‘Pas over een paar jaar zie je de echte gevolgen van de crisis’

Afbeelding
actueel

Voedselbank ziet al kleine toename in het aantal klanten


RODEN – Het waren en zijn roerige tijden voor de Voedselbank. In november vorig jaar brandde hun oude onderkomen af, waardoor er op stel en sprong moest worden verhuisd. Daarna volgde de coronacrisis, waardoor de Voedselbank in Noordenveld overschakelde op een bezorgservice. Sinds afgelopen vrijdag kunnen klanten weer zélf boodschappen komen doen. Ook de komende jaren zal de rol van de Voedselbank onverminderd belangrijk blijven. Inmiddels is er al een lichte stijging van het aantal klanten waar te nemen, de komende jaren zal dit waarschijnlijk nog meer worden. ‘Na de crisis van 2008 zagen we dat in de jaren 2010 en 2011 pas écht loskwam’, aldus voorzitter Jan Peter Kroes.


Vrijwel direct toen het coronavirus het niet meer vertrouwd maakte om klanten te ontvangen in de nieuwe locatie aan de Ceintuurbaan Noord, schakelden de vrijwilligers over naar een bezorgservice. ‘Dat sprak voor zich’, zegt Kroes. ‘Als we geen pakketten zouden rondbrengen, zouden onze klanten in de problemen komen. Ideaal is het uiteraard niet. Wanneer de klanten hier komen, kunnen ze zelf een pakket samenstellen. De keuze verviel toen wij gingen bezorgen.’


Er moest op stel en sprong veel worden georganiseerd. Dat viel niet mee, al was het niet voor het eerst dat de Voedselbank snel moest schakelen. In november vorig jaar was er brand, waardoor de geplande verhuizing naar het verzamelgebouw aan de Ceintuurbaan Noord 122 direct moest plaatsvinden. ‘We stalden spullen in containers en kregen noodpakketten van Univé, waardoor we altijd konden blijven uitgeven’, zegt vrijwilliger Jo Schoorman. ‘Het was echt improviseren’, vertelt Kroes. ‘De vrijwilligers hebben er hard aan moeten trekken, maar we hebben steeds kunnen leveren.’ Het nieuwe pand is voor de Voedselbank een uitkomst, zo geven de vrijwilligers aan. ‘Alleen kan het heel warm zijn in de zomer’, zegt Kroes. ‘Met dit platte dak stijgt de temperatuur snel. Dat is een nadeel.’


Het snelle schakelen maakte dat de Voedselbank Noordenveld ook ten tijde van de coronacrisis gewoon voor voedsel kon zorgen. Mede geholpen door inwoners en bedrijven die plotseling eten of voedsel over hadden. ‘We deden een oproep voor dozen en dat resulteerde erin dat bedrijven en scholen dozen opstuurden’, zegt Bouke Schaap. Schoorman vult aan: ‘De aanvoer liep gewoon door, maar het ging even anders. Zo worden er meestal ook spullen ingebracht voorafgaand aan kerkdiensten, maar die gingen nu niet door. Toen zagen we veel kerkgangers die hier hun voedsel kwamen inleveren.’


De bereidheid om iets voor de medemens te doen, bleek tijdens de coronacrisis erg hoog. Daar spint de Voedselbank Noordenveld garen bij. ‘Wij zagen ons vrijwilligersbestand fors toenemen’, zegt Kroes. ‘Mensen die opeens thuis moesten werken, kregen tijd om ons te helpen. We konden die extra handjes goed gebruiken, want veel van onze vrijwilligers bleven thuis. De meesten zijn op leeftijd en zitten dus in de risicogroep.’


De uitbreiding van het aantal vrijwilligers komt goed uit, zo meldt Kroes. ‘We gaan over naar een wekelijkse uitgifte, in plaats van eens in de twee weken. We kunnen dus zeker nog vrijwilligers gebruiken.’


Sowieso is de komst van meer vrijwilligers geen overbodige luxe, omdat er toch een stijging van het aantal klanten wordt verwacht. ‘Dat zien we nu al’, zegt Schoorman. ‘Het is weliswaar een kleine stijging, maar ik verwacht dat er na de zomer nog meer klanten zijn. Dat is ook de landelijke trend.’


Jan Peter Kroes weet nog hoe de vorige economische crisis van 2008 er in hakte. ‘Toen zag je dat pas later. In 2008 viel het nog wel mee, in 2009 ook, maar daarna steeg het aantal klanten. We gingen van tachtig naar 135 in één jaar. Na verloop van tijd nam dat weer af richting de tachtig klanten, maar je kon heel duidelijk een piek zien. Pas over een paar jaar zie je de echte gevolgen van de crisis.’


Mondkapjes


Alle klanten die bij de Voedselbank komen, wordt gevraagd een mondkapje mee te nemen. Hebben ze die niet bij zich, dan krijgen ze er één. ‘Enkele mensen zijn bezig geweest mondkapjes te maken’, vertelt vrijwilliger Annette.  ‘Vanuit de Noordenveldse Uitdaging is dit gecoördineerd, zodat we ook mondkapjes in de voedselpakketten konden doen. Klanten die met het openbaar vervoer moeten rijden, hoeven dan niet speciaal mondkapjes aan te schaffen.’

UIT DE KRANT