‘Onze groep is ontzettend hecht’

||
|| Foto: ||
actueel
Berend en Gea zijn er helemaal klaar voor
RODEN – Je weet dat zaterdag Paradedag is. Je weet dat op woensdag de kortebaan op het programma staat. Je weet van de beurs, je weet van de Ronermark en je weet van de Overwijk Bar. Ja, de Overwijk Bar. De bar op het voorplein van het Jaarbeursterrein. Wellicht de drukste bar de komende week, zoals dat de afgelopen jaren al steeds het geval was. De Overwijk Bar is een begrip geworden. Piet gaat op maandag, Jan op zaterdag en Henk drinkt er de hele week z’n biertje. Berend en Gea Overwijk Overwijk zijn er weer klaar voor. Zonder op de voorgrond te treden, gekke kunstjes te doen of rondjes weg te geven, staat iedereen graag in hun tent. Het zal dit jaar niet anders zijn.
Berend zucht eens diep. Hij is net thuis. ‘Ik ben 63 en werk nog gewoon. Zal wel moeten hè. Of ik al klaar ben voor de Rodermarkt? Euh, ja hoor. Ik ga donderdag nog gewoon aan het werk en meld me vrijdag om 10.00 uur op het Jaarbeursterrein. Natuurlijk heb ik er zin in. Hebben wij er zin in. Om 10.00 uur begint meteen het werk. De tent staat en alles is aangesloten, wij dragen zelf zorg voor het vullen van de koelkasten. Ja, voor mij begint de Rodermarkt vrijdag al om 10.00 uur’, zegt Berend. Voor Gea lijkt de Rodermarkt al begonnen. Ze is druk aan het schrijven. Barroosters. Ze kijkt wanneer ze er precies moet zijn. Eigenlijk niet nodig, want Berend en Gea zijn er altijd. 24/7, zo lijkt het wel. Hun ongedwongenheid, het plezier dat ze uitstralen én de muziek van Gea zijn redenen waarom iedereen zo graag op het voorplein staat. ‘En de hechte groep mensen die er werken’, zegt Gea. ‘De ploeg is hecht. We hebben vaak aan één blik genoeg. We helpen elkaar, zoals ook de verstandhouding met de cateraars om ons heen meer dan prima is. Dat werkt heerlijk hoor, als je weet dat als het echt gigantisch druk is, er altijd wel iemand wil helpen. ‘
In 2005 nam de Jaarbeurs van het Noorden de bar op het voorplein in eigen beheer. Voorheen was de familie van der Es er verantwoordelijk voor de drankjes. Berend was al bekend in de Roner horeca. Al een kwart eeuw oberde hij bij Het Wapen van Drenthe. Tot de vraag kwam of hij het voorplein wilde doen. ‘Ik had al wat contact met de Jaarbeurs en bij Rudie werd het toen wat minder. Ik heb dus ja gezegd. Toen bleek vervolgens dat we iemand tekort kwamen en zo is ook Gea er ingerold. Ze wilde wel, maar dan alleen buiten. Destijds werd namelijk binnen in de tent nog gewoon gerookt. En zo is het allemaal begonnen’, zegt Berend, die een ferme trek van zijn secuur gedraaide shagje neemt. Gea en Berend regelden daarna eigenlijk alles zelf. Hun drie mannen – Danny (Doetze), Rene en Andre werk(t)en keihard mee. Vijf Overwijkjes achter de bar en de Overwijk Bar was een feit. En een begrip ondertussen, want iedereen in Roden weet wat de Overwijk Bar is. Net zoals iedereen weet dat Ot onlosmakelijk verbonden is aan Sien.  Gea zit ondertussen achter de laptop. Op You Tube. Muziek kijken en luisteren. ‘ Ik ben verantwoordelijk voor de muziek. Nee, ik ken niet alle artiesten bij naam. Ik tik gewoon bijvoorbeeld ‘Nederlandstalig’ in en luister. Ondertussen weet ik uit ervaring wat geschikt en ongeschikt is. Ik maak daarbij verschil tussen middag- en avondmuziek. Soms zitten er best verrassende nummers tussen. ‘Tante Jo’ bijvoorbeeld. Man, wat een hit was dat bij ons in de tent, de mensen gingen bijna door de vloer.’ Voorslapen? Daar doen ze niet aan. Dat werkt niet. Bovendien is Berend dus nog gewoon aan het werk. Maar dat de dagen straks weer lang en slopend zullen zijn, zoveel is zeker. Ga er maar aan staan. Bernd begint vrijdagochtend, komt rond een uur of 05.00 uur thuis. Zes uur later is hij weer paraat, zeker tot een uur of zeven in de ochtend. En zo gaat dat door. ‘Je leeft als in een roes. Natuurlijk ben je moe, maar je zet je er overheen. Na de Rodermarkt gaan we steevast vier dagen weg. Naar een eiland. Pakken we samen een hotelletje en doen we heel weinig. Dan halen we wel wat slaap in’, zegt Berend.
Aan chagrijnige mensen hebben Berend en Gea een hekel.  Iemand met chagrijn komt zeker niet bij de Overwijk Bar te werken. Hoe moe ook, de lach blijft op het gezicht En als de sfeer wat broeierig wordt, dan grijpt opvallend genoeg Gea vaak in. ‘Ja hoor, geen probleem. Bovendien is het vaak verstandig om dan juist als vrouw de boel te sussen. Ik moet zeggen dat er eigenlijk nooit iets gebeurd. In al die jaren is er eigenlijk maar één keer een serieuze vechtpartij geweest. We voelen wel aan als er iets broeit. Daar krijg je wel een antenne voor. Tegenwoordig is er meer beveiliging en kunnen we  veel incidenten al in de kiem smoren.’
Er wordt – zo weten Berend en Gea als geen ander- nu net zoveel gedronken als vroeger. ‘Wel anders is de leeftijdsgrens. We moeten vragen naar een ID-kaart. Ja, dat moet en doen we. Er zal maar iets gebeuren. Daarmee sluit je niet uit dat te jonge mensen drinken. Er kan ze altijd wat door ouderen toegeschoven worden, natuurlijk. Maar zien we het, dan pakken we ze het af en kunnen ze hun drank inruilen voor een colaatje. Overigens kunnen we aan de gezichten van de jongens vaak wel heel aardig de leeftijd schatten. Bij meiden ligt dat anders. Die zijn soms veertien, maar zien er met wat make-up uit als achttienjarigen. Weet je trouwens waar we blij mee zijn? Dat de bar iets minder hoog is dan voorheen. Toen de bar hoger was, hadden we na de Rodermarkt toch vaak wat last van de kuiten’, lacht Gea.
Bij topdrukte staan ze met negen mensen achter de bar. Ondertussen is sprake van een ingespeeld team. Moet ook, anders wordt het een chaos. Waan je je in de botsauto’s. Door de jaren heen weten we precies hoe we het willen. Vaak gaan we de week voor de start van de Rodermarkt al even kijken. Ook de verstandhouding met de vrijwilligers is geweldig. Als we vragen of het net iets anders kan staan, dan wordt dat vaak direct gehonoreerd. We voelen ons heel erg betrokken, zoals we eigenlijk met alle geledingen een meer dan goed contact hebben.’
Rondjes geven. Blijft altijd een heikel punt. ‘ Kunnen we niet aan beginnen’, zegt Berend meteen. ‘Je kunt geen drank van andere mensen weggeven. Dat is eén. Daarnaast, als wij aan iedereen die we kennen een biertje geven, dan is de Jaarbeurs failliet. Het kan gewoon niet. Geen discussie mogelijk.’  De zondag en de woensdag. Berend en Gea noemen die als mooiste dagen van de feestweek. ‘De zondag als er veel gezinnen op pad zijn, de woensdag voor de echte Roners. Elke dag heeft iets bijzonders.’
Avonden kunnen ze vullen met anekdotes. Zoals die ene keer. Die zaterdagavond. ‘Er stond live-muziek gepland bij ons in de tent. Die meneer bleek ziek en het boekingsbureau stuurde een vervanger. Toen hij kwam, had ik al mijn twijfels. Helemaal toen hij vertelde dat hij troubadour was. Na twee liedjes hebben we hem vriendelijk verzocht te stoppen. Het kon echt niet. Ik heb vervolgens mijn muziek maar weer aangezet en het werd vervolgens een geweldige avond’, lacht Gea.
||
||

UIT DE KRANT