Noordenvelders; Geert Wolters

Afbeelding
actueel

Deel 34


Tien jaar lang was hij wethouder in de gemeente Noordenveld. Hiermee is hij tot op de dag van vandaag recordhouder. Niemand bekleedde deze functie zo lang als Geert. Tenminste, niet in de gemeente Noordenveld. Inmiddels doet Geert het rustig aan. De socialist in hart en nieren heeft het relaxen tot een kunst verheven. Hoog tijd voor een kop koffie.


De Meerweg in Nietap. Ergens halverwege de N372 en Vakantiepark Cnossen Leekstermeer, ligt het huis van Geert verscholen. Letterlijk verscholen, want zijn huis wordt omringd door bomen. Dat Geert, zelf een sociaal dier, juist hier is gaan wonen, doet misschien wat wenkbrauwen fronzen. Maar Geert vindt het heerlijk. ‘Als ik even Roden in ga, dan spreek ik veel mensen. Ik houd ook erg van gezelligheid. Maar het is ook lekker dat je je dan ’s avonds terug kan trekken.’


Geert werd geboren in Deventer, waar hij tot zijn elfde woonde. Daarna vertrok hij naar de achterhoek en op zijn zeventiende ging hij studeren in Enschede. Tien jaar lang studeerde hij. Zo deed hij scheikunde en chemische technologie, maar volgde hij ook een studie bedrijfskunde. Met die laatste studie zou hij uiteindelijk het meeste doen. ‘Ik heb mijn hele leven verder in het bedrijfsleven gezeten. Met chemische technologie heb ik niets gedaan.’


In 1980 verhuisde Geert naar Roden. Als fervent handballer (‘ik was vrij fanatiek’) meldde hij zich aan bij de club in zijn nieuwe dorp. Toen hij na de eerste training van het seizoen te horen kreeg dat er die week erop niet zou worden getraind in verband met de Rodermarkt, stond Geert perplex. ‘Ik dacht: sodemieter op, we gaan gewoon trainen. Ik wist niks van de Rodermarkt. Later ben ik volledig bijgedraaid.’


Later zou Geert zelfs voorzitter worden van de Jaarbeurs. Een taak die hij combineerde met zijn wethouderschap. ‘Daar was  verdeeldheid over. Aan de ene kant vroeg men zich af: is dat te combineren? Aan de andere kant zou je kunnen zeggen dat je als wethouder met je poten in de klei moet zitten. Ik kreeg er in ieder geval nogal eens een opmerking over. Om van het gezeur af te zijn, bedacht ik bij de opening van de Jaarbeurs een act. Ik deed net alsof ik een tweeling had die ook Geert Wolters heette. De één was wethouder, de ander voorzitter van de Jaarbeurs. Via een liveverbinding hadden we tijdens de opening contact met elkaar. En het leuke is: ik heb er sindsdien nooit meer wat van gehoord.’


Geert woonde nog aan de Ceintuurbaan Noord toen hij de politiek in rolde. ‘Destijds was er veel verkeersdrukte bij ons in de straat. Er werd in die tijd gesproken over een rondweg om Roden, om zo straten als de Ceintuurbaan te ontzien. Ik ging me interesseren voor politiek en raakte er betrokken. Eerst werd ik voorzitter van de PvdA-afdeling in Roden. Daarna ben ik zes jaar raadslid geworden en toen tien jaar wethouder.’ Vaak werd hij een ‘Groningse wethouder in Drenthe’ genoemd. Niet in de laatste plaats vanwege zijn directe taalgebruik. ‘Ik werkte in Oost-Groningen, waar het niet werkt om verbloemend te praten. Je moet zeggen waar het op staat. Dat deed ik in de raad ook. Burgemeester Jaap Verkerk sprak mij er nog wel eens op aan. Dan zei ik bijvoorbeeld dat iets “kloten” was. Als Verkerk daar iets van zei, wees ik hem erop dat het gewoon in de dikke Van Dale staat. Later als wethouder pik je het jargon onbewust steeds meer op, waardoor je zelf ook iets anders gaat spreken.’


Als socialist zijnde voelde Geert zich op zijn gemak op het gebied van Sociale Zaken, Minimabeleid en huisvesting. Het bestrijden van armoede was hem op het lijf geschreven. Met ziel en zaligheid vloog hij deze portefeuille aan. In 2012 was hij nog kortstondig opvolger van Oeds Keizer, maar daarna gaf Geert er de brui aan. De gemeentelijke politiek volgt hij op afstand. ‘Ik ga niet naar de raad. Heb het wel eens gedaan, maar dan zat ik puffend op de tribune, omdat je zelf nog best veel dossierkennis hebt. Dan ga je je ergeren. Toen deed ik dat maar niet meer. En ik mis het ook niet.’


Nog steeds laat het sociale dier zich vaak genoeg zien in het dorp. Als voorzitter van stichting Oost-West Kontakten bijvoorbeeld. Maar zich druk maken, daar heeft Geert geen tijd voor. ‘Ik heb een relaxt leven. Kan er ook van genieten. Sommige mensen kunnen dat niet. Dat vind ik een gemis. Ik ben altijd rustig geweest. Ook in mijn tijd als wethouder. Aan wakker liggen doe ik niet. Nooit gedaan ook.’

UIT DE KRANT