Noordenvelders; Jofien Brink

Afbeelding
actueel

RODERWOLDE – Haar sociale karakter kreeg Jofien Brink met de paplepel ingegoten. Haar vader was arbeider en actief binnen de vakbond. ‘Ik groeide op met het idee dat je moet opkomen voor mensen die het minder hebben,’ zegt Jofien. ‘Wij hadden het redelijk goed en konden op vakantie, maar ik was mij er wel van bewust dat niet iedereen dat kon of een auto had.’ Het lag dan ook voor de hand dat Jofien zich zelf later ook zou inzetten voor een betere samenleving. Dat deed zij in het verleden als raadslid voor de PvdA in Noordenveld en tegenwoordig is zij voorzitter van zowel het Breed Overleg Kleine Dorpen (BOKD) en de Kledingbank Noordenveld.



Jofien werd groot in de detailhandel. Al op haar zestiende ging zij aan het werk, waarnaast zij allerlei textielcursussen volgde  en haar ondernemersdiploma haalde. Toen zij trouwde verhuisde zij met haar echtgenoot naar Oost-Groningen. ‘Ik had mijn koffers nog niet uitgepakt, of er stond al iemand op de stoep om te vragen of ik daar kwam werken.’ Zij stopte toen zij en haar echtgenoot teruggingen naar Nieuw-Roden, waar zij de boerderij van haar schoonouders overnamen. ‘Mijn schoonouders wilden wel kleiner wonen en ik had wel zin in een grote tuin en moestuin.’ De renovatie van de boerderij kostte veel tijd en bovendien was Jofien wel uitgekeken op het bedrijfsleven. Daarnaast had zij inmiddels kinderen gekregen. ‘Ze zochten overblijfjuffen,’ vertelt Jofien. ‘Dat ben ik gaan doen. Zo heb ik de tussenschoolse opvang helemaal opgezet. Dat was een boeiende periode. Vrouwen gingen steeds meer werken, waardoor overblijven ook zo belangrijk werd.’ Naast de tussenschoolse opvang werd Jofien ook actief in het bestuur van de lokale afdeling van de PvdA, was zij lid van de rooie vrouwen en zat zij in het bestuur van Dorpsbelangen. Voordat zij in de Noordenveldse raad kwam, was zij ook al een periode actief bij de BOKD. ‘Ik heb eigenlijk nooit meer een betaalde baan gehad,’ zegt Jofien. ‘Ik deed ook zoveel vrijwilligerswerk.’


Toen hij 59 jaar oud was, stierf haar echtgenoot vrij plotseling. Jofien besloot toen alsnog een opleiding voor de kinderopvang te volgen. ‘Ik ben 27 jaar actief geweest bij de school. Toen stopte dat, door de invoering van het continurooster. In één jaar heb ik een opleiding voor leidinggevende in de kinderopvang gevolgd. Je moet toch door.’ Met haar opleiding deed zij uiteindelijk niets. ‘Jonge mensen moeten aan het werk.’ Toch was de opleiding niet voor niets. ‘Ook nu met de kleinkinderen komt het weer van pas.’ Na haar raadsperiode kreeg Jofien allerlei aanbiedingen om maatschappelijk actief te blijven. ‘Nee zeggen is niet mijn sterkste kwaliteit,’ lacht ze. Zij werd onder andere voorzitter bij de BOKD en de Kledingbank. ‘Dat zijn mooie klussen,’ aldus Jofien. ‘Op die manier bezig zijn geeft ook veel diversiteit. De Kledingbank is nu een prachtige plek. We zitten samen met andere organisaties op één plek, waardoor de contacten heel gemakkelijk verlopen. Ook werken we samen in het Pact tegen Armoede.’ De Kledingbank doet meer dan alleen kleding uitgeven,’ zegt Jofien. Ook zijn ervaringsdeskundigen betrokken en begeleidt de Kledingbank leerlingen van de Esborg. ‘Dan zit ik soms ook op de knieën om onkruid te wieden.’ Daarnaast vindt Jofien duurzaamheid belangrijk. Zo wil ze textiel met de Kledingbank een tweede leven geven, bijvoorbeeld door nieuwe kleding te laten maken van kleding die bij de Kledingbank wordt binnengebracht. ‘Dat heb ik meegekregen vanuit mijn jeugd. Mijn moeder maakte veel kleding en ik leerde onder andere gaten te stoppen. Dat komt nu nog steeds van pas.’


Hoe de toekomst eruit ziet, dat weet Jofien nog niet. Zij zit bijna twaalf jaar in het bestuur van de BOKD. ‘Dan moet ik eruit. Dat is ook wel goed, want dan ben ik bijna zeventig en het gaat nu erg goed.’ Na haar bestuursperiode gaat ze nadenken over wat zij in de toekomst wil. ‘Misschien kan ik dan eindelijk meer sporten,’ mijmert ze. ‘Ik lees ook graag en vindt het leuk om naar locatietheater te gaan, bijvoorbeeld van de Peergroup, maar ik kom daar bijna niet aan toe. Hopelijk kan ik daar dan meer tijd aan besteden.’ En dan zijn er nog de kleinkinderen, waar Jofien twee keer per week op past en die ook vandaag door het huis dartelen. ‘Ik hoop dat we dat kunnen blijven doen.’

UIT DE KRANT

Lees ook