Nieuwe rubriek: Noordenvelders
Deel 1
Hans en Wilma van der Laan
In de rubriek ‘Noordenvelders’ drinkt De Krant iedere week een kop koffie een inwoner van deze gemeente. Soms een bekend iemand, soms iemand die simpelweg iets te vertellen heeft. In deel 1 is De Krant te gast bij Hans en Wilma van der Laan.
‘Chocolaatje?’,
vraagt de oud-burgemeester, terwijl hij zich naar voren buigt. Over
gastvrijheid geen gebrek op deze grauwe woensdagochtend. Het motregent buiten,
binnen wacht koffie. De Krant begint met een nieuwe rubriek, ‘Noordenvelders’
genaamd. Zo’n rubriek dien je goed af te trappen. Maar hoe begin je? De naam
van Hans van der Laan, burgemeester van Noordenveld tussen 2001 en 2015, viel
al gauw. En er valt wat te vertellen, want Hans staat voor een verhuizing. Samen
met Wilma vertrekken ze richting Groningen. Een appartement grenzend aan het
Noorderplantsoen. ‘Of we stadsmensen zijn, moet nog blijken’, geeft Wilma toe.
‘We huren het appartement van onze zoon, dus we zitten er niet direct aan
vast.’ De zoon van Hans en Wilma verhuist op zijn beurt naar Zuidwolde, alwaar
hij een oude boerderij opknapt. Het is in dat licht beschouwd een wonder dat De
Krant op zo’n korte termijn welkom was. ‘We zijn bijna dagelijks aan het
klussen. Vandaar dat ik vroeg of je een beetje op tijd kon komen’, licht Hans
toe.
Hans en Wilma groeiden op in Loppersum. Hans was er wethouder vanaf 1978,
alvorens in ’85 burgemeester van Dwingeloo te worden. Hans had op zich wel
terug gewild naar Loppersum, maar van Wilma hoefde dat niet zo nodig. Die ging
liever naar Australië, waar hun dochter een gezin heeft gesticht. ‘Half in
Australië wonen en half in Nederland; dat leek me wel wat’, zegt Wilma. ‘Hans
zei me dat ik mocht kiezen, totdat ik met dit idee op de proppen kwam. We gaan
binnenkort twee maanden heen, maar dat vindt Hans eigenlijk al veel.’ Hans
blijkt teveel gehecht aan wat hij noemt ‘een lullenpotje’. ‘Ik vind het leuk om
even met mensen te praten die je al een tijd niet gezien hebt. Het contact met
mensen is voor mij belangrijk. De buren van mijn dochter wonen op vijf
kilometer afstand. Veel contact heb je dan niet.’ Het leven in een dorp als
Roden, waar een goed gesprek om de hoek ligt, is voor Hans heel waardevol.
Wilma kan in dat opzicht beter alleen zijn. ‘Hans zegt wel eens dat ik ook
prima kluizenaar had kunnen zijn. Ik kan heel goed alleen zijn, dat klopt.
Mensen denken vaak dat ik degene ben die veel van feestjes houdt, terwijl Hans
hier meer mee heeft. Als we op een avond drie feestjes hadden staan, dan
bezocht Hans ze alle drie. Ik hield het op eentje.’
Wie met Hans babbelt kan maar beter enige affiniteit met voetbal hebben. Hij
kon zelf aardig ballen, speelde als technische ‘nummer tien’ nog in het eerste
van Appingedam (hoofdklasse) en speelt nog steeds in de zaal en op het veld. Al
snel gaat het over VV Roden, maar ook GOMOS, Peize en Veenhuizen worden
besproken. Hans was de oprichter van het burgemeesterselftal, al is het niveau
de laatste jaren zienderogen gedaald. ‘Eerst hadden we nog een drietal spelers
die hoofdklasse hebben gevoetbald, maar die tijd is geweest. Het niveau is
achteruit gegaan en de leeftijd omhoog.’ Toch blijft hij trouw aan het elftal.
En: het elftal haalde liefst zes ton op voor de Lepra Stichting. ‘Voetbal heeft
me veel gebracht’, reflecteert Hans. Hij haalt bijvoorbeeld zijn tijd aan als
burgemeester van Dwingeloo. ‘De eerste twee keer in de kleedkamer werd er wat
voorzichtig gedaan, maar later maakte het ze niet meer uit dat je de
burgemeester was. Dan kreeg je alles mee wat er in de gemeente speelde.’
Op 1 april moet het echtpaar Van der Laan uit hun woning zijn. Desondanks keren
ze Roden niet de rug toe. ‘Hans blijft hier voetballen. Mijn moeder en onze
zoon wonen hier ook nog. We zullen zeker nog geregeld in Roden zijn’, zegt
Wilma. De Rodermarktparade wil ze bijvoorbeeld niet missen. En Hans zal bij een
eventueel kampioenschap van VV Roden zeker een kijkje komen nemen. Tot aan de
verhuizing zal het een hectische periode worden in huize Van der Laan. Zo
zullen ze lang niet alle spullen mee kunnen nemen. ‘We zijn van een Volvo naar
een Volkswagen Polo gegaan en zo gaat het eigenlijk ook met het huis’, schetst
Hans. Het moet nog blijken of de twee zich tot stadsmensen ontpoppen, maar een
avontuur is het wel. Wilma: ‘Eigenlijk gaan we terug naar hoe we ooit begonnen.
Dat was ook een appartement, toen van maar dertig vierkante meter.’