ZOMERGASTEN 1

||
|| Foto: ||
actueel

Plaats: Camping Ot en Sien Roden

Datum: 2 juli

Tijd: 11:15 uur

RODEN – Omdat de komkommers inmiddels volop in de schappen liggen, de temperatuur stijgt naar ongekende hoogte én voor veel mensen de vakantie (bijna) begint, gaat De Krant op pad om campinggasten te bevragen. Wat maakt Noordenveld nu helemaal zo fantastisch om de spaarzame vrije dagen door te brengen?, willen we weten. De eerste serie Zomergasten start op de camping die aanvankelijk op slot zou, maar door een onverwachte wending tóch weer open is. De gemeente heeft de boel voor 10 jaar verhuurd aan Stichting Buitenrust, een recreatieclub waarvan sommige leden al sinds jaar en dag op de citycamping bivakkeren.

Evert Jan Reemst en zijn echtgenote Lidy uit Zwolle zijn al jaren vaste gast op Ot en Sien. Voor hen niets anders meer. Allemaal leuk en aardig hoor, hun appartementje met balkon in de Overijsselse hoofdstad, maar er gaat toch niets boven de rust en natuur in Roden. Bovendien zien ze zoon en schoondochter ook wat vaker. Zij wonen namelijk in Roden. Evert Jan kan er volop van genieten. Hoewel nog geen 65, werken hoeft –ie niet meer. “Al vier jaar niet meer. Wat een bofkont hè? Als ik wakker wordt, altijd voor acht uur, loop ik het allereerst naar de heg achter onze caravan. Kijk nou zelf, wát een uitzicht”, roept Evert Jan terwijl hij naar achtergelegen weilenden koekeloert. “Als ik geluk heb zie ik dartelende herten.” Een prettige bijkomstigheid van de camping noemt hij de aantrekkelijke prijs voor seizoengasten. “Laten we eerlijk zijn hè, we blijven Hollanders natuurlijk. Maar ook de ligging is fantastisch. Midden in de bossen en toch in het centrum. Hoe mooi wil je het hebben? De boodschappen doen we lopend. Alles voor de eerste levensbehoefte is hier te koop. En in twee stappen sta je middenin de natuur. Als je op tijd vertrekt voor een wandeling, kom je met een beetje geluk helemaal niemand tegen. Ach, het is natuurlijk een ouwelullencamping, maar die rust vinden wij wel lekker hoor”.

Helemaal achterop de lange, smalle camping ligt het domeintje van Trijn (80) en Johan Bos (83). Al vijfentwintig jaar zwerft het echtpaar uit Veendam rond in Noordenveld. Als een heuse nomadenstam trokken ze van camping naar camping. En net wanneer ze dachten hun vaste stekkie gevonden te hebben, trof hen keer op keer het zelfde lot: de camping werd verkocht of ging op slot. En even dreigde dat nu opnieuw te gebeuren. “Ik ben zo blij dat alle onrust weg is nu. Met een beetje geluk kan ik hier tot mijn ouwe dag blijven staan”, vertelt de krasse Johan terwijl hij de piepers schilt. Boerenkool schaft de pot. Vijfendertig graden of niet, een lekkere stamppot gaat er altijd in bij de Bosjes. Trijn heeft net een wasje gedraaid. De witte slips en bijpassende katoenen hemden wapperen op het wasrek. “We hebben alles hier”, zegt ze wijzend naar het groene schuurtje achter de caravan. “Een wasmachine, een centrifuge en een complete keuken. Dat moet ook wel hoor. We staan hier van april tot oktober. Het is echt ons tweede huisje zeggen we altijd. Ook al zijn we al in de tachtig, we zijn geen types om in een seniorenflat te kruipen. Wat we hier zo leuk vinden? Alles. Het geeft zo’n rustig gevoel. Tussen de bomen en toch middenin het dorp. Vroeger fietsten we veel, maar dat mag ik meer. Slechte knieën. Nu heb ik een scootmobiel. Makkelijk hoor. Gisteren zijn we nog even naar Tolbert geweest. Er was markt daar. Héél gezellig.” De familie Bos maar wat blij met het gunstige toekomstperspectief van de camping. Over de nieuwe beheerders van Ot en Sien, André Zuidema en zijn vrouw Jannie zijn ze heel best te spreken. “Ze organiseren van alles. Gisteravond zaten we nog gezellig met z’n allen rond een kampvuur.” Hoe toevallig komt Zuidema net langs wandelen. Kan –ie het compliment nog mooi even in de achterzak van z’n korte broek steken. “Het trekt weer helemaal aan hier”, weet Zuidema. “Door de onrust over de mogelijke sluiting zijn veel gasten vertrokken. Maar nu al zijn er zo’n 30 plekken voor het hele seizoen gevuld. ’t Is een prachtige camping. Moet je eens kijken hoe schoon het hier is”, roept Zuidema terwijl hij de deur van het sanitairgebouw openzwaait. “Modern is het niet. Maar dat zijn Ot en Sien ook niet.”

||
||

UIT DE KRANT