Noordenvelders: Tineke Veenstra

Afbeelding
actueel

PEIZE – Haar hobbykamer boven is de ruimte waar ze graag zit, daar is ze aan het schilderen, maar daar is ze ook creatief met heel andere materialen. Tineke Veenstra toont de ruimte waar ze momenteel voorbereidend werk doet voor ‘Ons T hoes’, dat is een kleine gezellige locatie midden in het centrum van Peize waar onder professionele begeleiding dagbesteding wordt geboden. Maar ze is hier ook het grote voorbeeld voor haar kleindochter. “Kijk, deze sneeuwbol heeft ze zelf gemaakt.”




De geboren Westerkwartierder verhuisde op jonge leeftijd naar Norg, waar haar ouders een bakkerij begonnen. Omdat haar vader daarnaast ook veel ‘kelnerde’ en hij op een gegeven moment wel 80 uur werkte, werd besloten de overstap te maken naar de horeca. Het gezin kwam naar Peize in een cafébedrijf aan de Oude Velddijk. “Doordat iedereen naar onze kroeg kwam omdat het verenigingsleven zich hier grotendeels afspeelde, voelde ik mij meteen Peizenaar”, aldus Tineke. Omdat haar vader zakte voor het diploma cafébedrijf, besloot Tineke, ze zat in het examenjaar van de opleiding kinder- en jeugdverzorging, hem hier doorheen te helpen. Wat gebeurde er? Zij slaagde en hij zakte opnieuw. Gelukkig haalde hij het een jaar later alsnog. Tineke, ze had al twee jaar in de zorg gewerkt, had toch passie voor de horeca. En zo had ze, totdat ze beviel van zoon Mark, samen met haar zus een konditorei in Roden. Even was ze thuis, totdat Mark naar de peuterspeelzaal ging. Met haar vooropleiding kon ze daar toen aan de slag als leidster. “Met veel plezier deed ik dit werk zo’n 12 jaar, totdat de zorg weer op m’n pad kwam.” Zo tufte ze als ambulant zorgmedewerker jarenlang bijna heel Groningen en Drenthe door. “En toen was daar ineens het idee dat mijn zoon en ik voor onszelf wilden beginnen.” Alles stond klaar om te beginnen met Tima Zorg, persoonlijke zorg of ondersteuning aan cliënten, totdat een heel onschuldige val met de fiets roet in het eten gooide. In eerste instantie was niet duidelijk hoe ernstig het was. Maar de diagnose die uiteindelijk gesteld werd, een hersenkneuzing, had verstrekkende gevolgen. In het begin kon ze alleen maar lopen tussen twee mensen in. “Het ongeluk werd een keerpunt in mijn leven”, zegt Tineke. Nu, inmiddels twee jaar later, moet ze nog steeds goed structuur aanbrengen in haar leven en grenzen stellen. “En dat blijft lastig.” Wel is ze inmiddels zover dat ze steeds meer gaat uitbouwen in haar sociale maar ook culturele leven. Hoewel de voorstelling waar ze kortgeleden heenging aan het eind voor haar eigenlijk te veel werd, was ze toch blij dat ze het weer een uur vol kon houden. Tineke geniet van elk kleine beetje vooruitgang.


Samen met Henk Kosters, hij is wethouder in de gemeente, geniet Tineke ook vooral van hun 3 kinderen en 2 kleinkinderen. Ze zegt inmiddels zoveel geluk te halen uit de kleinkinderen tijdens de twee oppasmiddagen. “Maar ook uit het knutselen”, voegt ze daaraan toe. Ze is nu bezig om voorbereidend werk te doen voor de cliënten van ‘Ons T hoes’, zodat ze straks samen met hen de knutselwerkjes af kan maken voor de kerstmarkt. En zo is het zorgmens Tineke toch weer bezig met haar doelgroep.


Tineke moest al op jonge leeftijd afscheid nemen van haar ouders en ze nam de zorg van haar 16 jaar jongere broertje op zich. “Het is een fase in je leven die je op dat moment ‘gewoon’ doorleeft.” Maar ze besefte juist de laatste jaren wat hun kinderen, ook de ouders van Henk overleden jong, hebben gemist doordat ze opgroeiden zonder opa’s en oma’s. “Wij zien nu hoeveel liefde we van onze kleinkinderen mogen ontvangen en hoe fijn ze het bij ons hebben.” Ze vindt het heel bijzonder dat hoe ouder je wordt, je meer over dit soort dingen na gaat denken. “Wees dankbaar”, zijn haar woorden.


Wat ze straks samen met Henk gaat doen als hij volgend jaar stopt als wethouder? Ze zeggen nog geen plannen te hebben, daarvoor heeft hij het nu nog te druk. Ze zegt er de vorige avond nog met hem over te hebben gesproken. Omdat Tineke gewend is om veel alleen te zijn zei ze toen tegen hem: “Er komt misschien nog wel een tijd dat ik tegen je zeg, moet je niet een keer weg ofzo””, sluit ze lachend af.

UIT DE KRANT