Noordenvelders: Wim Feith

Afbeelding
actueel


Je krijgt een mens uit de Oosterparkwijk, maar je krijgt de Oosterparkwijk niet uit een mens. Die vlieger gaat ook op bij Wim Feith. Muziekliefhebber (wat heet), gepassioneerd wielrenner en bovendien een uitgesproken mens. ‘Ik heb weinig last van bescheidenheid’, weet de geboren Stadjer. Het maakt de bedenker van het populaire Brinkpop tot een uitstekende gesprekspartner.
‘Als ik me ergens voor inzet, ga ik er ook echt voor.’ Wim mag dan geen regelneef zijn, Brinkpop ontsproot toch maar mooi uit zijn brein. ‘Het was een idee waar ik al langer mee rondliep. Het leek mij leuk om zoiets te organiseren en ik kreeg de volledige steun van de Muziekcoöperatie Peize. Een club waar we in Peize veel aan te danken hebben.’ Maar daarover later meer.
Wim zelf komt dus oorspronkelijk uit Groningen. Hij groeide op in de Oosterparkwijk, waar hij één van de weinigen was die niks met de in dezelfde wijk aanwezige voetbalclub had. Wél tekende deze periode hem. De humor en het uitgesproken karakter, zijn onmiskenbaar een vette knipoog naar de rauwe Groningse wijk.
De eerste muzikale stappen zette Wim dan ook in ‘Stad’. ‘Ik weet nog dat ik een gitaar kreeg. Ik ging op les bij Jager, in de Ebbingestraat. Daar heb ik de basis gelegd in de muziek. Man, ik speelde mijn vingers blauw die eerste weken. Ik heb direct mijn hart verloren!’
Het maakt dat hij nu, op zijn 72ste, nog steeds in het wereldje zit. Met de band 6pack bijvoorbeeld of met de WiJo’s, het duo wat hij vormt met Joop Hamming en waarmee hij (voor corona) de bejaardentehuizen af ging. ‘Fantastisch om te doen. Had je mij vroeger gezegd dat ik in bejaardentehuizen liedjes van Vader Abraham zou spelen, dan had ik je voor gek verklaard. Maar het zijn prachtige middagen, echt waar. Fantastisch om die mensen, die soms hun eigen familie niet meer herkennen, mee te zien deinen op de klanken van Que Sera. Je weet niet wat je meemaakt.’
Twee jaar geleden ontstond Brinkpop, een idee van Feith zelf. Hij ging erover in gesprek met Joost Jansonius van de Muziekcoöperatie Peize. Brinkpop was direct een succes, zoals ook de Muziekcoöperatie van meet af aan goed liep. ‘Peize heeft veel bands, daar verkijk je je op. De Muziekcoöperatie is een organisatie die meehelpt met het bekostigen van allerlei activiteiten. Het is niet verwonderlijk dat de gemeente Noordenveld dit initiatief van harte financieel ondersteunt. Dat zegt genoeg.’
Naast de muziek is Feith een fervent fietser. Liefst een keer of drie à vier per week, tussen de 35 en 50 kilometer. ‘Nu alleen, eerst met een vast clubje. Kan nou niet meer hè… Jammer, maar goed. Ik blijf wel bezig. Als het droog is, ga ik op pad. Vind ik heerlijk. Zo blijf je gezond. Ik zit nog bij NOAD, maar gezamenlijk kunnen we niet veel. Voor het blad, Bidon geheten, mag ik graag een stukkie schrijven. Waarschijnlijk lach ik zelf het hardst om die stukken. Ik probeer vaak te prikkelen, dat vind ik mooi. Binnen de club sta ik bekend als een grootbek. Dat zal met mijn afkomst te maken hebben. Oosterparkers hebben nou eenmaal het hart op de tong.’
Daarnaast vindt Feith het dus prachtig om op de planken te staan. Aandacht heeft hij nooit vervelend gevonden. Het maakt dat hij, voor corona, toch al gauw zes dagen per week met de muziek bezig was. Optreden in het weekend, spelen bij de Paiser Hopsingers en bij Oosterstörm, het koor uit Groningen. ‘Live muziek maken, dat blijft toch iets bijzonders. Of dat minder wordt? Merk ik niks van. Met 6pack staan we nog 35 keer per jaar op het podium. Met 130 nummers in ons repertoire valt er bovendien nog genoeg te spelen.’ Daarnaast mag Wim nog graag een concertje pikken, het liefst met zijn vrouw. ‘Vroeger ging ze ook vaak mee naar mijn eigen optredens, maar dat doet ze nu niet meer. Ze vindt het mooi hoor, maar ze heeft me al zo vaak horen spelen. En thuis ben ik ook bezig. Nee, die heeft het wel gezien.’
Naast de dagelijkse beslommeringen geniet Wim van zijn kleindochter. ‘Jongen, dat is zó bijzonder hè. Echt waar. Een kind krijgen is al mooi, maar een kleinkind: prachtig. Ik ben verliefd, echt waar. En het mooie is: er is nu een kleinzoon op komst. Ik kan m’n geluk niet op.’

UIT DE KRANT

Lees ook