‘Om stil en heel klein van te worden’

Gemeente Westerkwartier

LEEK – Omdat 4 en 5 mei weer dicht bij komt leek het mij goed om het dagboek van Anne Frank weer eens te lezen. Indrukwekkend om te lezen hoe ze in het begin van het dagboek vooral op nog een kinderlijke manier ingaat op het bekritiseren van vooral haar klasgenootjes en de vele aanbidders. Langzamerhand gaat ze meer in op de dagelijkse gang van zaken achter de draaibare kast in het achterhuis. Een beklemmend gevoel bekruipt je als je haar laatste inbreng leest op de dag voordat ze allemaal werden opgepakt. Ook in Leek werden in de herfst van 1942 bijna alle Joden tijdens een razzia in het holst van de vrijdagnacht opgepakt en weggevoerd. In mijn vorige column schreef ik hierover en gaf aan hier op terug te komen. Na de razzia en aanhouding werden de 61 Joden verzameld in het voorste gedeelte van het huidige gemeentehuis van Leek. Daar liet Roos Oudgenoeg, één van het opgepakte gezin uit de Hessel Jan Smitstraat, die nacht de volgende twee briefkaarten achter: (zie ‘Historische Kring Leek’)
Leek Vrijdagnacht !
”Beste vrienden. Wil u even berichten dat ze ons vannacht om twaalf uur weggehaald hebben. We zitten nu nog in ’t gemeentehuis en gaan met de tram weg. Nou mensen het beste hoor. ‘K hoop u allen weer te zien, We hebben goeden moed, Nu dag hoor vele groeten van Roos en kindernder”                                                                                                       
De tweede briefkaart:
“Beste vrienden,
“Zoals u wel al weet natuurlijk zijn wij nu weg. Elly wou nog naar jullie toe vannacht maar dat mocht niet. Nou, mensen ik hoop dat we gauw weer terugkomen, want we komen weer hoor.
We zitten nu in het gemeentehuis. Wij zijn om half een weggehaald door drie polities.
Nou wat ons te wachten staat, ik weet het niet, maar we houden moed hoor, we komen terug hoor.  Nou dag het beste gewenst, vrouw Oudgenoeg, Sophie en Elly”
De volgende dag werden zij afgevoerd naar Westerbork.
De gezinnen hoopten dat zij in Westerbork herenigd zouden worden met hun man en vader of zoon. Hoe konden zij weten dat de mannen op het allereerste transport zaten en vrijwel niemand meer leefde, dat ze in Auschwitz waren vermoord. Van uit Westerbork schreef Roos op een briefkaart:
Beste vrienden !
“Net nog een pakje ontvangen en hiervoor mijn hartelijke dank. We moeten vertrekken, dus niets meer zenden. Geef vooral alle Leeksters de groeten en we gaan vol goeden moed hoor en we hopen terug te komen. Het is hier vreselijk. Ik ben blij dat we hier weg gaan. Nou t beste met u allen hoor en gegroet van Roos en kinder “
Roos en haar dochters Sophie 18 jaar oud en Elly 14 jaar oud werden op 11 december vergast. Van alle 61 Joden die uit Leek werden weggevoerd keerde niemand terug, allen werden vermoord. Tot zover deze drie achtergebleven briefjes. Om stil en heel klein van te worden. Zo heeft elk dorp en elke stad in Nederland haar eigen verhalen uit deze verschrikkelijke tijd. In deze tijd voor mij een vreemd gevoel om in hetzelfde gemeentehuis, hoewel er een groot gedeelte is bijgebouwd, bijna elke avond te vergaderen. Het is dan ook goed om op 4 mei deel te nemen aan de dodenherdenking. De stille tocht start bij het gemeentehuis om daarna de herdenking te houden bij het Joodse Schooltje. Volgend jaar weer bij het monument. In Zevenhuizen en Tolbert vinden ook herdenkingen plaats. En daarna op 5 mei het vieren van de bevrijding. Wat zal dat 70 jaar geleden veel geluk, maar voor velen ook verdriet om hen die dit niet mee mochten maken, hebben gebracht. ‘Ik groet u’. ‘Moi’.   

UIT DE KRANT