Noordenvelders: Ingrid Mensinga

Afbeelding
actueel

RODEN – ‘Waar mijn passie voor kinderen vandaan komt? M’n moeder was altijd al en is nog steeds gek met kinderen. Ik denk dat ik het van haar heb meegekregen’, vertelt Ingrid Mensinga. Inmiddels werkt ze zo’n 25 jaar met kinderen en is ze binnen de kinderopvang een vast baken voor veel ouders en hun kinderen.


De in Peize geboren en getogen Ingrid verkaste enkele jaren geleden met haar gezin naar Roden. Nuchter als ze is zegt deze Noordenvelder dat ze overal zou kunnen wonen en dat haar huis dus overal zou kunnen staan. ‘Als m’n huis maar gevuld is met mensen waar ik om geef.’ Als jonge meid was Ingrid op zaterdagen vaak in de sporthal te vinden voor een potje volleybal. Daar hingen kinderen altijd aan haar been. ‘Daar deed ik niets voor, dat gebeurde gewoon.’ En daar genoot ze altijd enorm van. Kinderen zijn volgens haar altijd vrolijk, wat je van volwassenen niet altijd kunt zeggen. Dat ze er destijds voor koos om met kinderen te gaan werken was dan ook niet meer dan logisch. Ze volgde de opleiding SPW en deed op haar 16e haar eerste werkervaring op als stagiaire bij de kinderopvang in Peize. Ze proefde nog even aan het hbo, maar merkte dat ze daar zelfstandig moest leren. Dat was niet aan haar besteed. ‘Ik had geluk dat iemand die nu mijn collega is met zwangerschapsverlof ging. Zo rolde ik op m’n 18e de kinderopvang in.’


Jarenlang werkte ze voor een stichting tot ze enkele jaren geleden besloot voor zichzelf te beginnen. Ze merkte dat ze meer en meer aanliep tegen de regeltjes gebaseerd op papierwerk. ‘Dat alles beschreven moet worden, dat vind ik jammer, dat gaat ten koste van de kinderen’, aldus Ingrid. Ze vertelt dat zij ook verslagen schrijven, maar dat ze ook wel eens aan ouders laat weten dat het een korter verslag is omdat de kinderen die dag meer aandacht nodig hadden. Ingrid begon vanuit huis, alleen, en dacht dat dat fijn zou zijn, want dan was ze ook altijd thuis voor haar eigen kinderen. Wat bleek? Ze was nooit beschikbaar voor haar eigen kroost. Waren de schoenen kapot? Dan moest ze met hen op pad op haar vrije woensdagmiddag of op de zaterdag. ‘Ik wilde meer tijd voor mijzelf en voor m’n kinderen, maar wilde de kinderen die ik opving niet op straat zetten.’ In deze fase kwam een pandje voorbij, passend bij haar gevoel van kleinschaligheid. En zo zit Ingrid inmiddels op haar eigen plekje en heeft ze straks een vijfde collega in dienst.


Het is duidelijk te merken dat Ingrid op haar plek zit. Tijdens het interview laat ze zich gemakkelijk afleiden door een van de kindjes. Heel lief en rustig is ze even een en al oor voor de kleine jongedame die komt vertellen wie er op haar verjaardag waren, om vervolgens terug te keren bij het gesprek. Ondertussen wordt er op de achtergrond flink ‘gekraaid’ en ‘gebrabbeld’. ‘Ik zit daar de hele dag in, ik hoor dat niet meer, maar kan er ook erg van genieten.’ We zien een dame die geschikt is voor dit werk, ze geeft iets aan kinderen wat ze leuk vinden. Ze straalt rust uit en biedt de kinderen duidelijkheid. ‘Het klopt’, zegt ze, ‘ik heb een toon die de muziek maakt, waarbij de kinderen weten waar ze aan toe zijn en dat is voor hen prettig.’ Ingrid geniet ervan dat alles hier inmiddels goed loopt, maar bekent ook dat ze heus wel eens een allergie heeft. ‘Dat hoort erbij.’


Bij werken met kinderen zou je verwachten dat iemand erg creatief is. Maar dát is Ingrid helemaal niet. Bedenken haar collega’s om pasta te gaan verven, vraagt Ingrid zich af of ze ‘wel goed wijs zijn’. Het is niets voor haar, maar ze is blij dat haar collega’s het oppakken en zij met de kinderen kan gaan spelen of zich kan bezighouden met het schrijven van verslagen. ‘Zo bundelen wij onze krachten en doet iedereen waar zij goed in is of zich goed bij voelt.’


Volleybalde Ingrid vroeger fanatiek, tegenwoordig geniet ze vooral van wandelen met de hond. ‘Veel buiten lopen, daar word ik enorm blij van’, zegt ze.


En zoals ze in haar werk een vertrouwd baken is, zo is ze dat ook thuis. Op de zaterdagen staat ze maar al te graag langs de lijn bij haar voetballende zoon en korfballende dochter. En zo komen we bij het credo van Ingrid. ‘Wat er ook speelt, laat het de kinderen zijn. Er is zoveel onzin in de wereld, wat is het fijn dat de kinderen dit kunnen wegpoetsen.’

UIT DE KRANT