‘Overdiep, ter Hansouwe en de landtrekkers’

Gemeente Noordenveld

Er zijn van die mensen, die je tegenkomt en die een onverwoestbare indruk achterlaten. Ze stappen zo weg uit een spannend verhaal... Gerrit Overdiep is er in mijn leven zo een. De momenten dat ik zijn leven binnenstapte. Altijd was er dat verhaal. Het moet in 1967 geweest zijn. En het gezelschap van een paar provo’s betrad ik een statig pand aan de Ossenmarkt in Groningen. Hoofd commissaris Muller wachtte ons daar, vergezeld van een pasbenoemde hoge rechter aan de Arrondissementsrechtbank.  Het bleek Gerrit Overdiep te zijn. Het gesprek ging over de in de loop der tijd in het Oost Groningse moeras weggezakte voormalige vesting Bourtange. We spraken over de roemruchte geschiedenis. Had Bernhard Prott, de legendarische commandant in 1672 Bommen Berend, oftewel Bernard van Galen, bisschop van Munster niet de doortocht belet. Wij wilden meehelpen de vesting uit het moeras te laten herrijzen. Als we er mee aankwamen zetten schudden de mensen meewarig het hoofd. “Waar heb dat nou voor nodig... Dat heb totaal geen zin” luidde toen het liedje... Niet bij Gerrit Overdiep. Die nam het serieus. Ergo... hij stelde zich in verbinding met dorpsbelangen Bourtange en zette bestuurlijke zijn schouders eronder. Dat hielp werkelijk,  want wie er wel eens komt weet, dat de vesting Bourtange letterlijk weer boven water is gekomen, en horden toeristen trekt. Later zou hij voor de Eener Schans het zelfde doen. In 1975 kwam ik tijdens werkzaamheden op de zolder van het Oude Rijksarchief een stapeltje stencils tegen, die een studie bevatten naar “De Landtrekkers in Drenthe”. Was getekend, Gerrit Overdiep. Ik zocht contact met hem, maar hij was net benoemd tot president van de Groninger Rechtbank. En hij wou verhuizen naar Huize ter Hansouwe op de Peizer Horst. Die moest nog ingrijpend gerenoveerd worden. De subsidieregeling was nog niet rond. Een paar jaar later zocht ik hem daar op. Het huis bleek een oud middeleeuws Steenhuis geweest te zijn. In opdracht van de Utrechtse bisschop gebouwd aan de ingang van een voorde over het Eelderdiep. Ter controle van deze doorgang opgericht tegen de opstandige Drenthen.  In het begin hadden er adellijke families gewoond, zoals de ter Hansouwes en de Lewes. We liepen over het diep richting Eelde, waar een zogenaamd “Hongerveld” lag. Die waren door Overdiep beschreven in het artikel over de “Landtrekkers in Drenthe”. Hongers, ook wel Egyptenaren en later door de bevolking Heidenen genoemd, waren reizende lieden, die zich nuttig trachten te maken als koperslager, muzikant, waarzegger of goochelaar en ook stalen ze wel eens een kippetje. Ze waren in het begin niet erg geliefd bij de Drentse bevolking. De Godvrezende Drent wou geen “vremd volk op de deel”... Dan werden de kerkklokken geluid, om de boeren op te roepen om de Hongers met knuppels te lijf te gaan... Als ze ze te pakken kregen tenminste. Deze vagebonden, ook niet achterlijk hadden echter hun maatregelen getroffen. Ze kampeerden aan de rand van de kerspelen, voorloper van de gemeenten... als de schulte en de boeren met de knuppels naderden overschreden ze deze kerspelgrenzen en waren ze veilig. De jurisprudentie eindigde bij deze hongervelden in het landschap. Door heel het land kun je ze aantreffen, hongervelden of ook een gehucht als Hongerige Wolf, Egypteneinders of Heidenkampen. Steevast vind je ze aan de rand van de kerspelen. Dit volk raakte later vermengd met de bevolking en belandde in woonschepen, plaggenhutten en woonwagenkampen. Als jongeman, werkzaam bij de griffie in Assen, kwam Overdiep in aanraking  deze maatschappelijk in de marge levende mensen. Ook de overheid bemoeide zich ermee. Niet gehinderd, zoals gebruikelijk door werkelijk inzicht in de achtergrond van de rondtrekkende bevolking. De woonwagenbevolking werd slechts als object van de ambtelijke bemoeiingen gezien. Dat wou de jonge Overdiep toen even rechtzetten. In 1951. Het rapport raakte zoek, totdat ik er dus in het archief zomaar tegenaan liep. Dat kon Gerrit wel waarderen en hij is me blijven stimuleren me ook te interesseren voor de geschiedenis van de onderkant van de samenleving. “Aarzel niet, kies partij voor hen, doe nooit uit de hoogte en je wordt een van hen...” Woorden, waar ik wat mee kon. Tot op de dag van vandaag. Gerrit is er niet meer. Hij overleed op zijn ter Hansouwe op 12 januari 1998, 79 jaar oud. Ter Hansouwe bestaat nog steeds. Een paar jaar geleden nam de Stichting het Drentse Landschap het huis nog over. Het schijnt nu dienst te doen als zogenaamd erfgoedlogies, een soort weekend hotel. Veel weet ik er niet van, want de uitbater had geen interesse mij te vertellen wat er de laatste tijd te doen is. Ook voor een verdwaalde honger of heiden zal geen interesse zijn. Daarvoor is de prijs van € 90 wat aan de hoge kant. Gerrit Overdiep zal er meewarig zijn schouders over opgehaald hebben. Hij kon er niet mee zitten. Ik ook niet...

UIT DE KRANT