Noordenvelders - Harry Oolders

Afbeelding
Nieuws

Harry Oolders is gymleraar en sportgek. Wie hem ook maar een beetje kent, zal moeten beamen dat het vrijwel áltijd over sport gaat. Daarnaast hebben de vele jaren in het onderwijs hem een bekende Noordenvelder gemaakt. Even boodschappen doen zónder iemand te spreken, dat zit er niet in. Op bezoek bij de immer enthousiaste gymleraar blijkt hij zijn aanstekelijke enthousiasme niet te zijn verloren.


Nog geen minuut zijn we binnen, of het gaat al over sport. Over Coach van het Jaar dit keer, het spelletje waaraan hij - samen met enkele bekenden - ieder jaar deelneemt. Weddenschapjes leverden hem al liters Bacardi-cola op. Voor het komende seizoen is hij nog niet begonnen met een team. ‘Dat bekijk ik later pas.’


Harry woont met zijn vrouw en twee dochters aan de Volmachten in Roden. Op deze woensdagmiddag, kort na het begin van de zomervakantie, heeft hij wel even tijd om te praten. ‘Ik ben altijd sportief geweest’, begint hij. ‘Ik voetbalde en tenniste op hoog niveau. Er ging veel tijd in zitten en ik ga er vanuit dat dit een reden was waarom ik ooit op school bleef zitten.’ Als tennisser was hij nog eens tweede van heel Nederland in zijn leeftijdscategorie. Ook broer Max bleek talentvol. Hij kon ook met de besten van Nederland mee. ‘Max is net als ik gymleraar geworden. En ook zijn twee zoons zijn het. In dat opzicht zit sport echt in de familie.’


Voor Harry was het vroeger lastig een keuze te maken tussen tennis en voetbal. ‘Ik kon beter tennissen, maar voetbal was gezelliger. Ik baalde een keer ontzettend toen mijn jeugdteam kampioen werd en ik die middag moest tennissen.’


Het mocht geen verrassing heten dat Harry naar de ALO ging. In het tweede jaar sloeg het noodlot echter toe. ‘Het was 1979, in de winter dat heel Nederland onder een flink pak sneeuw was bedolven. Samen met vrienden werden we aangereden door iemand die duidelijk geen rekening hield met de winterse omstandigheden. Het werd een bende. Bijna iedereen brak wel iets en ik zelf dus ook. Mijn milt moest worden verwijderd en mijn knieën waren verbrijzeld. Mijn sportcarrière leek over.’


Niet alleen leek z’n carrière over, de dienstdoende chirurg die Harry behandelde, adviseerde hem om te stoppen met de ALO. ‘Vijftien jaar later kreeg ik een trap tijdens een potje zaalvoetbal. Ik werd geholpen door dezelfde chirurg. Hij viel bijna steil achterover toen ik hem vertelde dat ik gymleraar was.’ Toch klopte het. In inmiddels is Harry al 35 jaar gymleraar. ‘Het blijft fantastisch. Het liefde voor het vak is mij mede door Wim Brander uit Leek bijgebracht. Bij hem liep ik stage. De manier waarop hij les gaf, was bijzonder. Men kent hem nog allemaal in Leek. Dat is niet voor niets.’


Zelf is Harry ook al lang een bekende. ‘Ik heb jaarlijks zo’n achthonderd verschillende kinderen die ik lesgeef. Dan gaat het hard. Hoe vaak ik wel niet hoor dat ik iemands vader of moeder nog les heb gegeven….. Straks zullen ze zeggen dat ik iemands opa nog les heb gegeven!’, lacht Harry. ‘Ach, ik vind het prachtig. Al ga ik zelden nog met mijn vrouw boodschappen doen. Dat schiet niet op. Overal een praatje maken. Zelfs op vakantie in Italië of Spanje gebeurt het regelmatig dat ik herkend wordt. Dat is wel grappig.’


Als vakdocent is Harry blij dat OBS de Poolster besloten heeft alle gymlessen door vakdocenten te laten doen. ‘Dat komt de kwaliteit ten goede’, meent hij. ‘En waar ik vroeger op zo’n twaalf verschillende scholen lesgaf, zijn dat er nu nog een stuk of vier. Dat is veel beter.’


Harry, die een seizoenskaart voor Donar heeft en ook FC Groningen en VV Roden op de voet volgt, raakt niet uitgepraat over sport. Maar hij weet ook dat sport slechts bijzaak is. ‘De mooiste bijzaak van het leven, zeg ik altijd. Maar inderdaad, het blijft bijzaak. Als je om je heen ziet hoeveel ellende er in de wereld is, dan besef je je dat er zo heel veel meer is. Maar sport is een manier om de zinnen te verzetten en te verbroederen. Dat merkte ik bijvoorbeeld toen wij vroeger met vrienden basketbalden. De directeur van GTI deed ook mee, maar je merkte dat iedereen gelijk was. Dáár is sport zo goed voor.’


Voetballen en tennissen zit er weliswaar niet meer in, sporten doet Harry nog steeds. Staat hij niet op de golfbaan, dan stoot hij een balletje met zijn makkers van biljartclub Het Zwientje. ‘We spelen ook als zwienen’, lacht Harry.

UIT DE KRANT