Wil van der Linde (87) voltrekt nog één keer een huwelijk?
Iedereen trouwt op zijn eigen manier: ‘het gaat om de inhoud, niet om de verpakking’
RODEN – Op je 87ste je kleindochter in de echt verbinden. Het klinkt te mooi om waar te zijn, maar voor Wil van der Linde uit Roden is het toch echt de waarheid. Zij zal deze week – donderdag om precies te zijn – haar kleindochter Sandra trouwen op het Stadhuis van Groningen. Daarmee maakt Wil verre van haar debuut als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (kortweg: BABS). Maar liefst 26 jaar vervulde ze deze rol in de toenmalige gemeente Roden. ‘Ik denk dat ik wel acht- of negenhonderd huwelijken heb voltrokken.’
Afgelopen vrijdag werd ze 87. Wil van der
Linde is echter nog steeds kwiek. Ze rijdt nog zelfstandig auto, gaat trouw
naar de bridgeclub en sport zelfs nog bij Palestra. En deze week gaat ze haar
kleindochter trouwen, nadat ze toch al zo’n twintig jaar geen huwelijken meer
heeft voltrokken. ‘Ik voel me vereerd dat mijn kleindochter mij vroeg’, zegt
Wil. Alhoewel, vragen…. ‘Eigenlijk was het meer een soort mededeling. Mijn
kleindochter zei: “dat kan oma wel doen”. Ze wist dat ik in het verleden
jarenlang huwelijken had voltrokken, dus vandaar.’
Toch komt er meer bij kijken dan kleindochter Sandra wellicht had kunnen
bevroeden. Wil was namelijk niet meer bevoegd om huwelijken te voltrekken en
daar kwam bij dat ze moest worden beëdigd in de gemeente Groningen, aangezien
het huwelijk zich daar zal afspelen. ‘Ik moest een verklaring omtrent gedrag
halen en een bewijs dat ik in Roden woon en Nederlander ben. Die verklaring omtrent
goed gedrag hoefde vroeger nog niet’, herinnert Wil zich. Gelukkig bleek de
87-jarige van onbesproken gedrag en kreeg ze van de rechtbank toestemming om
nog eenmaal als BABS op te treden.
In de gemeente Roden was Wil dus meer dan een kwarteeuw BABS. ‘Ik ben er
ingerold via de Plattelandsvrouwen, de voorloper van de Vrouwen van Nu. Er
waren twee van de vereniging die huwelijken voltrokken en één stopte daarmee.
Toen vroeg Froukje Hartlief of ik dat niet wilde gaan doen. Zij ging later mee
naar de rechtbank in Assen toen ik moest worden beëdigd.’
Dat het voor Wil een tijdje geleden is dat ze een huwelijk voltrok, wil niet
zeggen dat ze nerveus is. Integendeel. ‘De trouwformule zit er nog steeds in
geslepen’, zegt ze, alvorens de eerste regels van het traditionele wijsje op te
sommen. ‘Ik moet alleen nog even een speech maken. Van Sandra heb ik al wat
informatie gehad die ik kan gebruiken. Daar moet ik nog even mee aan de gang.
Ik houd het over het algemeen trouwens kort. Ik ben nooit lang van stof
geweest, want dan gaan mensen zitten wippen op hun stoel. Een leuke, korte
speech. Het liefst gezellig en persoonlijk. Dat is het belangrijkste.’
Er zijn legio anekdotes van al die honderden bruiloften die ze meemaakte. Zo
was er die keer dat ze in Peize tussen twee vechthonden in kwam te zitten, bang
om zich te verroeren. ‘Dat kwam gelukkig allemaal goed hoor’, lacht ze
achteraf. Of die keer dat ze niet wist waar het aanstaande echtpaar was. ‘Dat
was op een maandag, de dag waarop je gratis kunt trouwen. Die mensen hadden
zich niet echt uitgedost en waren niet van de rest te onderscheiden. Ach ja,
ieder z’n eigen. Ik zeg altijd: “het gaat niet om de verpakking, maar om de
inhoud.”’
Wil heeft het al die jaren met plezier gedaan. Misschien was ze wel extra
gemotiveerd om mensen een mooie dag te bezorgen, vanwege haar eigen bruiloft.
‘Mijn man en ik trouwden op 4 juli 1955 in Den Haag, aan de Javastraat. Dat is
heel vlot gegaan, want de ambtenaar van dienst wilde gaan eten. Er was niet
eens tijd voor een speech. Zo ging dat destijds. Als de ambtenaar wilde eten,
moest je niet te lang treuzelen.’
Achteraf vindt Wil dat spijtig. ‘Al zijn wij er in ons huwelijk nooit door in
de problemen gekomen’, lacht ze. ‘Maar ik vind: mensen hebben er recht op dat
degene die hun trouwt er serieus werk van maakt. Zo heb ik er altijd in
gestaan.’
Aanstaande donderdag trouwt Wil dus haar kleindochter Sandra en haar geliefde
Rodney. Om 14:00 uur vindt de ceremonie plaats. Van spanning is geen enkele
sprake bij Wil. ‘Ik vind het leuk om nog één keer een huwelijk te doen. Ik heb
er altijd al van genoten.’