Noordenvelders; Johan Bakker

Afbeelding
actueel

Eenmaal op de bank bij Johan Bakker in het mooie Roderwolde gaat het gesprek al snel over sport. En over hoe de sportwereld veranderd is, individualistischer is geworden. Een tendens die je in de hele maatschappij terugziet. In iedere sporttas zit tegenwoordig een mobiel. ‘Mensen hebben kennelijk het gevoel dat ze altijd bereikbaar moeten zijn. Dat vind ik weleens jammer.’


Johan Bakker (67) is een sportman in hart en nieren. Onder zijn leiding promoveerde de A1 van VV Roden in de Coca Cola-competitie. De jaren negentig waren het. Gouden tijden. De tijd van de promotiewedstrijden in Peize. Vijftienhonderd man langs de lijn voor de wedstrijd tegen de Oosterparkers. Johan zal het nooit weer vergeten. Net als die ene keer, toen A1 in Valthermond kampioen kon worden. Johan beloofde zijn spelers ieder een doos bitterballen wanneer ze het waar zouden maken. Met zestien dozen à tweehonderd stuks in de auto toog hij naar het voetbalveld. Want kampioen, dat werden ze, wist hij. 


Géén sport zonder sociaal gebeuren voor Johan. Als dat zo zou zijn zou hij er helemaal niet aan beginnen. ‘Het sociale deel is het belangrijkst. Sport is een hulpmiddel om sociaal te zijn. Toen ik trainer werd heb ik als eerste ingesteld: ongeacht de uitslag, winst, verlies of gelijkspel, wij zitten bij elkaar. Dat hebben ze ook altijd gedaan. Het samen zijn vind ik mooi. Ik ben geen man van de sportschool. Ik heb het contact met mensen nodig.’ Het succes met de A1 is één van de hoogtepunten in zijn sportieve carrière. Maar we mogen er vooral geen lofzang van maken. Want Johan Bakker houdt niet van loftrompetten. Borstklopperij is aan hem niet besteed. Trots is hij wel op het plakboek dat hij kreeg van zijn jongens. Jos Klompe, Ronnie Bouwes, Lucien Sahetapy, Mark von Liebenstein, Alwin Douwes, mooie woorden schreven ze allemaal in ‘Hij, Johan Bakker’.  


Trainer is hij niet meer, maar nog steeds is Johan verbonden aan VV Roden. Als scheidsrechter en kantinemedewerker. ‘Ik heb een vast team waar ik scheidsrechter ben. Dat vind ik leuk. Net als het kantinewerk. Ik heb ook even in het bestuur gezeten, een hele tijd geleden al. Niks voor mij. Ik vind het sociale belangrijk, maar ben niet van de compromissen. Ik houd van duidelijkheid, het beestje bij de naam noemen. Spreek je iets af, dan voer je dat uit. En als dat dan niet gebeurt omdat er mensen zijn die vinden dat het anders moet, nou ja, daar kan ik niks mee. Net als in de politiek. Het is goed dat ze er zijn hoor, politici, maar labbekakken zijn het soms. Zeggen ‘sorry’ of hebben zich iets ‘slecht herinnerd’ en komen er gewoon mee weg.’


Johan is ook nauw betrokken bij de Tennisvereniging Roderwolde. Samen met zijn vrouw Elly is hij lid van de technische commissie en beheert hij de kantine. Hij doet de inkoop en houdt de consumptielijsten bij. Het zal u niet verbazen dat het Johan was die voorstelde dat ieder team per toerbeurt hapjes moet meenemen voor na de interne competitie. Het team die de lekkerste hapjes serveert wint de ‘gouten pollepel’. ‘We hebben zes teams, telkens beoordelen de andere vijf team de hapjes met een cijfer. Degene met de meeste punten wint. De hapjes zijn bijna belangrijker geworden dan tennis, haha. Gekheid natuurlijk. We zijn best een fanatieke vereniging. We doen met vijf teams mee aan de buurtcompetitie met buurverenigingen REO in Roden, Peize, Leek en Paterswolde. Dat is best veel voor zo’n kleine club. De betrokkenheid is groot hier’, zegt Johan die het normaal vindt dat je iets doet voor je omgeving. ‘Als je gevraagd wordt voor iets en het ligt binnen de mogelijkheden moet je geen ‘nee’ zeggen, dan kom je niet verder. Je ziet het in alle gelederen: het zijn altijd dezelfde mensen die het doen. Het excuus is altijd: te druk. Maar de mensen die het doen zijn juist de mensen die het druk hebben. Het heeft alles met planning te maken.’


Wat niet iedereen weet is dat Johan en Elly al jaren ski-les geven  in Oostenrijk. ‘We gaan al veertig jaar naar Alpendorf, een plekje in de buurt bij Flachau. We hebben al zoveel mensen les gegeven, Van Russen tot Engelsen, van Arabieren tot Nederlanders. Fantastisch om te doen. Het leukst om te zien vind ik de vorderingen die ze maken. Soms krijgen we appjes: zijn jullie er volgend jaar weer?’ Als we vragen welk cijfer Johan zijn leven geeft, is het stil. Hij houd er niet van om cijfers te geven. ‘Dat je door het leven gaat zonder dat anderen daar aanstoot aan geven, ben ik tevreden. Je moet er zelf iets moois van maken. Genieten van de dingen die je kunt doen. Het kan zo over zijn. Gisteren is geweest, morgen is iets nieuws’.

UIT DE KRANT