Ongenode Gast - Oekraïense vluchtelingen in Roden

||
|| Foto: ||
(On)genode gast

Wat:                Oekraïense vluchtelingen in Roden


Waar:              Groepsverblijf de Hullen


Wanneer:        Vrijdag 29 april


De Ongenode Gast hoorde dat er Oekraïense vluchtelingen zijn neergestreken in groepsverblijf de Hullen. Natuurlijk wilde ze zelf even polshoogte nemen om kennis te maken en iets meer te horen over hoe het nu gaat. Bij de Hullen aangekomen komt Marieke van Wieren al aangelopen om de Ongenode Gast welkom te heten. Het is meteen duidelijk dat ook haar gasten in een warm bad terecht zijn gekomen.
‘Momenteel zijn er 9 mensen, inclusief kinderen,’ vertelt Marieke, ‘en ze zijn 12 april aangekomen. Er komen vandaag nog 9 bij, waaronder een Marokkaanse vluchteling uit Oekraïne. De taal is wel een ding, maar gelukkig spreekt een van de vrouwen Engels.’
In de gezamenlijke ruimte zitten de vrouwen al te wachten. De oorlog is hen op het eerste gezicht niet aan te zien. De haren zijn gestyled, de nagels verzorgd en de gezichten keurig opgemaakt. Maar als Lena begint te vertellen, is het al snel duidelijk waarom ze moesten vluchten. ‘We komen allemaal uit de Donbas-regio,’ vertelt ze in het Engels. ‘Toen de eerste bommen vielen hadden we geen idee wat we moesten doen. Onze overheid had niet verwacht dat het zo’n vaart zou lopen, dus was er geen protocol. Ik was onderweg naar mijn werk toen de bommen vielen. Ik heb mijn werk maar gebeld en mijn hoofd zei dat we naar huis moesten gaan. We hebben wel een kelder onder het huis, maar geen echte schuilkelder. Uiteindelijk hebben mijn man en ik toch besloten dat ik met de kinderen zou vluchten. Hij mocht niet weg. Bovendien hebben we allemaal dieren thuis, die ook moeten worden verzorgd.’
Lena’s tienjarige dochter Katja wilde liever niet weg. ‘Ze was nog nooit in het buitenland geweest en vond het spannend. Ook is ze bang dat de dieren niet meer leven als we terugkomen. Maar ons huis staat nog. Katja hoort haar naam vallen, zwaait even en gaat dan met de bal spelen met een van de andere kinderen. Ze ziet er onbezorgd uit. ‘Kinderen passen zich gelukkig snel aan,’ zegt Lena.
Op de vraag of haar man aan het vechten is antwoordt ze: ‘Nog niet. Allereerst vechten de militairen, dan zijn de mensen die zich hebben aangemeld voor het leger aan de beurt. Mensen zoals mijn man zijn reservist.’
Marieke vertelt dat Lena lerares is. ‘Er is een werkvergunning voor haar aangevraagd, zodat ze kan gaan helpen op school, om te tolken voor de kinderen die na de meivakantie naar school gaan.’


Olga is 43 en ingenieur in een zoutmijn in Oekraïne. Haat dochter Valeria is 13 en is met haar meegereisd. Haar oudere dochter is in Lviv achtergebleven, ze wilde niet mee omdat ze net een nieuwe flat had gekocht. ‘Ze wilde haar huis niet achterlaten.’ Op de vraag hoe ze met de hele situatie omgaat zegt ze: ‘Humor is belangrijk. Dat relativeert. Maar iedereen gaat er natuurlijk op een andere manier mee om. In ons vorige leven waren andere dingen belangrijk. Je denkt dat je veel spullen nodig hebt, veel geld en bezit. Maar als het dan opeens oorlog is besef je dat maar één ding belangrijk is, veiligheid van je gezin en jezelf.’


Katerina is met haar kinderen Ivan en Emilia en haar moeder Marina naar Nederland gekomen. Ze vindt het hier fijn, het is rustig en de natuur is mooi. Voor ze haar kinderen kreeg was ze manager in een café. Ze schiet in de lach als de Ongenode Gast vraagt wat ze écht anders vindt in Nederland, vergeleken bij haar eigen land. ‘iedereen is vreselijk aardig. Als je bij ons een wildvreemde groet, denken ze dat je gek bent. Hier, als mensen ons onderling horen praten en ze merken dat we uit Oekraïne komen, spreken ze ons aan, stellen vragen en vragen of ze ons kunnen helpen. Dat is echt bijzonder.’


Olga vertelt dat ze nog nooit zoveel fietsen heeft gezien. Ze heeft het ook geprobeerd, maar viel meteen om. Inmiddels wordt er door de dames druk geoefend en zal het niet lang duren voor we ze door het dorp zullen zien fietsen.




||
||

UIT DE KRANT