Noordenvelders - Reinder Ensing

Afbeelding
actueel

Peize – Hij groeide min of meer op in het café. “Zo ben ik er dus gewoon ingerold”, zegt Reinder Ensing, sinds 2016 samen met z’n vrouw Annelies eigenaar van café Ensing in Peize. Een eigen bedrijf in de horeca. Het betekent vaak dat je altijd aan het werk bent.


“Mijn kinderen zijn nu in een fase van hun leven waarin ze zien dat dit niet altijd leuk is.” Zij zien heel goed dat het werk vaak voorgaat. “Dat komt vooral omdat we bij het café wonen en dat ze ervaren dat er altijd mensen over de vloer komen.” Reinder is het van huis uit niet anders gewend en groeide er mee op. Dat was in die tijd gewoon zo. Hij vindt het nu wel belangrijk dat z’n kinderen ook een stem hebben. “We moeten ervoor waken dat werk en privé in balans blijft.”


Reinder is de 5e generatie in het café waar inmiddels 150 jaar horeca wordt bedreven. Z’n opa en oma begonnen ooit achter de kerk met een gelagkamer. Toen z’n opa in de oorlog overleed, stond oma er met 3 jongens alleen voor. “M’n vader Mans, later vooral bekend als ‘Mansie’, was degene die het werk als 16-jarige meteen oppakte.” Ook hij rolde er min of meer in. Na de oorlog verhuisden ze naar het café naast de kerk en kreeg het de toepasselijke naam ‘café Brinkzicht’. Reinder vond het als klein jongetje al leuk in de kroeg, maar aan overnemen dacht hij nooit. “M’n oudste zus had zeker passie voor het vak, maar zij overleed op jonge leeftijd. M’n andere zus kreeg een baan en tja, zonder daar echt over na te denken, was ik hier volledig aan het werk.” In 2000 kwam Reinder in de VOF bij z’n ouders en toen ze 16 jaar later de zaak overnamen werd het café Ensing. “We wilden het beestje maar gewoon bij de naam noemen.”


“Wat het leukste is van mijn werk? Dat zijn de contacten”, zegt Reinder. Hoewel het café vooral geliefd is bij de zogenaamde oud-Peizenaren, ziet hij ook nieuwe inwoners naar z’n kroeg komen. Hij geniet vooral van feestjes en partijen, maar ook van de jongens van de biljartclub. Ze hebben er veel lol en daar geniet hij graag van mee. Op de vraag of hij wel eens een borrel meedrinkt is het een pertinent ‘nee’. “Ik wil niet dat als ik een fout maak, dat ze later kunnen zeggen dat dit komt doordat ik zou hebben gedronken.” Een minder leuke kant van het werk is als mensen zeuren. Hij doet voor iedereen z’n best en laat iedereen in z’n waarde. Dat verwacht hij dan ook terug van z’n klanten.


“Ik hoor hier veel en het moet beslist niet zo zijn dat datgene wat ik hoor, hier vandaan komt”, zegt Reinder. Horen, zien en zwijgen dus. Hij heeft niet een specifiek barverhaal. Daarentegen hoort hij sommige verhalen wel heel vaak. “Ik ken vaak de clou al. Maar als iedereen de 10e keer weer lacht, lach ik rustig mee.” Hij vertelt dat hij hiervan kan blijven genieten.


Voor hobby’s heeft hij niet echt tijd. Achter z’n huis hebben ze een stuk land met wat schapen en pony’s en een tuin waarin nog eens gewerkt moet worden. Hij is er graag bezig, maar het werken in het café slokt veel van z’n tijd op. “Maar m’n werk is eigenlijk wel m’n hobby. Gelukkig maar, anders zou je dit ook niet vol kunnen houden.” Hij en Annelies werken hard. Maar hij wil niet dat de klootschieters merken dat hij het even daarvoor druk heeft gehad met een receptie. Z’n vrouw, ze staat nog 1 dag in de week voor de klas, werkt vooral achter de coulissen. Reinder is de man ín de kroeg. Hoewel je daarbij zou kunnen denken dat hij houdt van aandacht, dat is beslist niet het geval. “Ik ben daar niet van. Doe maar gewoon, zo ben ik ook groot geworden.” Over twee jaar wordt hij 50, dat wil hij zeker vieren en wel in z’n eigen café. Hoewel hij beseft dat hij dan wel in de belangstelling zal staan, blijft hij daar vooralsnog vrij nuchter onder.


Hij wil niet te ver vooruit kijken. “Ensing over 10 jaar? Ik weet niet wat onze jongens willen, maar ze mogen hierin hun eigen keuze maken.”

UIT DE KRANT