Noordenvelders: Hennie Lutjes-Giezen

Afbeelding
actueel



LANGELO – Ze mag dan inmiddels 75 zijn, ze heeft de energie van een 30-jarige. Hennie Lutjes-Giezen is al een tijdje met pensioen, maar dat weerhoudt haar er niet van om zich met verve op allerlei vrijwilligerstaken te storten. Ze heeft er een dagtaak aan. Gelukkig weet ze in haar drukke schema ook even tijd te maken voor een interview

‘Ik kan wel achter de geraniums gaan zitten, maar dan moet ik ze eerst kopen,’ grinnikt Hennie. Ze werd geboren in Roden, verhuisde met haar ouders naar Peize en trouwde daar ook. Ze verhuisde op haar 29ste naar Langelo. ‘Het was bij ons zoete inval. Mijn ouders hadden een garagebedrijf. Iedereen was bij ons altijd welkom. Misschien heb ik daar dat sociale vandaan. Als kind was ik dat ook al, mijn vriendinnetjes kwamen al bij me als ze ergens mee zaten.’
Toen Hennie met haar man naar Langelo verhuisde vond ze het tijd om te gaan werken. En om naar school te gaan. ‘Ik had ULO en meer niet. Ik besloot Sociale Dienstverlening te doen op het MBO. Die studie duurde drie jaar, met twee jaar stage. In die tijd werd de rente ook heel hoog. Zo hoog dat we het eigenlijk niet meer konden betalen om in ons huis te blijven wonen. Nog een goede reden om werk te zoeken. Ik kwam aan het werk als leidinggevende in de gezins- en bejaardenverzorging. Meteen 40 uur werken moest wel wennen, maar ik vond het heerlijk. In het begin was ik steeds kapot als ik thuis kwam. Er waren dingen waarvan ik dacht dat ik ze nooit zou leren. Maar natuurlijk lukte dat wel. Ik besloot de opleiding HBO Maatschappelijk Werk erachteraan te doen.’
Toen sloeg het noodlot toe, Hennie’s man overleed toen hij 44 was. In het jaar dat ze haar HBO-diploma haalde. Over hem praten is nog steeds niet makkelijk, het raakt haar nog steeds keihard. ‘Hij was de liefde van mijn leven. Wat ik zo erg vind is dat hij zo veel heeft gemist. Alle hoogtepunten van de kinderen, de kleinkinderen. En zij hebben dat ook gemist. Dat vind ik heel erg.’
Hennie’s carrière heeft zich altijd op het sociale vlak afgespeeld. ‘Ik heb altijd zulk leuk werk gehad. Het contact met de mensen is belangrijk voor me, maar iets voor een ander betekenen is net zo belangrijk. Hierbij heb ik er altijd voor gezorgd dat ik de mantelzorger aandacht gaf. In de tijd dat mijn man ziek was, kregen we veel bezoek van collega’s van hem. Natuurlijk ging alle aandacht uit naar de zieke. Maar op een dag vroeg iemand hoe het met mij ging. Ik was stomverbaasd. Het ging toch helemaal niet om mij? Maar het bleek heel fijn om daar eens over na te denken. Voor iemand zorgen is ontzettend zwaar. Weten dat diegene gaat sterven, de wanhoop, het verdriet. Dat er iemand aan je denkt is dan bijzonder belangrijk.’
Hennie’s werk is nog niet klaar. Want als je met pensioen bent, kun je prima vrijwilligerswerk doen, toch? ‘Ik zat twee termijnen in het bestuur van Dorpsbelangen Langelo. Momenteel werk ik een dag in het weekend bij het Scheepstrakabinet, werk ik mee aan met de juf op pad, ik doe een Rondje om de Brink, ben secretaris van het Drents Platform mantelzorg en secretaris van de Historische Vereniging.’
Ze fronst nadenkend. Dan klaart haar gezicht op. ‘Oh ja, ik ben elke vrijdagmiddag gastvrouw op de Scheepstraschool. Daar is iedereen welkom, lekker kletsen over van alles en nog wat, sommigen breien, wat ze maar leuk vinden om te doen.’
Aan zo veel activiteiten meedoen zorgt ervoor dat je veel mensen leert kennen. Hennie schiet in de lach. ‘Mijn kinderen wilden op een gegeven moment niet meer mee als we boodschappen gingen doen. Want ik heb natuurlijk inmiddels heel veel kennissen, dus ik begroette dan iedereen. Maar ja, ik kon me moeilijk achter een boom verstoppen.’
Aan stoppen wordt nog niet gedacht. ‘Ik ga door tot mijn 100ste. Nou ja, dat zal wel niet lukken, maar zolang ik het leuk vindt en ze me nog willen, ga ik door. Ik heb mijn kinderen beloofd dat ik 120 word, dus misschien lukt dat toch.’
Over alles waar Hennie over vertelt, ligt een dikke laag dankbaarheid. ‘Ja, ik ben dankbaar. Voor mijn geweldige kinderen, de liefde die ik van de mensen om me heen krijg, de mooie dingen die ik nog mag doen. Natuurlijk hebben we ons verdriet gehad. Maar dat geldt voor elk gezin, daar zijn we doorheen gekomen. Een paar jaar geleden kreeg ik een lintje, dat had mijn dochter geregeld. Ook daar ben ik dankbaar voor. Ik ben een tevreden mens. Misschien dat ik in de toekomst nog naar Peize terug wil verhuizen, maar duidelijke plannen heb ik daar nog niet voor. Een iets kleinere tuin zou wel fijn zijn. Maar voorlopig zit ik hier nog prima!’

UIT DE KRANT

Lees ook