Ongekend aantal
Twee weken geleden had ik het over de Eindejaars Plantenjacht waarbij na de kerstdagen tot afgelopen zondag alle wilde en verwilderde bloeiende planten gedurende een uur worden genoteerd. In 2014 leidde dat tot 647 lijsten die door 318 personen werden ingeleverd. Ik verbaasde me er enigszins over dat er toen maar liefst 383 verschillende soorten planten werden gevonden. Ik noemde het zelfs een ongekend aantal. Nu blijkt dat dit ronduit een achterhaalde opmerking was.
Het lag in de lijn der verwachting dat er in 2015 veel meer belangstelling voor deze plantenjacht zou zijn dan het jaar ervoor. Toen was het nog een tamelijk onbekend project dat zijn oorsprong in Groot Brittannië kent, waar het een zeer populaire bezigheid is. Je kunt je er wel iets bij voorstellen. Na de kerstdagen willen de meesten er wel even op uit. Zeker na al die dagen thuis waarbij in het algemeen meer wordt gegeten dan goed voor je is. Met de florawerkgroep van IVN Roden hebben we er ook aan meegedaan en op een enkeling na waren alle leden op 28 december aanwezig om een rondje in De Kleibosch bij Foxwolde te maken. Met 20 bloeiende planten waren we best tevreden, vooral omdat er onverwachte soorten bij waren. Dat was bijvoorbeeld de Bosanemoon en de Kale jonker (een distel) werd ook niet verwacht. Van de Grote muur (vroeger Grootbloemige muur genoemd) zagen we op meerdere plekken bloeiende planten. Het waren soorten die niet op de soortenlijst van 2014 stonden. Daardoor rees al het vermoeden dat er dit jaar veel meer soorten zouden worden gevonden.
Op nieuwjaarsdag vond nog een rondje plaats en dit keer in urbaan gebied. Plaats van handeling was een route die voerde langs de Kanaalstraat, Kastanjelaan, Oosteinde en de Ceintuurbaan Noord. Naast de bekende zeer algemene soorten die bijna overal worden gevonden (Madeliefje, Paardenbloem en Straatgras) leverde dat tal van andere soorten op: bijvoorbeeld grassoorten als Gewoon struisgras, Grote vossenstaart en Kropaar. Ook de Bleekgele droogbloem kwamen we bloeiend tegen. Vroeger was dat nog een tamelijk zeldzame plant, maar tegenwoordig zie je hem op tal van plaatsen opduiken, onder andere in onze tuin, maar vooral tussen stoep- en straattegels. Spetterend qua bloei is hij niet, maar daar staat tegenover dat we mooi bloeiende planten zagen als het Jakobskruiskruid en de Zomerfijnstraal (foto). Deze gegevens zijn inmiddels al door ons ingevoerd en we waren niet de enige! Via de website van FLORON zagen we een tussenstand waaruit (op zondagavond jl.) bleek dat er inmiddels 1522 lijsten zijn ingeleverd door 815 deelnemers en er -dat mag ik nu wel zeggen- het ongekende aantal van 824 verschillende soorten bloeiende planten is gezien. Dat betekent dus dat meer dan de helft van alle Nederlandse soorten (ca. 1500) op het eind van het jaar in bloei stond.
Of je daar blij mee moet zijn is de vraag. Frappant is het wel en natuurlijk heeft het alles te maken met het zachte weer. Onder ’normale’ omstandigheden zou het ook zo kunnen zijn dat er in deze periode vorst heerst en er een pak sneeuw ligt. Dan vind je maar weinig bloeiende planten. Maar normale omstandigheden komen niet meer voor. De laatste Elfstedentocht werd verreden op 4 januari 1997! Om een foto bij dit stukje te maken toog ik afgelopen zondag naar het braakliggende terrein tegenover Alida’s Smulpaleis (een andere naam had ook genoemd kunnen worden) waar we onder andere het Jakobskruiskruid bloeiend aantroffen. Die bleek stijf bevroren te zijn en dus niet meer fotogeniek genoeg. Daarom is het een foto uit mijn archief geworden van de Zomerfijnstraal die er ook (minder mooi) stond. Tijdens ons laatste rondje kwamen we ook nog andere zaken tegen, waaronder de Slanke aardtong. U weet waarschijnlijk niet wat het is, maar dit is een paddenstoel. Het was bepaald niet de enige en dat is ook niet normaal.
