona, maar er zijn ook mensen die nog terughoudend zijn. Dit blijft een punt van aandacht.’

UIT DE KRANT