‘Honey en de vermarkting van de liefdesbeurs’

Gemeente Noordenveld

Met politici spreek ik wel eens over politieke zaken. Ik denk dat ik er wat verstand van heb. Zij meestal ook. Zo spreek ik wel eens met een politicus die ik wat beter heb leren kennen. Zo stelde hij mij voor aan zijn toenmalige vriendin. Ik zag het gelijk. Wat een vlees. ?. En dan die helblauwe ogen... wat er uitsprak was begeerte en passie. Kende het nog van vroeger. Want hoe ouder je wordt, hoe meer je aan vroeger denkt. Later sprak ik uitvoerig met deze politicus. Over de vermarkting van de samenleving... De neo-liberale doctrine, die er in de loop van mijn leven toe leidde, dat geen trein meer op tijd loopt, je blij mag zijn dat je de hoge rekening van gas en elektra kunt opbrengen, het mes in de zorg gezet wordt, sinds het Ziekenfonds vermarkt is... De politicus in kwestie legde mij uitvoerig uit, dat ik de zaken niet te zwart wit moest voorstellen. Ik moest niet te negatief doen over het bedrijfsleven, die de samenleving veel goeds had gebracht. De politicus in kwestie was zelf ook zakenman. Vandaar... Het gesprek stokte toen zijn vriendin opdook. Van het vlees, de passie, de begeerte. Losjes ging Knelske, want zo heet ze geloof ik, naast hem staan, zwaaide luchtig met haar duimpje opzij... en zei: Geert het is uit... Voor ik er erg in had bracht ik uit: Hoy, hoy... de politicus keek mij verbijsterd aan. Knelske glimlachte veelbetekenend en -belovend... over vermarkting van de samenleving gesproken... Ook de markt van Liefde en Begeerte is geprivatiseerd. Onbewust had ik de politicus daarmee geconfronteerd. Een koekje zogezegd van eigen deeg...
Nee lezers. Tussen Knelske en mij is het niks geworden. Ik ken mijn plaats op de markt van begeerte en genot. Een bescheiden plaats. Ik hoef maar voor de spiegel te gaan staan en zie het. Een door de tand des tijds aangetast hoofd. 70 jaar oud. Opa moet zijn plaats kennen. Andere tijden zijn voorbij. Ik heb de jaren 60 en 70 gekend. Je kon krijgen wat je hartje begeerde. De markt van de liefde was een groot Luilekkerland, waar je kon nemen wat je aanstond. Zonder af te rekenen. Die tijd is voorbij. Ook in de markt van de liefde heeft het marktdenken toegeslagen. Wie ben je en wat heb je te bieden. Als ik eerlijk ben en dat ben ik meestal, moet ik toegeven, dat ik een tijd werkloos heb toegekeken. Een twintigtal jaren lang. Ik deed er niet aan. Geen aanbeveling heb ik gemerkt. Toen ik onlangs een vroeger zeer aantrekkelijke dame tegen het lijf liep, die mij begerig opnam, moet ik uitgebracht hebben: Weet niet wat je je er van voorstelt. Maar ik heb het in 20 jaar niet gedaan... Ik weet echt niet meer hoe het moet... Nee bij een hunkerende dame naar liefde en genot, moet je daar niet mee aankomen... Nee de draad weer opnemen viel niet mee. Door de moderne media kwam ik haar tegen. Eerst digitaal. Toen in het echt. Heel prozaïsch kwam ik haar tegen...Bij de ingang van de Aldi. Ze zei: Hai Geert ik ben Honey... Daar stond ze... Honey van de Poezie Flet. In zo’n poetische omgeving zou ware liefde makkelijk moeten ontluiken. Zij was vrij... ik al jaren. Het was als liefde op het eerste gezicht. We bleken haast elkaars gelijken... Zelfde leven. Zelfde soorten liefdes. Beiden opgewekt en positief. Helaas. De liefde liet het afweten. Ikzelf ben waarschijnlijk de oorzaak. Het is dat tegenstrijdige beeld dat ik uitzend. Op de markt der hunkeringen. Als schrijver van teksten en in het openbaar geliefd... vooral bij dames op leeftijd. Mijn leeftijd. Ik zeg er vaak bij dat ik meer val op de veel jongere types. Fris met van die strakke buikjes. Dat ik daar geen schijn van kans maak, acht ik overbodig erbij te vermelden... Zo’n uitspraak wordt niet gepruimd door mijn rijpere lezeressen. Word ik niet populair mee bij mijn natuurlijke achterban. Ook niet bij Honey. Ze kent bovendien mijn verleden. Vooral het element echtelijke trouw. Vooral het gebrek eraan. Werkt niet in mijn voordeel... Bovendien gedraag ik me soms als een hork. Zat ik laatst eens tegenover mijn vroeger aantrekkelijke vriendin. Nam ze contact met me op. Vertelde ik doodgemoedereerd tegenover wie ik zat. Schijn zelfs het woord schoonheid gebruikt te hebben. Niet handig. Voelde me gelijk een overspelig type en zei dat ook. Zei ze ook nog heel dapper: Geeft niet hoor. Bij mij ben je altijd welkom. Overspelig of niet. Zo is mijn Honey. Toch slaat ze soms subtiel terug. Gaat ze soms subtiel voor me staan... Op hakken. Ze is een slank typ, met van die lange sierlijke ledematen. Jaja in mijn ogen een schoonheid. Zegt ze: jij bent maar een kleintje... jaja, een zachte liefdevolle kleinering. Die aankomt als een schoffering... Om in markttermen te spreken... Ze verdient beter, dan zo’n sociaal gehandicapte vrijbuiter. Die ik was. Wie weet nog ben. Daar komen brokken van.
Nee lezers en vooral lezeressen. U snapt dat ik eigenlijk best ingenomen ben met “mijn” Honey van de Poezie Flet. Ontmoetingen krijgen haast automatisch dat sprankelende, dichterlijke... Vervelen is er niet bij. Dat het daarbij blijft is dan ook nauwelijks te ervaren als een gemis. Naar de liefdesbeurs hunkert menige eenzame ziel... Wij niet...

UIT DE KRANT