‘Onze chauffeurs zijn sociale praatpalen’

||
|| Foto: ||
actueel

Op pad met de VOR

RODEN – Het is dinsdagmorgen. In het kantoor van de VOR, in Vasalis meteen links, is het gezellig. Aan tafel zitten chauffeur Lammert Woltman uit Peize, voorzitter Harry Poelstra en Jan Hoendermis, vrijwilliger en belast met het organiseren van het jubileumfeest. Ondertussen wordt er ook gewoon gewerkt. Vrijwilligers Van der Krogt heeft de headset er bij op. Hij is bezig met het plannen van ritten en neemt de telefoontjes aan. Op tafel staat koffie, er komen mensen binnenlopen met vragen, opmerkingen en suggesties. Het is kortom gewoon gezellig in het kantoor van de VOR.

Zet Lammert, Jan en Harry aan één tafel en de verhalen over de VOR komen als vanzelf. Je hoeft niets te vragen. Je gooit er misschien één eurocentje in om vervolgens bedolven te worden onder prachtige verhalen over hun organisatie. ‘Het klinkt misschien wat afgezaagd, maar ik ben echt trots om voorzitter van deze club mensen te zijn’, zegt Poelstra, die zelf ook als chauffeur fungeert, maar nu even niet. ‘Nee man, ik maak even pas op de plaats. Ik heb onlangs wat omleidingen gehad. Ik kreeg een infarct op de golfbaan. Je schrikt enorm. De ingreep is prima verlopen, maar toch. Als je nu iets voelt dan denk je toch meteen dat er iets is. En dus ben ik onlangs maar weer naar het ziekenhuis gegaan. Voor zo’n fietstest. Wat bleek: mijn hart functioneert voor 123 procent. Dat geeft me wel rust’, zegt de voorzitter, die echter nog wel even wacht voor hij weer achter het stuur stapt.

Zo wil de VOR alles gewoon goed geregeld hebben. ‘Onze bussen’, zegt supervrijwilliger Lammert, zijn uitgerust met heel bijzondere instaptrapjes. Mét leuning. Mooi hè.’ De VOR staat echter vooral voor service. Als mensen naar de Jumbo gaan en we halen ze op, dan brengen we de tassen even naar binnen. We zetten de boodschappen nog net niet in de koelkast, maar veel scheelt het niet. Dat is denk ik onze kracht. En we hebben wat meer tijd. Kunnen en willen best even wachten.’

Poelstra komt met wat cijfers. In 2011 hebben we 120.000 kilometer afgelegd, in 2013 was dat 104.000. Het aantal rolstoelritten is de laatste jaren gestegen. ‘We hebben bewust twee rolstoelbussen. Stel dat de één voor onderhoud weg moet en je hebt geen ander. Wat dan? Daar is dus wel over nagedacht. Hoewel de gemeente Noordenveld ons geen subsidie geeft, staan zij wel voor de ombouw van de bussen. Dat waarderen we zeer want ook dat kost gewoon een hoop geld. We zijn straks weer toe aan een nieuwe bus. Nou, dan ben je er met vijftig mille echt niet hoor. Alles moet ook gewoon goed zijn.’

De VOR bussen zijn voorzien van winterbanden- ‘denk maar niet dat de taxi’s dat allemaal hebben- en de VOR doet veelal zaken met Henk van Bergen in Roden. Waarom? Omdat dit gewoon heel goed bevalt. Overigens is het ook voor ons zaak om op de kosten te letten en constant te zoeken naar bronnen van inkomsten. Dat heeft toch wel hoogste prioriteit.’

De toekomst van de VOR lijkt prima. ‘Zeker weten’, zeggen de drie wijze mannen aan de tafel. ‘Kijk maar wat er gebeurt in ons land. Mensen blijven steeds langer thuis wonen. En zijn qua mobiliteit dus aangewezen op bijvoorbeeld ons.’

Kan iedereen eigenlijk zomaar chauffeur worden bij de VOR? Die vraag hoor je wel eens, als mensen alvast nadenken over hun ‘ouwe dag’ en nog lang niet achter de geraniums willen zitten. ‘Als mensen zich melden dan gaan we een ritje maken met een ervaren chauffeur. Kijken of het lukt. Het is met name wat betreft het nemen van de bochten wat anders dan een gewone personenauto. Maar dat loopt meestal wel los. Onze chauffeurs hebben een grote bevoegdheid. Bepalen soms zelf wat er gebeurt. Als zij het te glad vinden om te rijden, dan wordt er niet gereden. Zo hoort het ook. Onze chauffeurs dragen verantwoordelijkheid.’

Tot aan je 75e mag je de VOR-bus besturen. Die leeftijdsgrens geldt ook voor bestuursleden. ‘Waar we straks ook rekening mee moeten houden is dat de tijdspanne waarin mensen dit soort werk kunnen doen steeds kleiner wordt. Mensen moeten straks immers steeds langer werken. Behalve goed kunnen rijden is sociale vaardigheid enorm belangrijk als chauffeur’, zegt Woltman. ‘Mensen vertellen heel veel. Je weet al heel snel wanneer er ruzie met de schoondochter is, haha.’

Lammert pakt de sleutels. Rijdt de bus voor. Het is tijd voor een ritje in de VOR bus. Naar de garage om precies te zijn. ‘Veel mensen weten niet dat we een garage hebben’, zegt Lammert, die de bus soepel naar de Ceintuurbaan (tegenover De Hullen) stuurt. Twee roldeuren gaan open. Hier staan de bussen als ze niet gebruikt worden. Een prachtige ruimte. ‘In Peize hebben we dat niet. Daar neemt de chauffeur de bus mee naar huis’, zegt Poelstra, die zelf probeert de instaptrap uit te lappen. En dat lukt.

Al een kwart eeuw VOR dus. Jan Hoendermis- ook al zo’n supervrijwilliger- heeft de taak op zich genomen om iets te organiseren. ‘We nodigen al onze vrijwilligers en hun partners op 28 november uit bij Boonstra in Peize. Daar zal Harry wat vertellen en gaan we genieten van een heerlijke barbecue. Ik heb verder wat muziek geregeld en er is cabaret. Nee, een receptie houden we niet. Het gaat om onze vrijwilligers, immers. En zeker ook om hun partners. Want zijn moeten het ook maar goed vinden dat hun man of vrouw voor de VOR aan het werk is’, besluit Hoendermis.

||
||

UIT DE KRANT