Politiek Noordenveld over mogelijke komst kerncentrale

REGIO – Landelijk laait de discussie over kerncentrales weer op. VVD en CDA willen een onderzoek naar de bouw van één of meer nieuwe kerncentrales in Nederland. Dat kan gevolgen hebben voor de Noordelijke regio. Mark Rutte merkte tijdens het RTL 4-verkiezingsdebat op 28 februari op dat de Eemshaven een goede locatie voor een kerncentrale zou kunnen zijn, wat hij later weer introk. Een dag eerder nam GroenLinks Drenthe tijdens de online provinciale ledenvergadering een resolutie aan om juist geen nieuwe kerncentrales te bouwen. Wel wil de partij een gemeenschappelijk Europees energiebeleid, gericht op duurzame en klimaatvriendelijke energievormen. Hoe kijken de Noordenveldse fracties van deze partijen aan tegen de discussie? Behoort een kerncentrale in Groningen volgens hen ook tot de mogelijkheden?

Bertus Jan Epema, fractievoorzitter van GroenLinks in Noordenveld: ‘Een kerncentrale in Groningen of Drenthe is volgens ons onwenselijk. Met de ontwikkeling ervan zijn we tien tot twintig jaar verder, en dan is het nog maar de vraag of grondstoffen beschikbaar zijn. Die zijn niet aanwezig in Nederland en moeten uit landen komen waarmee je misschien liever geen zaken doet. Ook is er nog altijd geen oplossing voor het kernafval. Het enige voordeel van een kerncentrale is dat er relatief weinig ruimte nodig is om veel energie op te wekken, maar dat weegt niet op tegen de nadelen.’

Een heel andere visie heeft VVD-fractievoorzitter Robert Meijer. Volgens hem ontkomt Nederland niet aan kernenergie, wanneer het land energieneutraal wil worden. ‘Ik heb liever  één kerncentrale dan duizenden zonnepanelen of windmolens, maar het belangrijkste is dat er draagvlak is voor de plannen. Dat mis ik in de gehele energietransitie, ook waar het gaat om zonne- of windenergie.’ Een kerncentrale hoeft volgens Meijer niet per sé in Groningen te komen, maar kan overal komen waar voldoende steun onder inwoners is – ook in Drenthe. ‘Als dat draagvlak ontbreekt, dan moet je je hard maken in Den Haag, maar wel op rationele gronden en niet op basis van onderbuikgevoelens.’

Meijer begrijpt de zorgen omtrent kernenergie, maar wijst er ook op dat die in Zeeland, waar al een kerncentale staat, veel minder zijn. Hoe dat komt? ‘Doordat men het daar gewend is en het ook werkgelegenheid biedt.’ Epema denkt daar anders over: ‘Ik kan mij niet voorstellen dat er ooit voldoende draagvlak komt voor een kerncentrale.’