Noordenvelders - Margot Musiwa-Van Wijk

Afbeelding
actueel

Margot Musiwa- Van Wijk



RODEN – De deuren staan wagenwijd open in het idyllische stulpje van Margot Musiwa Van Wijk op de hoek van de Nieuweweg-Molenweg in Roden. Ze is thuis donderdagochtend. Eindelijk tijd om de toiletpot te voorzien van een fris riekend luchtje en andere huishoudelijke zaken op orde te brengen. Even ontsnappen aan de hectiek van het ziekenhuis waarin ze zich al weken bevindt. Margot is manager vrijwilligerszaken bij de stichting ‘Vrijwilligers en Vrienden’ van het UMCG, waar ze in dienst is. Toen de coronacrisis uitbrak, kwam er een oproep: alle zorgpersoneel dat ook maar ergens verstopt zit hebben we nodig’.  Margot, opgeleid als kinderverpleegkundige, bedacht zich geen moment. Ze ging aan de slag op de corona-afdeling die is ingericht in het kinderziekenhuis in Groningen. “De passie waarmee collega’s met elkaar de schouders er onder zetten heeft diepe indruk op mij gemaakt.”


De riante picknicktafel achter het huis is een prima plek om het interview af te nemen gezien het stralende weer. Met die anderhalve meter afstand zit het wel snor. Aanvankelijk reageerde ook Margot Musiwa wat laconiek op de eerste berichtgeving over de uitbraak van het coronavirus in Wuhan. “We hebben destijds ook Ebola gehad. Gevaarlijk en dodelijk. Er werd grotesk ingezet met gespecialiseerde teams. Uiteindelijk bleek het allemaal mee te vallen in ons land. Toen corona kwam dacht ook: dat is in China, zal zo’n vaart niet lopen. Maar toen de besmettingsstroom uit wintersportgebieden in Italië op gang kwam, wist ik dat het menens was.”


Toen Margot werd gebeld door het kinderziekenhuis met de vraag of ze wilde helpen op de intensive careafdeling waar zes volwassen coronapatiënten liggen, hoefde ze niet lang na te denken. “Ik heb hier ooit voor gekozen. Ik ben er voor opgeleid, dit moet ik doen.” Ze besprak de kwestie met echtgenoot Playtorn. ‘Je bent zorgvuldig, je weet wat je moet doen’, zei hij. “Wel merk ik dat mensen om mij heen wat zenuwachtig reageren. Maar je loopt het coronavirus sneller op in de supermarkt dan op de ic. Als er érgens de maatregelen strikt worden nagestreefd is het daar wel.” Margot staat bij in het hygiëneproces in het ziekenhuis. Ze zorgt ervoor dat medewerkers spullen aangereikt krijgen ter voorkoming van verspreiding van het virus en om hun eigen veiligheid en die van hun familie te waarborgen.” Margot is onder de indruk van de dynamiek in het ziekenhuis. “Ik kwam op de afdeling en daar lagen zes grote mannen. Dat was even wennen op een kinderafdeling. Ik zie kinderintensivisten die met zóveel passie met hun werk bezig zijn. Roosters zijn opgeplust naar 95 procent, vakanties zijn ingetrokken en in heb geen scheef gezicht gezien. Analisten, laboranten en artsen die elkaar nog niet eerder zijn tegengekomen staan nu zij aan zij. Ze ontvangen mensen bij de toegangsdeuren van het ziekenhuis.”


De eenzaamheid van ic-patiënten vindt Margot heftig om te zien. “Via een IPad laten ze familie weten dat ze aan de beademing gaan. Niet wetend of ze elkaar ooit weer gaan zien. Verschrikkelijk.  Maar ook als iemand van de beademing af mag is dat een juichmoment die je het liefst met familie viert. Kan niet.” Naast haar drukke baan in het ziekenhuis is Margot moeder van drie kinderen: Lynn, Felien en Annemay. “Ik heb het er niet inhoudelijk met ze over, dat gaat me een stap te ver. Ik vertel ze wel dat ik blij ben dat ik hier voor gekozen heb.”


Margot groeide op in Roden. Het huis waarin de Musiwa’s wonen was van haar opa en oma. Als kind speelde ze er vaak. Na haar studie HBO V  reisde ze met een vriendin naar Zuid Afrika om een vrijwilligersproject te doen. “Zij kreeg een serieuze relatie. Het was nu of nooit. We zouden gaan werken op Zanzibar in een ziekenhuis.  Daarvoor gingen we drie maanden op reis. We trokken van zuid naar noord. In Zimbabwe belandden we in een lokale kroeg met livemuziek. Daar werd ik ten dans gevraagd door Playtorn. Vier dagen trokken we met elkaar op. Daarna reisden we door naar Tanzania. Hij bleef in mijn hoofd. Ik ben nogal romantisch aangelegd. ‘Dit is hem’ dacht ik. In mail in een internetcafé schreef ik: ‘ik ga op Zanzibar werken. Ik hoop dat onze paden elkaar nog eens kruizen’. Heel toevallig zat hij ook in een internetcafé. Vier weken daarna kwam hij naar Zanzibar; hij had een baantje in de horeca geregeld. Na ons werk zouden we nog drie weken op reis was het plan, onder andere de Kilimanjaro beklimmen. Dat heeft zij uiteindelijk met haar vriend gedaan die haar op de berg ten huwelijk heeft gevraagd. Ik ben met Playtorn op reis gegaan, heb zijn familie ontmoet.” Uiteindelijk kwam Playtorn naar Nederland en vroeg Margot ten huwelijk. Ze kregen drie prachtige dochters. “Mijn droom? Als we allemaal geworden zijn wie we willen zijn, met Playtorn terug naar Zimbabwe. Dan is hij thuis en is de cirkel rond.”

UIT DE KRANT

Lees ook