Noordenvelders: Wouter van der Heide

Afbeelding
actueel

Het is behaaglijk warm in de knusse woonkeuken van huize Van der Heide. De openhaard brandt en de gereedschapskist staat op tafel. Wouter van der Heide was in de veronderstelling dat hij een week later in deze rubriek zou verschijnen. Sil, Wouters echtgenote, wilde haken aan de muur en de oud-huisarts was zojuist bezig om aan de langgekoesterde wens van zijn vrouw te voldoen. Desalniettemin zijn we van harte welkom. Vrijwel onmiddellijk gaat het gesprek over de oude Land Rover die op de oprit staat, één van de laatste exemplaren Series drie. De niet alledaagse terreinwagen uit 1984 wordt regelmatig onder handen genomen door Sil en Wouter. Een raampje uitwisselen, nieuwe schroeven in de deur, onderdelen vervangen: doen ze allemaal zelf.

Wouter van der Heide



‘Ik heb veel met die uitstraling’, begint Wouter van der Heide die tweeëndertig jaar huisarts was in Roden. ‘We rijden er samen mee naar Frankrijk. Comfortabel? Welnee. Eerder spartaans. En hard kan –ie ook niet. Tachtig hooguit. Maar het is wél autorijden. We rijden dwars door alle dorpen. Dat deden we vroeger met onze vier kinderen, in een enorme Toyota-bak. Nu met z’n tweeën, op de bonnefooi met een tentje achterin.’ Wouter startte alleen als huisarts in Roden, als gesteunde vrije vestiging. Later werkte hij in verschillende samenwerkingsverbanden en vanaf 1999 ging hij zelfstandig verder, in een praktijk tegenover de Catharinakerk. In 2006 wist hij zijn promotieonderzoek ‘Mannen met plasklachten in de huisartspraktijk’ af te ronden. Drie jaar later deed hij de praktijk over aan de huisartsen Jongepier en Tillema, die al in zijn praktijk actief waren. Niet dat Wouter van plan was om het iets rustiger aan te doen na zijn decennialange huisartscarrière. ‘Ik was al werkzaam als parttime universitair docent op het UMCG. Toen ik stopte met de praktijk werd ik hoofddocent ‘algemene geneeskunde’ en ging fulltime werken. De aandacht lag op typische aspecten van de eerste lijn. De meeste mensen denken aan wittejassengeneeskunde. Het gaat om veel meer dan dat. Een huisarts ziet veel patiënten met ‘angst voor.’ De meeste mensen die bij een huisarts aankloppen, hebben ‘kleine’ klachten, zijn niet ziek. Stel: iemand komt binnen met hoofpijnklachten. De patiënt denkt al snel aan een hersentumor. Toch is de kans op een ernstige ziekte gering. In de meeste gevallen gaat het om iets onschuldigs. Dan moet je als huisarts geruststellen. Wél moet je goed op de hoogte zijn van alarmsignalen en grenzen. Een ziekte presenteert zich niet altijd volgens het boekje. Soms is het versluierd, dan zie je iemand in een voorstadium. Wanneer een huisarts iemand doorstuurt, is het vaak niet goed. Op dit gebied is nog een hoop terrein te winnen. Het is een beetje hetzelfde als wat er nu met corona gebeurt. De focus ligt op de ziekenhuizen en de ic’s. Op de Gommers en de Kuipers. Zeker, ze moeten moeilijke dingen doen in zware omstandigheden. Maar het gaat om meer dan dat. De meeste coronapatiënten blijven thuis. En de oversterfte door corona is voor een groot gedeelte in verpleeghuizen en in de eerste lijn. Ik ben een man van het midden, ik kijk graag breder.’


Inmiddels werkt Wouter niet meer als hoofddocent, maar is anderhalve dag in de week actief als klachtenfunctionaris bij het UMCG. Hij is de schakel tussen patiënt en de behandeld arts van het UMCG. Een rol die hem op het lijf is geschreven. ‘Veel dingen gaan fout in de communicatie.  Wat wil de patiënt en zijn de afdeling en de arts bereid om een reactie te geven. Hoor en wederhoor. Bemiddeling en mediation past goed bij mijn karkater. Ik haal er voldoening uit om op verschillende manieren actief te zijn, mijn hersenen te gebruiken. Ik ben een generalist, het is de combi die ik leuk vind. Wat dat betreft is de leeftijdsgrens een enorme belemmering geweest. Op je vijfenzestigste word je eruit geschopt. Ik wil zo lang mogelijk doorgaan binnen de grenzen van de mogelijkheden. En ik heb het geluk gehad dat ik op een behoorlijk aantal fronten mee heb kunnen doen.’


Zijn vrije tijd brengt Wouter het liefst door met Sil, of Silly, zoals hij haar liefkozend noemt. Ze ondernemen graag leuke dingen; potje golfen, wandelen én op de kleinkinderen passen. ‘Sil staat centraal in mijn leven. We vinden elkaar nog steeds leuk. Ontzorgen zit in ons pakket. De kinderen ontlasten zodat ze thuis rustig kunnen werken doen we graag. We hebben negen kleinkinderen. Daar genieten we enorm van. Sil reisde tien jaar lang wekelijks met de trein op en neer naar Amsterdam. Sliep één nacht bij onze zoon, paste op en vervolgens ging ze naar onze dochter om op haar kinderen te passen. Héérlijk vond ze dat. Nu brengen ze de kinderen bij ons. We hebben net groep Driebergen gehad.’ Als alles meezit gaan ze er in de zomer weer op uit met de Series drie. Gezellig, met z’n tweeën in de lawaaibak naar Frankrijk.

UIT DE KRANT

Lees ook