Nog geen uitbreiding van geitenboerderij Zevenhuizen

Afbeelding
actueel

‘De meeste omwonenden hebben geen moeite met ons’


ZEVENHUIZEN - Sinds de geitenstop in het Westerkwartier mogen geitenboerderijen niet meer uitbreiden. De geitenstop is in het leven geroepen omdat er in een staal van twee kilometer rond een geitenboerderij meer longklachten lijken voor te komen. Het RIVM heeft een onderzoek ingesteld, waarvan het resultaat in 2024 verwacht wordt. Hielke en Chantal van De Dolle Boel wachten alles rustig af.
Op de boerderij van Hielke en Chantal lopen zo’n 900 geiten rond. De geiten doen de naam van het bedrijf eer aan, in de stal is het een dolle boel. Ze spelen, buitelen over elkaar heen, rennen achter elkaar aan en geven elkaar kopstoten. Ondertussen komen ze een knuffel halen en nieuwsgierig snuffelen of er iets te eten valt. ‘Kijk uit voor je sjaal,’ zegt Chantal, maar het is al te laat. Eén pomponnetje minder en een kauwende, tevreden kijkende geit. ‘Ze knagen overal aan,’ lacht ze, ‘ik draag mijn haar ook altijd vast als ik in de stal ben.’ De geiten staan in een ruime en schone potstal, een systeem waarbij steeds een laag vers stro over de oude stro wordt gelegd, tot de stal wordt leeggeschept met een shovel, en het proces weer opnieuw begint. ‘Je ziet dat de geiten daar lager staan, dat gedeelte is net schoongemaakt,’ vertelt Hielke, ‘De mest wordt tegenwoordig steeds vaker in de akkerbouw gebruikt.’
Toen het stel begon hadden ze nog geen kaas gegeten van het fenomeen ‘geit’, maar ze kregen veel hulp van andere mensen. ‘We begonnen met zo’n 300 geiten, die we opkochten van twee boeren. We hebben een vergunning voor 962 geiten die ouder zijn dan een jaar en 400 die jonger zijn dan een jaar. Voor de geitenstop hebben we een uitbreiding aangevraagd, van 133 geiten. Die is er niet door, dat ligt nu bij de rechter.’
Het bedrijf van Chantal en Hielke heeft wel eens klachten gehad van omwonenden. ‘Een paar buren hebben geklaagd,’ zegt Chantal. ‘Op een gegeven moment stond er een spandoek in hun tuin. En dat is natuurlijk niet leuk. Vooral omdat hier eerder varkens hebben gezeten. Maar we hebben geen oorlog hoor, we komen niet bij elkaar op de koffie, maar we gaan normaal met elkaar om. En de meeste mensen hebben geen moeite met ons. Van de geitenstop hebben we verder nog niet veel gemerkt, alleen dat we meer geld voor de melk krijgen. Dat is dan weer een voordeel.’


Ziektevrij bedrijf
Chantal wist al heel jong dat ze boerin wilde worden. Een nagenoeg onmogelijke droom, vooral als je ouders geen boerderij hebben. Hielke had geen droom om boer te worden, maar wilde wel iets met dieren doen. Zes jaar geleden kreeg het stel de kans om een boerderij te kopen waar een varkenshouderij in had gezeten. ‘De huizenmarkt was ingestort, dus we hadden mazzel. En de varkensvergunning kon makkelijk omgezet worden in een vergunning om geiten te houden. Dus hebben we op de plek waar een oud hok stond een grote stal gebouwd.’ De stal komt uit op twee ruime weilanden; de geiten kunnen zelf naar buiten lopen wanneer ze dat willen. ‘Ze houden absoluut niet van regen, dus als ze buiten zijn en het gaat regenen, dan zie je ze ook meteen naar binnen rennen,’ vertelt Chantal. Het is bewolkt en inderdaad, alleen een handjevol geiten staat buiten. De wei is goed afgezet met schrikdraad. ‘Ze ontsnappen anders onmiddellijk,’ zegt Chantal, ze lopen niet echt weg, maar gaan gewoon overal een kijkje nemen. Als je ze roept lopen ze gewoon weer terug.’


De Dolle Geit is geen biologisch bedrijf. ‘We proberen wel zo goed mogelijk met de natuur om te gaan, zo hebben we een boomwal aan laten leggen, bemesten we de weilanden niet met kunstmest en gebruiken we geen bestrijdingsmiddelen,’ zegt Hielke, ‘Daar staan dan ook allemaal planten en kruiden op die weer door de geiten gegeten worden. Maar echt biologisch zijn we niet. We zijn wel een ziektevrij bedrijf. Elk jaar worden er bloedmonsters genomen van de geiten, en er worden melkmonsters genomen. En elk jaar krijgen we weer de status ziektevrij bedrijf. Ook de bokken die we kopen hebben die status.’


Hielke en Chantal kennen niet alle geiten. ‘Maar toch wel zo’n 200 denk ik,’ zegt Chantal. ‘Er zijn er een aantal bij die opvallen. Daar staat bijvoorbeeld een kruising met een Nubische geit, die met die grote oren. En die daar, dat is Aagje.’ Ze roept de geit, die warempel aan komt lopen. ‘De meeste geiten gaan weg als ze geen melk meer geven, maar Aagje blijft. Ze is bijzonder.’
Een voorlopige risicoanalyse van de GGD wees uit dat de aanwezigheid van een geitenhouderij een verhoogde kans op longaandoeningen geeft. Een groter onderzoek wordt nog uitgevoerd en is naar verwachting eind 2024 afgerond.  ‘Wij merken verder niks van de onderzoeken, ik denk dat die zich voornamelijk in Brabant afspelen, daar zitten veel meer geiten. En wat de uitslag van het onderzoek van de RIVM is, wachten we gewoon af. We zijn te nuchter om ons ernstig zorgen te maken. We genieten ontzettend van ons werk en de dieren. En wij niet alleen. Stagairs die hier komen, hebben het echt naar hun zin. Ze komen soms zelfs in de vakanties, als het niet hoeft. En vaak blijven ze ook veel langer dan noodzakelijk. Dat zegt wel wat. We hopen er dus gewoon mee door te kunnen gaan. En zo niet, dan zijn er nog andere dieren. Schapen. Of koeien. Dat zien we dan wel. Maar het liefst hebben we onze geiten, die zijn gewoon supergezellig.’

UIT DE KRANT

Lees ook