Piet Bos, een halve eeuw rij-instructeur

Afbeelding
actueel

De laatste der Mohikanen

RODEN – Piet Bos viert een bijzonder jubileum. Hij is namelijk al vijftig jaar – een halve eeuw dus!- rij-instructeur. Met toeters en bellen viert hij dat niet. Wél heeft hij een leuke actie voor potentiële leerlingen. ‘Als ik een feest zou geven, zou ik een tent ter grootte van het voetbalveld af moeten huren’, lacht Piet, wiens werk hem nooit één dag verveelt.

Bos begon zijn bedrijf – Autorijschool Bos- op 1 maart 1964. Hij was net uit militaire dienst. ‘Ik was in die tijd wielrenner. Ik werkte halve dagen op de boerderij en fietste de halve dag. Met ondermeer Henk Wekema, voormalig wereldkampioen. Hij verkaste later naar het zuiden van het land en leerde daar de echt fijne kneepjes van het vak. Ik ontdekte gaandeweg de geneugten des levens en van heel goed wielrennen was daarna geen sprake meer. Ik heb wel altijd een passie voor transport, voor rijden gehad. Vandaar dat ik een VW Kever kocht en m’n eigen rijschool begon’, vertelt Bos. Nu vijftig jaar later blijkt dat een prima stap geweest te zijn. ‘Kwestie van doorzetten. Mentaliteit. Ik heb ook slechte momenten gehad. Dan komt het er op aan hoe je er mee omgaat. Ik ben trots dat het goed gegaan is. Van een leien dakje ging dat lang niet altijd.’

Namens Autorijschool Bos rijden in totaal vijf franchisers. Piet heeft niemand in dienst. De afgelopen halve eeuw hielp hij tenminste drieduizend mensen aan een rijbewijs, zelf legde hij zondermeer vijf miljoen kilometer af. Schade veroorzaakte hij zelden. De tachtig procent no-claim spreekt wat dat betreft boekdelen. ‘Het is werk waarin je nooit kunt verslappen. Kijken wordt een gewoonte. Ja, ik sta als streng en rechtvaardig te boek. Natuurlijk krijg je wel eens van die ‘macho mannetjes’ in de auto. Dan wil ik nog wel eens een showtje weggeven. Zeg ik ‘dat als ze zelf zo kunnen rijden, ze mij niet meer zullen horen’, haha.’

De jeugd van nu is anders dan die van vijftig jaar geleden. Heel anders. ‘Je lest doorgaans met z’n tweeën en de bijrijder lette vroeger heel wat beter op. Nu zitten ze vaak op de telefoon. Dat is een wezenlijk verschil. Wat ook een verschil is, is de prijs. Ik weet nog wel dat vijftig jaar geleden een lesje van een uur acht gulden kostte. Nu ben je tussen de 40 en 42 euro kwijt.’

Bos zag mensen komen en mensen gaan. ‘Van de mensen die ook bij het vak betrokken waren toen ik begon, is niemand meer over. Ik ben wat dat betreft wel de laatste der Mohikanen. Ik ben overigens van mening dat er inderdaad teveel rijscholen zijn. Mensen die werkloos zijn, krijgen via het UWV een omscholingscursus aangeboden. Dat is oneerlijke concurrentie, ze worden gesponsord door de overheid. Ze werken vaak onder de prijs, ook omdat hun salaris toch wel aangevuld wordt door de overheid. En als ze na twee jaar weer stoppen, staan ze weer bij het UWV. Onze kracht? Onze continuïteit. We rijden altijd. We verkopen nooit nee. Ook zijn onze resultaten boven het gemiddelde. Dat spreekt natuurlijk aan, net als onze BMW’s. Daar willen mensen toch wel hele graag in lessen’, zegt Bos, die voorheen dus Kever en Opel (twintig stuks) reed.

Vroeger was een rijles vooral modelwerk. Nu, anno 2014, draait het meer om inzicht. ‘Ik vind overigens dat de examens ‘te lang’ in de stad gereden worden. Want waar gebeuren de meeste ongelukken? Juist ja, buiten de stad. Op de snelweg. Op landwegen. Daar wordt wel eens te weinig aandacht aan besteed. In de stad verongeluk je niet. Bovendien ben ik voorstander van een (anti) slipcursus als jongeren hun rijbewijs gehaald hebben.’ Bos kan uren en uren praten over zijn werk. Het verveelt hem nooit, ook niet nu hij bijna 72 jaar oud is. ‘Voelen en zien is een soort van tweede natuur geworden. Je leert observeren en zo weet je al snel wat voor vlees je in de kuip hebt. Thuis praat ik nooit over mijn werk. Dan kan ik het wel loslaten. Waar ik nog steeds moeite mee heb is, is dat leerlingen in mijn ogen onterecht zakken voor hun rijexamen. Ik kan daar nog steeds niet tegen. Onrecht vind ik lastig te verkroppen. Weet je wat ook leuk is? Vroeger zat ik als jong kereltje van 22 naast mannen van 65 die alsnog hun rijbewijs wilden halen. En nu zit ik als oude man veelal naast jonge kerels. Mooi toch!’

UIT DE KRANT

Lees ook