Noordenvelders: Gerard Meijering

Afbeelding
actueel

Gerard voelt zich een echte Noordenvelder, hoewel hij is geboren in Amsterdam. De negen jaren die hij daar doorbracht laat hij het liefst achter zich. ‘Mijn vader was werkzaam in het gevang van Veenhuizen. Hij kon een paar gulden meer verdienen in de randstad, ook in het gevangeniswezen.’ Het echtpaar Meijering baarde er drie kinderen. Een dochter en twee zonen, waaronder Gerard. ‘Mijn moeder kon als plattelandsmeisje niet aarden in Amsterdam. Ze was er doodongelukkig. Mijn vader kreeg een baan aangeboden in een gemeentehuis in Drenthe. Hij greep de kans onmiddellijk aan. Ik ben ze daar nog steeds ontzettend dankbaar voor.’ Een keer is Gerard naar zijn geboortehuis teruggekeerd in de grote stad. ‘Ik wilde het mijn vrouw laten zien, een appartement in Oud-West. Nooit meer wil ik terug.’ Op zijn negende kwam hij te wonen in Norg en voelt zich daarom ook nauw betrokken met het dorp. Het is dé reden dat hij al twintig jaar voorzitter is van Belangenvereniging Norg. ‘Na al die jaren zoek ik een opvolger. Het is tweestrijd. Aan de ene kant wil ik betrokken blijven bij alle activiteiten en het dorp levendig houden, aan de andere kant is het niet gezond om zo lang voorzitter te zijn. Het is tijd om het stokje door te geven.’ Hij doet dus een stap terug. Mede door zijn goedlopende onderneming Groenzorg Norg. Een plek waar mensen met een ziekte of niet-aangeboren hersenafwijking terecht kunnen. ‘Het is een dagbeleving, het woord dagbesteding gebruiken we niet. Dat klinkt zo beladen.’ De zorginstelling kent een bijzondere geschiedenis. ‘Ik had een goedlopend hoveniersbedrijf met personeel. Een bekende vroeg aan mij of ik plek had voor een jongen die op de wachtlijst stond voor de sociale werkplaats. Daar maken we plek voor dacht ik. Ik ben iemand die moeilijk nee kan zeggen.’ De jongen voelde zich er welkom en verrichte uitstekend werk onder begeleiding. ‘Hoe graag ik het ook deed, hij was geen volwaardige werknemer en had veel begeleiding nodig. De kosten liepen wel op.’ De jongen kon betaald worden door een persoonsgebonden budget. Zorg bieden en daarnaast in het groen werken was een fijne combinatie voor Gerard. ‘In 2005 wilde ik het bedrijf verkopen en een andere uitdaging aangaan. Een werknemer wilde het overnemen, maar niet de zorg voor de jongen op zich nemen. Ik wilde hem niet in een sociale werkplaats stoppen. Intussen had ik twee van deze jongens aan het werk en het voelde als mijn plicht om ze te blijven begeleiden. Ik besloot de zorg in te gaan.’ Het bedrijf werd verkocht en hij begon zorg te verlenen aan patiënten met Parkinson. Het was geen makkelijke start. ‘De reacties vanuit de omgeving waren niet altijd positief. Meijering in de zorg, dat kon niet vonden ze.’ Maar het kon wel. Een ziekenhuis zag de goede zorg die Gerard en zijn vrouw leverden en de instellingen hielden nauw contact. ‘Op den duur kwam de vraag of ik ook mensen met andere aandoeningen wilde opvangen. Ik zei wederom geen nee.’ Groenzorg Norg liep goed en er ontstond een wachtlijst van 35 personen. Hij werd getipt door garage Doornbos. ‘De eigenaar wilde zijn garage verkopen. Een pand van duizend vierkante meter en een tuin van duizend vierkante meter. Een hele mooie kans die wij na lang overleggen aanpakten.’ In augustus 2022 werd het nieuwe pand officieel ingewijd. Er krijgen nu honderd cliënten de zorg die ze verdienen en dagelijks zijn er negen begeleiders aanwezig. Er kan van ruim twintig activiteiten gebruik worden gemaakt. ‘Mijn vrouw en ik hebben alle vrije weekenden in de verbouwing gestopt. Alles om ervoor te zorgen dat onze gasten zo weinig mogelijk aan hun ziekte hoeven te denken en zich zo veilig en plezierig mogelijk kunnen voelen. De batterij begint wel leeg te raken bij Gerard en zijn vrouw en hij is dan ook toe aan een vrij weekend. ‘Ik mag ontzettend graag in het weekend met mijn vrouw op ons bootje de natuur in duiken. Heerlijk tot rust komen.’ Hoe waardevol zijn onderneming ook is, het is niet altijd even makkelijk. ‘We hebben een vrij oude doelgroep, de oudste is 96 jaar. We hebben te maken met zo’n 25 begrafenissen per jaar. Dat hakt er soms wel in. Daarom proberen we altijd zo professioneel mogelijk te handelen. We zijn blij dat we onze gasten het verpleeghuis kunnen sparen. Gescheiden leven is geen optie. Als je een ziekte hebt, wil je het liefst met je partner zijn. Hier kan dat.’ Hij beleeft de plezierigste jaren van zijn leven sinds hij in de zorg zit en is ontzettend trots op zijn partner. ‘Zij is mijn steun en toeverlaat en samen regelen we alles in het bedrijf. Zonder haar was ik nergens. We hebben dezelfde ambitie en passie.’ En op de vraag of hij inmiddels minder vaak ja zegt is het antwoord helder; ‘Ja.’

UIT DE KRANT