Onbetrouwbaar

|
| Foto: |
Puur natuur

Een enkele keer vergelijk ik paddenstoelen wel eens met mensen en heb het dan over betrouwbaarheid. Dan gaat het over het verschijnen van paddenstoelen, of je er op kunt rekenen dat je ze een jaar later op dezelfde plek weer ziet. Nog even kort: Paddenstoelen zijn zeg maar de vruchten van een schimmel die (meestal) in de grond zit. Veelal zie je zwammen jaar in, jaar uit verschijnen, maar er zijn soorten bij waar je niét op kunt rekenen. Die slaan zo maar een jaartje over, of soms zelfs meerdere jaren.

Dat is ook zo met de zwam die u op de foto ziet afgebeeld, de Zwartwordende cantharel. Dat is een extreem zeldzame soort, niet alleen in Nederland, maar ook mondiaal. In Nederland was hij bekend van één groeiplaats in Midden-Nederland waarna Ab Neutel, onze paddenstoelenman uit Leek, de soort in 2010 ontdekte in het Natuurschoonbos bij Nietap. Dat leidde nog tot een vermelding in de ’Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe’, een lijvige driedelige atlas die dit jaar verscheen, waarin de ruim 2300 Drentse soorten worden beschreven. In de tekst wordt vermeld dat hij in 2011 en 2012 niet werd waargenomen en daaraan kan worden toegevoegd dat ook in 2013 en 2014 geen vruchtlichamen werden gevonden. Maar ziedaar, vorige week belde Ab me met het heuglijke nieuws dat hij er weer stond en vroeg of ik ze wilde zien. Uiteraard wilde ik dat, want de vondst in 2010 was aan mij voorbijgegaan en nu kon ik er zelf een foto van maken. Wat dat betreft mogen ze me voor bepaalde soorten midden in de nacht wakker maken. Bij wijze van spreken dan, want ’s nachts fotografeert het niet echt lekker.

Per jaar kan de productie van vruchtlichamen per schimmel enorm verschillen. Het ene jaar kun je bijvoorbeeld ’die rode met witte stippen’, de Vliegenzwam, op vaste plekken in grote getale zien en het jaar erop slechts mondjesmaat. Maar het kan dus ook zijn dat een schimmel geen vruchtlichamen vormt en dat soms zelfs enkele jaren achtereen. Dat werd eerder al geconstateerd in De Kleibos bij Foxwolde waar de Streephoedridderzwam ooit was gezien. Pas 8 jaar later stond hij er weer. Zelf kijk ik al jaren uit naar de Fijnschubbige boleet in het Mensingebos die daar bij enkele Grove dennen groeide. Misschien dat de schimmel er nog wel is, maar het kan ook zo maar zijn dat hij de geest heeft gegeven. Het is een kritische soort die hoge eisen aan het leefmilieu stelt en in Nederland sterk is achteruit gegaan. Sinds 1990 is circa 60% van de groeiplaatsen verdwenen.

Nou heeft alles wat leeft een bepaalde houdbaarheid en komt er op een gegeven moment een einde aan. Bepaalde schimmels kunnen echt ontzettend oud worden, maar het houdt een keer op. Dat kan ook een gevolg zijn van het einde van een ander leven. Veel schimmels leven in symbiose met bomen en beide zijn op elkaar aangewezen. Wanneer een boom sterft (of wordt gekapt) dan sterft de schimmel ook en krijgt u dus niet meer de paddenstoelen te zien die er eerst stonden. Alle drie hierboven genoemde soorten werken samen met bomen, dus ook die Zwartwordende cantharel in het Natuurschoonbos. Om die reden hoop je dan dat er respectvol mee wordt omgegaan, maar er zijn altijd bedreigingen. Als lid van de Vereniging Natuurschoon, de eigenaar van het bos, kwam mij ter ore dat men overweegt om ’onderhoud’ te plegen op de plek waar deze zeldzaamheid groeit. Niet ver daarvandaan is trouwens een unieke, grote groeiplaats van de Weidewasplaat en je moet er niet aan denken dat deze door bepaalde ingrepen verdwijnt.

Maar al te vaak word ik geconfronteerd met plannen die achter bureaus worden bedacht en erop gericht zijn om mensen het naar de zin te maken. In Nederland heerst sowieso de opvatting dat alles er keurig en goed onderhouden moet uitzien, maar dat strookt zelden met de eisen die de natuur aan haar omgeving stelt. Die is juist gebaat bij zorgvuldig beheer en meestal komt dat neer op het ongestoord laten van de omgeving. Het Natuurschoonbos maakt trouwens deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en dan ben je volgens mij als natuurvereniging daaraan schatplichtig. Het is logisch dat je mensen van die natuur wilt laten genieten, maar de wijze waarop moet met respect voor de heersende natuurwaarden.

UIT DE KRANT